Jeruzalemse voorganger Kopp vreest erger na bekladding kerkgebouw
JERUZALEM – De politie zou beter haar best moeten doen om de personen op te pakken die verantwoordelijk zijn voor de bekladding van zijn kerk aan de Narkisstraat, vindt de Jeruzalemse voorganger Charles Kopp. Maandag bleek het bedehuis bespoten met godslasterlijke leuzen en de tekst ”Dood aan het christendom”.
De kerk bevindt zich in het centrum van het Joodse gedeelte van Jeruzalem. In het gebouw komen drie gemeenten samen: op zaterdagmorgen de Narkisstraatgemeente van Kopp, op zondagmorgen een baptistengemeente en op vrijdagavond de Russischtalige Messiaans-Joodse gemeente Eben Yisrael.
Meteen na de melding maandag spoedde Kopp zich naar de kerk om de schade op te nemen en cameraploegen en belangstellenden te woord te staan. Ook nam hij contact op met ambtenaren van de gemeente Jeruzalem en ministeries. „Ik wilde dat de leuzen pas na enige tijd zouden worden verwijderd, zodat de ambtenaren het werk van de vandalen met eigen ogen konden zien. Maar maandagmiddag arriveerde de schoonmaakploeg van de gemeente Jeruzalem al bij de kerk. Die stond erop de leuzen onmiddellijk te verwijderen.”
De vandalen staken ook de banden lek van drie auto’s op de parkeerplaats. Een van de voertuigen behoort toe aan een onderhoudsman van de baptistenkerk, de andere twee zijn van buurtbewoners. Ook werden twee auto’s op straat bespoten.
De kerk heeft veiligheidscamera’s, maar die werkten op het moment dat de vandalen toesloegen niet. De koster van de Narkisstraatgemeente, die in een vertrek naast het bedehuis woont, heeft evenmin iets gemerkt. „Spuitbussen maken niet veel lawaai”, zegt Kopp.
Het is niet de eerste keer dat zijn kerkgebouw werd toegetakeld. In 1982 werd het pand in de as gelegd door brandstichting. In 2007 ontstond er zware schade nadat er op drie plaatsen brand was gesticht. Sindsdien deden zich geen noemenswaardige incidenten meer voor in of rond het bedehuis. Overigens ontstond er in oktober 2010 wel een brand in twee kamers van de Alliantiekerk aan de Profetenstraat, die volgens de directeur daar ook was aangestoken.
In al deze gevallen spoorde de politie de daders niet op. „Dat is het probleem”, zegt Kopp. „Het is niet zo dat we wraak zoeken, maar de maatschappij dient te weten dat de politie dit erg hoog opneemt. De politie moet meer pogingen ondernemen om de daders op te pakken. Het kan namelijk erger worden.” De voorganger gelooft dat het „zeer efficiënt” zou zijn als de veiligheidsdienst zich ermee zou bemoeien.
Een woord dat de gebruikers van de spuitbus verschillende keren achterlieten op en rond de kerk was ”prijskaart”. Deze term wordt ook gebruikt door kolonisten op de Westelijke Jordaanoever bij aanvallen op Palestijnse eigendommen, als reactie op belemmeringen die hun door de Israëlische autoriteiten worden opgelegd.
De afgelopen maanden zijn ook leuzen gespoten op het kantoor van de beweging Vrede Nu en het huis van een medewerkster van deze vredesorganisatie. Ook het Klooster van het Kruis in Jeruzalem werd ruim twee week geleden beklad met antichristelijke leuzen.
Volgens politiewoordvoerder inspecteur Mickey Rosenfeld duurt het onderzoek voort. De politie zoekt in diverse richtingen. Ook bekijkt ze of er een verband bestaat met het bekladden van het Klooster van het Kruis, dat zich op 1 kilometer afstand van de kerk aan de Narkisstraat bevindt.
Rosenfeld geeft aan dat de politie de zaak hoog opneemt. „We kijken ernaar als een op zichzelf staand incident, niet naar iets wat wijdverspreid is. We beschouwen het als een criminele kwestie, waarbij mogelijk nationalistische motieven meespelen.”