Kerk maakt positie in Zuid-Afrika duidelijk
AMSTERDAM – Zuid-Afrikaanse religieuze geloofsgemeenschappen willen een gezamenlijke verklaring over religieuze rechten en vrijheden aan het parlement, de Nasionale Vergadering van Suid-Afrika, ter behandeling aanbieden. Ze hopen daarmee dat deze in 2010 gepubliceerde verklaring een wettelijke status krijgt.
Dat zei prof. Pieter Coertzen, een van de drijvende krachten achter de verklaring, vrijdagmiddag in Amsterdam. De emeritus hoogleraar kerkrecht van de faculteit theologie van de universiteit Stellenbosch in Zuid-Afrika hield een vrijdagmiddaglezing aan de Vrije Universiteit (VU). Dat deed hij op uitnodiging van het Centrum voor Religie en Recht dat aan de VU verbonden is.
Prof. Coertzen zette uiteen dat Zuid-Afrika een zeer complexe maatschappij is waarin mensen met verschillende huidskleuren, culturen en godsdiensten samenleven. Minder dan 10 procent van de bevolking is blank. Weliswaar is ongeveer 80 procent van de Zuid-Afrikanen christelijk, maar er is sprake van een grote diversiteit.
De bevolking bestaat uit gereformeerden (7 procent), anglicanen (4 procent), methodisten (7 procent), rooms-katholieken (9 procent) en evangelischen (7 procent). Daarnaast behoort een deel van de bevolking tot een groot aantal kleine kerkgenootschappen. Ook zijn er Afrikaanse onafhankelijke kerken (40 procent), die dikwijls een combinatie van traditionele en christelijke opvattingen hebben.
De kans op botsingen in een dergelijk divers godsdienstig landschap is groot, aldus prof. Coertzen. In 1994, al vrij spoedig na de afschaffing van de apartheid in 1990, vond een conferentie plaats over het met elkaar samenleven van de diverse godsdiensten in het land. Vervolggesprekken resulteerden in de publicatie van het ”South African Charter of Religious Rights and Freedoms”. Deze verklaring over religieuze rechten en vrijheden verscheen in 2010. Vertegenwoordigers van uiteenlopende religieuze gemeenschappen hebben meegewerkt aan de totstandkoming ervan.
In de verklaring staat dat iedere Zuid-Afrikaan het recht heeft om te geloven of niet te geloven en dat men het recht heeft zijn religie te belijden en zijn kinderen naar zijn eigen overtuiging op te voeden. Het charter komt verder op voor het stichten van kerken en het in stand houden van oude tradities.
Op dit moment zijn de Zuid-Afrikaanse religieuze gemeenschappen bezig maatschappelijk draagvlak voor de verklaring te creëren. Als dat gelukt is, willen ze dat het charter door het parlement aangenomen wordt, zodat het een officiële status krijgt. Prof. Coertzen heeft er goede hoop op. „Het charter is belangrijk voor de hele maatschappij. Zuid-Afrika is een religieuze samenleving, heel anders dan sommige landen in Europa.”
De Zuid-Afrikaanse hoogleraar geeft aan dat de religieuze gemeenschappen zich dan bij de rechtbanken op de verklaring kunnen beroepen. Zuid-Afrikaanse kerken hebben nogal eens rechtszaken verloren, zei hij. Dat heeft ook met hun eigen onduidelijkheid te maken. „We hopen dat het charter in de toekomst helderheid zal verschaffen.”
Op een vraag of de kerk recht heeft op eigen regels, onafhankelijk van de wetten van het land, antwoordde prof. Coertzen bevestigend. Hij zei dat de staat niet gaat over de interne zaken van kerken. Als voorbeeld noemde hij 1 Korinthe 5, waar Paulus de kerkelijke tucht wilde toepassen. „Dat is niet in de eerste plaats een zaak van de wetten van het land, maar van de kerk zelf. De kerk heeft een ander doel dan de staat. De staat moet ruimte laten voor het functioneren van de kerk.”
Prof. Coertzen denkt niet dat het charter in deze vorm toepasbaar is in Nederland, omdat ons land een andere geschiedenis kent.
De emeritus hoogleraar zou zijn lezing aanvankelijk vorig jaar houden. Toen werd hij echter bij Amsterdam in de trein overvallen, waarbij zijn speech gestolen werd.