Oproep aan India: bescherm christenvluchtelingen uit Birma
NEW DELHI – De Indiase overheid moet meer doen om de veiligheidssituatie voor overwegend christelijke vluchtelingen uit Birma te verbeteren. Dat concludeert een rapport over de situatie van naar India gevluchte Birmezen.
Het rapport, dat volgende week uitkomt, is opgesteld door een aantal internationale organisaties en een Amerikaanse organisatie die opkomt voor vluchtelingen. Vanuit het door militairen bestuurde Birma vluchten grote groepen Chins, een etnische minderheid in het Aziatische land, naar het naburige India. In eigen land worden ze in politiek en religieus opzicht onderdrukt. Ook in India wacht hen geen warm welkom.
Op dit moment zijn naar schatting 100.000 mensen vanuit de Birmese deelstaat Chin gevlucht naar de Indiase deelstaat Mizoram. Daar vormen vluchtelingen nu zo’n 10 procent van de bevolking.
In de Indiase deelstaat Mizoram is volgens het rapport sprake van een slechte situatie onder de vluchtelingen. „Ons rapport laat zien dat Chins uit Birma te maken krijgen met een ernstig gebrek aan bescherming”, aldus Matthew Wilch. De Amerikaanse mensenrechtenadvocaat is de eindredacteur van het rapport over de omstandigheden van de Chins.
Enerzijds constateren de opstellers van het rapport dat al bijna tien jaar geen grootschalige aanvallen plaatshebben op gevluchte Birmezen in India. Wel zijn er kleinschalige incidenten, die daarentegen een grote impact kunnen hebben op de slachtoffers.
Anderzijds hebben de slachtoffers „geen wettelijke status en maken geen aanspraak op bescherming.” Volgens Wilch wordt de sociale infrastructuur in de arme deelstaat Mizoram overvraagd door de grootscheepse vluchtelingenstroom uit Birma.
Behalve een gebrek aan bescherming, is onder Chin-vluchtelingen in India ook een tekort aan leefruimte, gezondheidszorg en onderwijs. Volgens de rapporteurs kunnen kerken in de deelstaat Mizoram een belangrijke rol spelen in het verlenen van zorg aan de Chins.
De Chins zijn in eigen land al decennia het doelwit van vervolging door de militaire autoriteiten. Regelmatig vinden onder de bevolking executies en martelingen plaats.
De deelstaat Chin is één van de armste van Birma. Het land bestaat in totaal uit 14 deelstaten. In het gebied heeft 27 procent van de kinderen geen toegang tot basisonderwijs. Eenderde van de bevolking heeft geen toegang tot gezondheidszorg en driekwart leeft onder de armoedegrens.
De Westelijke deelstaat Chin bestaat uit een heuvelachtig gebied en grenst aan India en Bangladesh. De in meerderheid christelijke Chin zijn verwant aan etnische groepen in het Noordoosten van India. De Chin, die veelal in stammen leven, kennen een rijke traditie van klederdrachten, dialecten en tradities. Ze zijn bekend om hun kleurrijke katoenen doeken, die op gemeenschappelijke weefgetouwen worden gemaakt.
Het rapport over de Chins wordt onderschreven door Refugee Council USA een koepel van organisaties in de Verenigde Staten die opkomen voor vluchtelingen, InterAction, de Baptist World Alliance, de Jesuit Refugee Service, de Lutheran World Federation, de World Evangelical Alliance, World Relief en andere organisaties.