De trojka, bestaande uit de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank en het Internationaal Monetair Fonds, hanteert een zogeheten basisscenario waarin de schuldenlast in 2020 uitkomt op 129 procent van het bbp. „Dat duidt erop dat extra maatregelen nodig zijn, van zowel de publieke als de private sector, om de schuldenlast te verlichten”, aldus de trojka. Het rapport is het fundament waarop de Europese ministers van Financiën hun besluit nemen over verdere steun aan Griekenland.

Volgens de geldschieters is er een „fundamentele spanning” tussen de doelstellingen om de schuld te verlagen en de concurrentiekracht van Griekenland te vergroten. „De interne devaluatie die nodig is om de concurrentiepositie te verbeteren zal leiden tot een hogere schuld ten opzichte van het bbp op korte termijn.” Interne devaluatie betekent in de praktijk meestal een verlaging van de loonkosten.

Met het oog op het risico dat de schuld nog verder oploopt, blijft volgens de trojka de kans bestaan dat „het Griekse programma uit de rails loopt.”

Om de schuld van 129 procent naar 120 procent te krijgen, kan volgens de trojka een aantal zaken worden aangepakt. Als de ECB afziet van winst op haar portefeuille van Griekse staatsobligaties, wordt het gat 5,5 procentpunt kleiner. Als alle nationale centrale banken van de eurozone hun portefeuilles herstructureren, zou dat nog eens 3,5 procentpunt opleveren. De rest zou moeten komen uit een Een verlaging van de rente op leningen uit het eerste steunprogramma en een verlaging van de rente op Griekse staatsobligaties.