Kerk & religie

De slachting van Wassy

Wassy, een plaatsje in het middenoosten van Frankrijk, heeft met zijn 3000 inwoners niet veel te betekenen. Er gebeurt vrijwel nooit iets bijzonders.

Pierre van Enk
28 February 2012 20:18Gewijzigd op 14 November 2020 19:38
Reconstructie van de schuur in Wassy waar in 1562 tientallen hugenoten werden afgeslacht omdat ze er een kerkdienst wilden houden. Foto Wikimedia, Ji-Elle
Reconstructie van de schuur in Wassy waar in 1562 tientallen hugenoten werden afgeslacht omdat ze er een kerkdienst wilden houden. Foto Wikimedia, Ji-Elle

Toeristen rijden het dorp meestal haastig voorbij, op weg naar Reims of Troyes, twee grote steden in de buurt. Of naar Domrémy, ook niet ver uit de buurt; de plaats waar Jeanne d’Arc ooit stemmen zou hebben gehoord die haar vertelden dat het land bevrijd moest worden van de Engelsen. Of ze gaan de andere kant op naar Colombey-des-deux-Églises, de laatste woon- en rustplaats van oud-president Charles de Gaulle.

Toch is er alle aanleiding om juist in het stille Wassy even stil te staan bij het gewelddadige en smartelijke verleden dat Frankrijk jarenlang, zelfs eeuwenlang heeft geteisterd. Hier immers zijn op 1 maart 1562 –dus 450 jaar geleden– die bloedige en verwoestende conflicten tot ontbranding gekomen die als de Franse godsdienstoorlogen de geschiedenis in zijn gegaan.

Kruitvat

De lont die het kruitvat ontstak was een incident dat, hoe tragisch op zichzelf ook, in de gewelddadige zestiende-eeuw niet zo bijzonder mocht heten. Het had dan ook als onbetekenend in de archieven kunnen zijn beland als niet de godsdienstige en de politieke situatie zó op scherp had gestaan dat ook een nietiger vonkje het hele land in vuur en vlam had kunnen zetten.

De bewuste datum viel op een zondag. ’s Ochtends in alle vroegte waren protestanten uit Wassy en wijde omgeving –600 in getal– voor een godsdienstoefening bijeengekomen. Die zou plaatshebben in een grote schuur, want over ”temples”, echte kerkgebouwen, konden zij nog niet beschikken. De met de Rooms-Katholieke Kerk nauw verbonden monarchie beschouwde het protestantisme als een ketterij en had eerder geprobeerd het van de kaart te vegen.

Honderden, duizenden hugenoten –zoals zij werden genoemd– waren verbrand of geknecht. Maar deze vervolgingen hadden de nieuwe godsdienst geenszins het zwijgen opgelegd; hij groeide integendeel als nooit tevoren.

Dat feit had de overheid in januari 1562 feitelijk erkend door een historisch edict af te kondigen dat de protestanten voor het eerst toestond (zij het onder enkele beperkende voorwaarden) openbare kerkdiensten te houden.

Wonder

De hugenoten profiteerden onmiddellijk van dit koppig bevochten recht en traden massaal in de openbaarheid. Opeens konden ze zo vaststellen dat hun aantal, ondanks de onderdrukking, aanzienlijk was: er bleken in het hele koninkrijk meer dan 1200 protestantse gemeenschappen te bestaan. Tot dusverre hadden deze niet over de lokale horizon heen kunnen kijken, maar nu ontdekten ze opeens hoe sterk ze stonden.

Deze doorbraak had naar hun besef alle kenmerken van een wonder: het kwam hun voor dat God Zelf het teken had gegeven dat voor Frankrijk de tijd was gekomen om het paapse juk af te werpen, zich tot het ware geloof te bekeren en het nieuwe Jeruzalem te vestigen. Aan dit vooruitzicht ontleenden ze een blakend zelfvertrouwen en ze maakten zich op om op die heilsverwachting vooruit te lopen. De Beeldenstorm die weldra over het koninkrijk zou razen, zou daarvan een desastreus gevolg zijn.

Buiten de muur

Ook de hugenoten van Wassy moeten zich bemoedigd en gesterkt hebben gevoeld. Het edict dat hun toestond diensten te beleggen, bepaalde dat deze alleen buiten de stadsmuur mochten worden gehouden. De rooms-katholieke meerderheid had zich immers nog allerminst met het bestaan van de ketterij verzoend en zou licht aanstoot nemen aan een al te openlijke manifestatie van dissidentie.

We moeten over de angst die de opkomst van het protestantisme opriep, niet te licht denken. De traditionele, rooms-katholieke godsdienst was diep geworteld in Frankrijk en velen vreesden dat God een inbreuk op deze traditie niet zou tolereren en Zijn toorn over het land zou ontladen.

Gezegd moet worden dat de hugenoten zich vaak ook nogal uitdagend opstelden. In Wassy was enkele weken tevoren een bisschop langsgekomen om te proberen de hugenoten van hun dwaling terug te roepen. Maar dat was faliekant misgelopen: zijn toehoorders waren echte calvinisten die de ”Institutie” van Calvijn grondig hadden bestudeerd. Zij betrapten de monseigneur op lacunes in zijn Bijbelkennis en hielden hem met een keur aan argumenten voor dat hij het was die dwaalde, en niet zij. De bisschop was geschokt en aangetast in zijn autoriteit naar zijn paleis teruggekeerd.

Klokgelui

Ook op 1 maart 1562 traden de calvinisten van Wassy weer op alsof ze eigen baas waren en niets te maken hadden met het voorschrift dat ze hun diensten buiten de stadsmuren moesten houden. De schuur die ze hadden gereserveerd, stond er binnen; ze hadden er ook een klok aan gehangen waarmee ze luid lieten weten dat hun kerkdienst op het punt stond te beginnen.

Dit gelui kwam hertog François de Guise ter ore, die toevallig in de stad was. Deze voorman van de belangrijkste rooms-katholieke clan in Frankrijk was met een grote legermacht op weg naar Parijs om er eerste raadsman aan het koninklijk hof ter worden.

Catharine de Medici, sinds de dood van haar man, koning Hendrik II, regentes voor haar minderjarige zoon, had zich min of meer gedwongen gezien om Guise naar Parijs te roepen. Sinds een klein jaar hadden de protestanten onder leiding van Gaspard de Coligny een belangrijke stem aan het hof gehad, maar in de complexe, gespannen politieke situatie van het moment waren de verhoudingen ten nadele van de hugenoten gewijzigd.

Coligny en de zijnen ruimden het veld en Guise zou de kans krijgen om de onversneden rooms-katholieke orde te herstellen. Hij maakte er geen geheim van dat hij korte metten zou maken met het edict dat de protestanten hun eerste erkenning had gegeven.

Mateloos populair

Om Guise recht te doen moeten we beseffen dat hij mateloos populair was, althans bij de rooms-katholieke meerderheid. De hertog was vooral gerespecteerd omdat hij als de generaal Calais op de Engelsen had terugveroverd en daarmee Frankrijk zijn zelfvertrouwen had teruggegeven. Hij stond bekend om zijn ridderlijkheid, ook jegens zijn tegenstanders. Tegen de barre gewoonten van de tijd in liet hij soldaten van een vijandelijk leger dat hij had verslagen, verzorgen, voeden en naar huis gaan. Zijn eigen krijgsmacht ging voor hem door het vuur. Maar Guise was ook een aartskatholieke traditionalist die de integriteit en de eenheid van het koninkrijk in gevaar gebracht zag door religieuze dissidentie.

Verkenners

Komend van zijn residentie in het even zuidelijker gelegen Joinville, had hij bij het klooster van Wassy halt gehouden om er de mis bij te wonen. Toen hij het vreemde klokgelui opving, informeerde hij bij plaatselijke autoriteiten waar dat vandaan kon komen. Zij vertelden hem van de bijeenkomst van opstandige, arrogante calvinisten. De hertog stuurde drie soldaten op verkenning uit, die meteen met de kerkgangers in conflict kwamen – hoe precies is niet bekend. Ze keerden woedend terug om Guise in te lichten en om versterking te halen.

Over wat er daarna is gebeurd, verschillen de rooms-katholieke verhalen van de protestantse. Een Amerikaanse historicus die alle bronnen secuur heeft nageplozen en de gang van zaken zo precies mogelijk gereconstrueerd, maakt aannemelijk dat bij het treffen de calvinisten hun belagers met stenen ontvingen. Guise, die met zijn mannen was meegekomen, werd daarbij geraakt.

Maar de soldaten waren bewapend met haakbussen en pistolen en begonnen te schieten. De ongewapende kerkgangers zagen geen andere mogelijkheid om zich te verdedigen dan door de deuren van de schuur dicht te doen en zichzelf op te sluiten. De aanvallers sloegen de ruiten in en begonnen de mensen in de schuur lukraak te beschieten. Er brak paniek uit; de sterksten probeerden over het dak weg te komen, maar werden er als vogels afgeschoten.

Van het aantal doden en gewonden lopen de rooms-katholieke en protestantse schattingen ver uiteen. De Amerikaanse onderzoeker houdt het op 25 tot 50 doden, onder wie vier vrouwen en één kind (hierover zijn de bronnen het eens), en 150 gewonden.

Op een marmeren herdenkingsplaat die in Wassy is aangebracht staat dat de soldaten van Guise 250 personen hebben gedood en verwond.

Uit de hand gelopen

Over de persoonlijke verantwoordelijkheid van Guise voor wat ”de slachting van Wassy” is gaan heten, is jaren, ja zelfs eeuwenlang gepolemiseerd. Dat hij de calvinisten slecht gezind was, staat buiten kijf; hij zag hen als goddeloze bedreigers van de eenheid van de natie en dus ook van de veiligheid van het koninkrijk. Weliswaar stond hij erbij toen zijn soldaten tekeergingen, maar hij schijnt zelf geen hand te hebben uitgestoken – niet tegen de hugenoten, maar ook niet om zijn mannen te stoppen.

Achteraf heeft de hertog de slachting een uit de hand gelopen incident genoemd en tegenwoordig ziet men wel in dat hij daarin waarschijnlijk gelijk had. Een krijgsheer van zijn reputatie kan er niet opuit zijn geweest om ongewapende burgers aan te vallen en te vermoorden. De predikant die in de schuur had moeten voorgaan, Léonard Morel, kreeg bijvoorbeeld een standje maar kon ongedeerd vertrekken.

Voor zijn geloofsgenoten groeide Guise na ”Wassy” uit tot een mythische held: eindelijk was er iemand opgestaan die het daadwerkelijk voor hun godsdienst en tegen de gevaarlijke calvinistische scheurmakers had opgenomen. Het ultrakatholieke Parijs zou hem enige tijd later in triomf verwelkomen.

Daartegenover waren de hugenoten er aanstonds onwankelbaar van overtuigd dat Guise de wandaden in Wassy met voorbedachten rade had bedreven en ze mobiliseerden een aanzienlijke legermacht. Acht godsdienstoorlogen (burgeroorlogen, kan men ook zeggen) barstten er los die het land zouden verscheuren totdat het Edict van Nantes van Hendrik IV (1598) een korte periode van vrede zou brengen.

In de zeventiende eeuw zou het oorlogsgeweld tussen beide confessies weer oplaaien, waarna de systematische vervolging door Lodewijk XIV zou beginnen die de protestanten zou dwingen meer dan een eeuw in onderduik te gaan.

”Wassy” is een tragische geschiedenis die in de natie diepe sporen heeft achtergelaten en het protestantse deel ervan heeft getraumatiseerd.

Pierre van Enk is auteur van ”De opstand kwam van de bergen. De oorlog van de Cevennen, 1702-1710” (2002) en ”Frankrijk en de hugenoten. Drie eeuwen onderdrukking en verzet” (2009).


Herdenken

In Wassy, op de plek aan de Boulevard de l’Hôpital waar de schuur mogelijk heeft gestaan –er bestaat geen enkele zekerheid over– is ter herinnering aan de slachting een gebouwtje neergezet dat lijkt op wat is afgebeeld op de bij dit artikel afgedrukte prent. Er wordt op gepaste tijden een bijeenkomst georganiseerd om aan de gebeurtenissen van 450 jaar geleden terug te denken.

De nakomelingen van de hugenoten doen dat overigens op vele plaatsen elders in het land. Er is een geweldige behoefte om stil te staan bij het verleden van strijd en lijden. Op tal van plekken zijn er aan de strijd van de hugenoten gewijde musea en monumenten te vinden en er komen er nog steeds bij. Veel van die plekken vormen het decor van plechtige bijeenkomsten. Als Nederlanders op dezelfde schaal de Tachtigjarige Oorlog zouden herdenken, zouden ze tijd, marmer en musea tekortkomen.

De Franse protestanten zijn een stoere, door de verdrukking geharde bevolkingsgroep, maar ze blijven treuren over wat hun voorgeslacht is aangedaan. Het ancien régime is verslagen, de Rooms-Katholieke Kerk in Frankrijk is een ongevaarlijke minderheid geworden en het Franse protestantisme wordt alleen nog door het eigen verleden vervolgd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer