Borduursel
Mattheüs 5:1
„En Jezus, de schare ziende, is geklommen op een berg.”
De ziel is een van de allerkostbaarste borduursels die God ooit gemaakt heeft. Het verstand is met licht en kennis overdekt, de wil met vrijheid bekleed, de hartstochten als een muziekinstrument, dat door de vinger van de Heilige Geest op zo’n aangename toon gestemd is. De ziel is Christus’ deelgenoot en een intieme vriend der engelen.
Welnu, indien de zielen der mensen van zo’n edele afkomst en natuur zijn en geschikt voor de heerlijkheid, hoe ijverig en naarstig behoren dan Christus’ dienaars te zijn om deze zielen te behouden! Indien Christus Zijn bloed voor de zielen vergoten heeft, dan mogen wij er gerust ons zweet aan ten koste leggen.
Het was Augustinus’ gebed dat Christus hem bij Zijn wederkomst „of biddende, of predikende” zou mogen aantreffen. Een droevige aanblik is het als de kostelijke zielen als paarlen en diamanten in de helse Dode Zee geworpen worden!
De dienaars van Christus „de scharen ziende”, moeten op de berg klimmen, omdat er zo vele afgezanten van de satan zijn, die gedurig op jacht gaan om zielen te verleiden. De dienaren van het Evangelie moeten niet alleen herders maar ook strijders zijn: in de ene hand moeten ze het brood des levens houden, om de kudde Gods te voeden, en in de andere hand het zwaard des Geestes, om te strijden tegen dwalingen.
Thomas Watson, predikant te Londen (”De Zaligsprekingen”, 1675)