Gezondheid

Goed speeksel helpt mondblaren voorkomen

Aften. Veel mensen hebben geregeld te maken met deze pijnlijke blaartjes in de mond. Wetenschappers hebben de afgelopen jaren meer zicht gekregen op de risicofactoren. Emeritus ‘speekselprofessor’ Arie van Nieuw Amerongen over tropisch fruit, stress, Zendiumtandpasta en speekseleiwitten.

Wim van Hengel
27 February 2012 15:16Gewijzigd op 14 November 2020 19:36

Een vraag over aften en het antwoord daarop in de rubriek Volgende Patiënt in deze krant leidde onlangs tot nogal wat reacties van lezers. Adviezen te over hoe je deze pijnlijke mondblaren voorkomt.

Levertraan slikken, stellen twee lezers, elke dag een dessertlepel. Geen grapefruit meer eten, tipt een ander. Dagelijks spoelen met sinaasappelsap gemengd met citroensap, is de derde aanbeveling. Weer een ander adviseert wekelijks peulvruchten te eten. Ook wordt er gewezen op het belang van een goede relatie met de partner.

Nu is dat laatste zeker goed, en niet alleen voor aften… Maar wat te denken van de andere adviezen? Levertraan is zo gek nog niet, meent Van Nieuw Amerongen. „Die bevat veel vitamine D en omega 3-vetzuren. Vitamine D is goed voor de weerstand en die vetzuren zijn goed voor de opbouw van de celmembranen. Levertraan smeert de slijmvliezen en houdt ze soepel. Dat biedt een barrière tegen agressieve stoffen in onze voeding en vermindert het risico op ontstekingen.”

Voor een goede conditie van de slijmvliezen zijn ook de vitamines C en E belangrijk, doceert Van Nieuw Amerongen. Mogelijk dat sinaasappelsap, dat veel vitamine C bevat, daarom een goede invloed heeft.

Meerdere factoren kunnen bijdragen aan het ontstaan van aften. Dat maakt onderzoek lastig. „Er wordt vooral aan virussen gedacht als veroorzakers van mondblaren, maar bewezen is het niet. Wel kunnen de volgende zaken een rol spelen: beschadiging van het slijmvlies, een bepaalde gevoeligheid, een verminderde weerstand, een verstoring van het biologisch evenwicht in de mond, dat soort dingen.”

Een beschadiging van het slijmvlies in de mond kan ontstaan bij het per ongeluk op tong of wang bijten, bijvoorbeeld tijdens het kauwen op hard voedsel of kauwgom. Ook kan een te harde tandenborstel het slijmvlies beschadigen. „Het wondje kan snel genezen, maar kan ook het begin zijn van een afte. Kauwgom bevat bijvoorbeeld vaak menthol. Een sterke mentholsmaak maakt het slijmvlies gevoeliger. Voor kruiden en specerijen geldt hetzelfde. En ook consumptie van vers tropisch fruit kan bij personen die daarvoor gevoelig zijn tot aften leiden.”

Tropisch fruit?

„Daar zijn we zelf door onderzoek achter gekomen nadat een man die vaak last had van aften samen met zijn tandarts ons speekselspreekuur bezocht. We startten een intensieve zoektocht, maar vonden geen aanknopingspunten. Totdat de man vertelde dat hij vaak aften kreeg als hij in de tropen was. We deden vervolgens onderzoek bij aftengevoelige mensen. Ze kregen vers tropisch fruit voorgezet. Hieruit bleek dat het eten van papaja bij hen de volgende dag kon leiden tot een mondblaar. Hetzelfde geldt voor kiwi’s, mango’s en verse ananas.”

Van sinaasappels en citroenen is volgens Van Nieuw Amerongen overigens niet bekend dat ze aftenvorming bevorderen.

Is inmiddels duidelijk welke stof uit tropisch fruit een rol speelt?

„Ja. Uit verder onderzoek bleek dat na verhitting van de vruchten het effect was verdwenen. Dus moest het waarschijnlijk gaan om een temperatuurgevoelig eiwit. Verhitting verandert namelijk de structuur van eiwitten, ook als ze plantaardig zijn. We kwamen vervolgens eind jaren negentig op het spoor van één bepaald eiwitafbrekend enzym uit de papaja dat aften kan veroorzaken. Dit eiwit kreeg daarom de naam papaïne.

Papaïne en een bepaalde groep speekseleiwitten, cystatinen, hechten zich aan elkaar. Daardoor daalt de activiteit van deze cystatinen. Dat is jammer, want ze hebben ontstekingsremmende eigenschappen. Als iemand een wondje in de mond krijgt in aanwezigheid van papaïne kan daardoor makkelijker een afte, in feite een lokale slijmvliesontsteking, ontstaan. Virussen en bacteriën zijn er namelijk genoeg in de mond. Je kunt overigens wel ongevoelig voor papaïne worden. Als je bijvoorbeeld elke dag een kiwi eet, is het niet zo dat je steeds opnieuw aften krijgt.”

Stress speelt ook een rol?

„Dat klopt. Negatieve psychologische stress kan leiden tot een lagere weerstand, ook in de mond. In het speeksel zie je dan een verlaging van het gehalte aan immuunglobulinen, met name IgA. Bij positieve stress zie je het tegenovergestelde gebeuren. Dan stijgt het gehalte aan afweerstoffen.

Dit is destijds in onze vakgroep onderzocht door een psycholoog, dr. Jos Bosch. Toen hij bij ons begon, dacht ik: Het kan niet dat er een verband bestaat tussen stress en speekseiwitten. Maar ik moest mijn mening bijstellen. Hij werkte onder meer met tandheelkundige studenten die een moeilijk tentamen moesten afleggen. Studenten die zich zeker voelden en hun tentamenstof beheersten, hadden meer immuunglobulinen in hun speeksel dan mensen die bibberend naar het tentamen gingen. In een ander experiment moesten proefpersonen een bloederige video van een operatie bekijken. Dat leidde tot negatieve stress en een daling van het gehalte aan immuunglobulinen in het speeksel. Het meedoen aan een spel waarmee ze geld konden verliezen of verdienen, gaf positieve stress en een stijging van afweerstoffen in het speeksel.”

Wat doet u zelf als u aften heeft?

Een van de behandelmogelijkheden is het gebruik van bacteriedodende mondspoeling, Corsodyl of chloorhexidine. De pijn is dan snel weg, meestal al na een dag. Ik spoel niet, maar stip de afte drie keer per dag aan met een wattenstokje gedoopt in Corsodyl. Je stelt dan niet je hele mond bloot aan die mondspoeling. Chloorhexidine leidt namelijk tot tandverkleuring als je het elke dag gebruikt. Dat nadeel ontloop je door aan te stippen.”


Schuimmiddel in tandpasta bevordert aften

Tandpasta kan een rol spelen bij het voorkomen van aften, weet speekselprofessor Arie van Nieuw Amerongen inmiddels uit ervaring. Bijna alle tandpasta’s bevatten een schuimmiddel en dat lijkt de vorming van mondblaren te kunnen bevorderen.

Het gaat om natriumlaurylsulfaat, in het Engels aangeduid als ”sodium dodecyl sulphate” (SDS). „Het zit in tandpasta’s omdat mensen het prettig vinden om volume in de mond te voelen”, weet Van Nieuw Amerongen.

Er zijn twee uitzonderingen: Zendium en Parodontax bevatten het schuimmiddel niet. „Dat zit zo. Zendium is zo’n dertig jaar geleden op de markt gebracht om gaatjes –cariës– tegen te gaan. Daartoe bevat het twee enzymen die onwerkzaam worden door het schuimmiddel, dat een vetoplossende werking heeft. Dus verwijderde de fabrikant van Zendium SDS destijds uit de tandpasta. Vervolgens ontdekten consumenten dat ze door Zendium te gebruiken minder snel aften kregen. Uit ons onderzoek bleek dat die waarneming klopte. SDS heeft op het slijmvlies een minder goede invloed. Bijkomend voordeel van Zendium is dat het relatief weinig menthol bevat en mild van smaak is. Ook dat is gunstig om mondblaren te voorkomen.”

Parodontax kent Van Nieuw Amerongen uit eigen ervaring. „Ik kreeg destijds van een oud-student proeftubes met het advies ze te proberen omdat de erin verwerkte kruiden een gunstige werking zouden hebben op het tandvlees. Toen ik dat de eerste keer deed, vond ik het vies en erg zout smakend. En… de volgende dag had ik een afte.”

Een week later probeerde Van Nieuw Amerongen het opnieuw en kreeg hij weer een afte. „Ik vroeg hem vervolgens maar geen Parodontax meer te sturen… Het antwoord was: Geloof me, gebruik het twee weken en kijk dan nog eens. Dat advies heb ik opgevolgd, daarna kreeg ik geen aften meer. En ik ben het zo lekker gaan vinden dat ik na zo veel jaren nog altijd ’s morgens Parodontax gebruik. Er zitten kruiden in en veel zout. Ik denk dat het voor mensen met een teer slijmvlies wat te agressief is. Ik kan het niet voor iedereen aanbevelen. Mensen met een droge mond verdragen het bijvoorbeeld ook niet.”

Van Nieuw Amerongen wijst erop dat zijn ervaringen natuurlijk geen bewijs zijn dat Parodontax aften echt en altijd tegengaat. „Vorige week had ik ineens wel een afte en ik gebruik het toch elke dag.”


Speekselprofessor

Dr. Arie van Nieuw Amerongen, sinds 2008 emeritus hoogleraar orale biochemie, volgt nog altijd de ontwikkelingen op zijn vakgebied. Ook heeft hij recent nog enkele computercursussen ontwikkeld voor artsen en tandartsen, bijvoorbeeld over slechte adem (halitose). Daarnaast begeleidde de ‘speekselprofessor’ de afgelopen jaren nog enkele promovendi. De laatste op de rij, dr. Dien Gambon, haalde vorig jaar haar bul met een studie over tanderosie bij jonge kinderen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer