Boeiende geschiedenis kasteel Ophemert
Ten noorden van het Betuwse Ophemert staat een kasteel waarvan de geschiedenis tot voor kort onbekend was. Paul Welling uit Tiel wist daar verandering in te brengen.
De afgelopen tijd dook Welling in bibliotheken en archieven en legde de historie van ”de heerlijkheid in de Betuwe” bloot. Het resultaat is een aantrekkelijk boekwerkje dat onlangs werd gepresenteerd.
”Kasteel Ophemert. Heerlijkheid in de Betuwe” beschrijft de geschiedenis van het kasteel vanaf circa 1265, toen het een versterkte woontoren was. De auteur werd tijdens zijn speurtocht gegrepen door het kasteel. „Ik beschouw het inmiddels als mijn eigen huis. De zalen hangen vol schilderijen. Ik weet nu wie erop staan.”
Eigenlijk was die betrokkenheid er al eerder. Welling is getrouwd met een Van Haeften; de verre voorvaders van zijn vrouw bewoonden het Hemertse huis van 1552 tot 1844. Vandaar ook dat de schrijver in het voorjaar van 2010 present was tijdens een reünie van de nazaten van het eeuwenoude geslacht, waarbij kasteel Ophemert als thuis- en uitvalbasis gold voor uitstapjes in de Tieler- en Bommelerwaard. In deze streek schreven de Van Haeftens als ambtsmannen en dijkgraven geschiedenis. In de late middeleeuwen behoorde de familie tot de machtigste in de omgeving.
„Tijdens een gesprek vertelde Arthur van Dedem, die het kasteel in erfpacht heeft, dat hij weliswaar op het kasteel woont maar weinig van de geschiedenis afweet. Ik beloofde dat ik die zou uitzoeken en op een paar A4’tjes zou samenvatten”, aldus Paul Welling.
Wellings belofte leidde tot een boeiende zoektocht van anderhalf jaar. Er bleek bijna niets bekend te zijn. Bovendien weigerden om onverklaarbare redenen voormalige werknemers hun medewerking. „Rentmeester, architect en bedrijfsleider hielden hun kaken stijf op elkaar.” Regionale en nationale archieven, bibliotheken en Kadaster boden uitkomst. „En ik maakte een praatje met de bewoners van pachtboerderij De Pippert en bracht bezoeken aan de begraafplaats van Neerijnen.”
Het leverde een lezenswaardig boekwerk op –helaas in paperbackuitvoering– vol wetenswaardigheden over het kasteel. Jammer dat Welling niet meer aandacht besteedt aan de bewoners. Want de Betuwse heerlijkheid heeft nogal wat markante personages gehuisvest. Zo trad tijdens de Tachtigjarige Oorlog een tweedeling op in de familie Van Haeften; sommigen kozen de zijde van prins Willem van Oranje, anderen die van de Spanjaarden. Leden van de Duitse tak van de familie waren later betrokken bij een aanslag op Hitler; een van hen werd vanwege zijn aandeel zelfs opgehangen.
En ook de Mackays –van Schotse afkomst en sinds 1844 eigenaars– hebben hun sporen verdiend. Het geslacht telde belangrijke staatslieden. Zo schopte Aeneas Mackay het tot vicepresident van de Raad van State. In Ophemert bekommerde hij zich om het zielenheil van zijn onderdanen, was hij actief op het gebied van armenzorg en richtte hij tal van christelijke scholen en instellingen op. Welling gunt de prominente bewoners van het kasteel slechts één hoofdstuk. En dat smaakt eigenlijk naar meer. Ook de roerige tijden die de heerlijkheid in het verleden meemaakte en de ontwikkelingen in Ophemert en het naburige Zennewijnen krijgen slechts een plaats in de marge.
De geschiedenis van het bouwwerk staat centraal, met uitvoerige beschrijvingen van zalen en bijgebouwen en de omgeving met de tuinen en het kasteelbos. Er is ook volop aandacht voor de vele verbouwingen, het onderhoud, de restauratie, het uitbaggeren van de grachten, de vervanging van de bliksembeveiliging en de plannen in de jaren zestig van de vorige eeuw voor de aanleg van een zwembad.
Het boek is voorzien van vele prachtige foto’s uit heden en verleden. Maar ook van oude tekeningen, rekeningen en aktes. Leuk om te lezen zijn de anekdotes en wetenswaardigheden. Bijvoorbeeld over ds. Bronsveld, die in de 19e eeuw met zijn vrouw bijna elke vrijdagavond op het kasteel ging dineren met baron Aeneas Mackay. Na het eten gingen baron en predikant buiten roken –„binnen de wanden van het kasteel was zulks niet geoorloofd”– terwijl de dames de zwanen gingen voeren. Of oude rekeningen waaruit onder meer blijkt dat Reinier van Haeften voor een verbouwing 85 gulden moest neertellen. Liefst 10 procent daarvan ging op aan bier voor de werklieden.
Welling zelf raakte het meest geboeid door de dichtgemetselde ramen en doorgangen in het kasteel. „Ik dacht dat dit in de 19e eeuw was gedaan om de onroerendezaakbelasting omlaag te krijgen. Die was destijds gebaseerd op het aantal ramen van zo’n gebouw. Later ontdekte ik dat het kasteel in het rampjaar 1672 zo zwaar is beschadigd dat men besloot de vleugels af te breken.”
Het kasteel doet tegenwoordig dienst als bed and breakfast. Daarnaast is het beschikbaar als trouwlocatie en wordt het gebruikt voor conferenties, feesten en partijen. Bovendien proberen de bewoners de band met Ophemert in oude luister te herstellen door het organiseren van schaatsfeesten en Oranjeactiviteiten.
In het boek zijn ook twee oude vertellingen opgenomen, waarbij overigens opgemerkt moet worden dat in een daarvan de zinsnede met grove taal voorkomt. Voor lezers uit de omgeving of degenen die geïnteresseerd zijn in de geschiedenis van oude kastelen is het werk, dat van een groot aantal bronnen en voetnoten is voorzien, beslist een aanrader.
Boekgegevens
”Kasteel Ophemert. Heerlijkheid in de Betuwe”, door Paul Welling; uitg. De Vorl, Kerk-Avezaath, 2012; ISBN 978 90 808410 9 3; 111 blz.; € 24,-. Te bestellen bij uitg. De Vorl: 0344-661963.