Gedeeltelijke schikking BP olieramp Golf
NEW YORK (ANP/RTR/DPA/AFP) – Oliemaatschappij BP heeft een gedeeltelijke schikking getroffen over de olieramp in de Golf van Mexico in 2010. Het bedrijf heeft een overeenkomst bereikt met advocaten van vissers en andere private eisers. Het gaat om een bedrag van 7,8 miljard dollar (5,9 miljard euro). Dat heeft BP vrijdag bekendgemaakt.
De Britse maatschappij meldde dat de schikking niet geldt voor publieke eisers als de Amerikaanse regering, kuststaten en lokale overheden. Het bedrag dat die partijen eisen is hoger en kan in de tientallen miljarden dollars lopen.
De schikking betekent dat de megarechtszaak tegen BP, die maandag zou beginnen, opnieuw wordt uitgesteld. Dat gebeurde al eerder om de partijen de tijd te geven om tot een schikking te komen.
BP wijst erop dat de schikking geen schuldbekentenis is en dat de rechtszaken tegen Amerikaanse dienstverlener Halliburton en Transocean, de eigenaar van het gewraakte olieplatform, hiermee dus niet worden gestaakt. BP sleept Halliburton voor de rechter om het bedrijf ertoe te bewegen mee te betalen aan de kosten van de olieramp. Om de beschuldigingen te weerleggen klaagde Halliburton BP al eerder aan wegens laster.
BP liet onlangs weten dat de oliemaatschappij al meer dan 8 miljard dollar aan claims heeft vergoed. Het concern zou alle verdere „legitieme claims” betalen en helpen de schade aan economie en milieu te herstellen, zei een woordvoerder.
Na een explosie op het booreiland Deepwater Horizon in april 2010 kwamen 11 mensen om het leven en ontstond de grootste olielekkage in de Amerikaanse geschiedenis, met een milieuramp tot gevolg. Staten aan de kust riepen de noodtoestand uit. Het duurde 87 dagen om de lekkage helemaal te stoppen. 4,9 miljoen vaten olie kwamen in zee terecht.
BP heeft in totaal 20 miljard dollar gereserveerd voor de kosten van de ramp.