Geschiedenis

Psycholoog Pinker: We worden minder gewelddadig

Wie het nieuws een beetje volgt, zal niet geneigd zijn te beweren dat het geweld in de wereld op de terugtocht is. Maar toch is dat precies wat sommige wetenschappers beweren.

Mark Wallet
20 February 2012 22:40Gewijzigd op 14 November 2020 19:28
Foto ANP
Foto ANP

Nee, in de kranten hoef je niet met een loep naar voorbeelden van geweld te zoeken. Er zijn burgeroorlogen in Afrikaanse landen, bloedige confrontaties tussen machthebbers en demonstranten in de landen van de Arabische lente en er gaat geen dag voorbij of er explodeert een bom in Irak, Afghanistan of Pakistan. Dichterbij schrikken we op door een schietpartij in Oslo of zelfs in Alphen aan den Rijn.

Wie met droge ogen verkondigt dat het allemaal de goede kant opgaat met de wereld lijkt dan ook op zijn minst rijkelijk naïef. De Amerikaanse experimenteel psycholoog Steven Pinker betoogt dat echter wel in zijn boek ”Ons betere ik” (2011). Hij stelt daarin dat het geweld in de wereld de laatste eeuwen zienderogen is afgenomen. Eerder kwam de Franse historicus Robert Muchembled (”Une histoire de la violence”, 2008) met een soortgelijke verhandeling.

„Voor potentiële slachtoffers is dit een goed moment in de geschiedenis”, zo formuleert Pinker dat. In prehistorische samenlevingen was de kans dat iemand door oorlog of de gevolgen daarvan overleed volgens hem negen keer zo groot als in de twintigste eeuw. Het is er in de eenentwintigste eeuw niet slechter op geworden. In het West-Europa van de middeleeuwen kwamen 30 op de 100.000 mensen om door geweld, terwijl het momenteel om ‘slechts’ 1 op de 100.000 gaat. Wereldwijd gaat het nu om 7 op de 100.000 mensen. Dat klinkt nog altijd een stuk beter dan de middeleeuwse cijfers.

„Geloof het of niet (en ik weet dat de meeste mensen het niet geloven), het geweld in de wereld is over een langere tijdspanne afgenomen en het tijdperk waarin we nu leven is misschien wel het vredelievendste in het bestaan van onze soort”, schrijft Pinker in het voorwoord van zijn boek. Hij betoogt dat het geweldsgebruik op alle fronten sterk is verminderd: in het gezin, in de buurt, tussen stammen en clans en tussen grote naties en staten. De dalende tendens gaat voor alle categorieën bovendien gelijk op.

Beschavingsproces

Pinker realiseert zich dat de 20e eeuw door velen wordt beschouwd als de meest gewelddadige in de geschiedenis. Toch is dit volgens hem onjuist. Ja, wellicht zijn absoluut gezien in die eeuw de meeste mensen een gewelddadige dood gestorven, maar er leefden ook veel meer mensen op aarde dan in de voorgaande eeuwen. Wat Pinker doet is kijken naar de percentages. Naar verhouding waren er in de geschiedenis gewelddadiger oorlogen dan de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Ofwel: in de 13e eeuw liep iemand grotere kans slachtoffer te worden van geweld dan in de 20e eeuw.

Pinker staat in zijn analyse niet alleen. De beroemde Joods-Duitse socioloog Norbert Elias (1897-1990) signaleerde al een spectaculaire afname van het aantal moorden sinds de middeleeuwen. Pinker haakt bij hem aan door de afname van geweld sindsdien in navolging van Elias als een ‘civilisatieproces’ te zien. De omvorming van de aloude versnipperde feodale gebieden tot slagvaardiger natiestaten met centraal gezag zou een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de indamming van geweld.

De Franse historicus Muchembled ziet eenzelfde tendens als Pinker. Hij zet in zijn boek uiteen dat het relatieve aantal geweldsslachtoffers tussen 1300 en 1650 met ongeveer de helft daalde, om tussen 1650 en 1960 met maarliefst negen tiende terug te lopen. Muchembled noteert overigens dat er sinds 1960 weer sprake is van een zekere stijging in geweldsgebruik. „De wet van de wraak en de machocultuur zijn nog niet volledig uit het Oude Continent (West-Europa, MW) verdwenen”, constateert hij. Hij denkt daarbij vooral aan de problematiek in de getto’s rond de grote Europese steden.

Betere engelen

In hun verklaringen voor de geweldsafname lopen Muchembled en Pinker uiteen. Muchembled betoogt dat (onder meer) kerk, school en het moderne leger een belangrijke rol hebben gespeeld bij de indamming van geweld. Pinker zet vrijwel al zijn kaarten op de verlichting. Democratisch-liberale samenlevingen die voortbouwen op de erfenis van de verlichting zijn over het algemeen vreedzaam. Die samenlevingsvorm is dan ook aan te prijzen voor staten in de wereld waar nog relatief veel geweld is.

Pinker heeft veel lovende recensies gekregen, maar op dit punt gaat hij volgens verschillende critici te kort door de bocht. De vooraanstaande Britse politicoloog John Gray hekelde bijvoorbeeld Pinkers aanname dat er een directe lijn loopt tussen wetenschappelijk denken en humanisme.

Wetenschap hoeft helemaal niet aan te sluiten bij humane ideeën, stelt Gray daarentegen. Er is dan ook geen reden tot ongebreideld (verlichtings)optimisme.

Pinker is wetenschapper genoeg om een slag om de arm te houden. „De afname van geweld kan niet worden opgevat als een onstuitbare progressieve kracht die ons naar een omegapunt van volmaakte vrede voert”, onderstreept hij. De mens is volgens Pinker door evolutionaire processen vanouds meer geneigd tot kwaad, maar de „betere engelen van onze natuur” (Pinker citeert hier Abraham Lincoln) neigen tegelijkertijd naar samenwerking en vrede. Als die de overhand krijgen, worden de slechte neigingen onderdrukt. Het middel daartoe: de rede.

Christendom

In lijn met deze eenzijdige nadruk op de verlichting is de opvallende afwezigheid van religie in Pinkers boek. Vreemd, vond bijvoorbeeld commentator Ross Douthat in The New York Times. „Pinker is niet verplicht jodendom of christendom een specifieke rol in zijn relaas te geven, maar een boek dat de Europese beschaving neerzet als een soort morele voorhoede voor humaniteit moet op zijn minst de mogelijkheid onderzoeken dat de terugtocht van geweld beïnvloed is door de specifieke religieuze erfenis van het Westen.”

In de keuze van Pinker om religie nauwelijks een plaats toe te bedelen, lijkt zijn ideologische bevooroordeeldheid parten te spelen. Het christendom is volgens Pinker in de geschiedenis eerder een bron van geweld dan van vrede geweest, betoogt hij op diverse andere plaatsen. Vóór de verlichting lijkt er weinig te deugen – alsof de verlichting als een vacuüm in de geschiedenis hangt.

Deze houding heeft uiteraard bredere implicaties. Want wat is de norm voor bijvoorbeeld huiselijk geweld in de middeleeuwen, als je de cijfers al goed boven tafel krijgt? En, vragen sommige critici zich af: kun je de slachtoffers van een massamoordenaar als Hitler wel zomaar kwantitatief op één lijn stellen met die van de 12e/13-eeuwse Mongoolse krijgsheer Dzengis Khan? De historische context is in ieder geval totaal anders.

De these van Pinker en Muchembled blijft echter interessant. Het zijn boeiende pogingen om de ontwikkeling in geweldsgebruik over een periode van zo’n 800 jaar te trekken. Nostalgie over het verleden is lang niet altijd op haar plaats, evenmin overigens als al te optimistische toekomstperspectieven. De mens blijft mens.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer