Buitenland

Palestijnse terrorist: Iedere Israëliër is een vijand

Het was een ruil van duizend tegen één. De door Hamas gevangengenomen Israëlische militair Gilad Shalit kwam eind vorig jaar levend terug nadat hij tegen duizend Palestijnse gevangenen werd geruild. Minstens een deel van die duizend weet wat hun te doen staat na hun vrijlating: de strijd tegen Israël voortzetten. Op bezoek bij twee vrijgelaten, naar de Gazastrook verbannen terroristen. „De militaire weg is de enige oplossing.”

Jacob Hoekman
18 February 2012 08:03Gewijzigd op 14 November 2020 19:27
De skyline van Gaza-stad, met op de achtergrond de Middellandse Zee. Zowel Mohammad Hamada als Hilel Mohammed Jaradat woont in de stad. Israël verbande een deel van de duizend vrijgelaten Palestijnen naar de Gazastrook. Foto RD
De skyline van Gaza-stad, met op de achtergrond de Middellandse Zee. Zowel Mohammad Hamada als Hilel Mohammed Jaradat woont in de stad. Israël verbande een deel van de duizend vrijgelaten Palestijnen naar de Gazastrook. Foto RD

„Ik voorzie het einde van Israël”

Er is taart bij Mohammad Hamada. Niet voor niets, want hoewel hij net vrijgelaten is uit de gevangenis, is er al een verloofde voor hem geregeld. De gelukkige is een familielid van niemand minder dan Hamaspremier Ismail Haniyeh.

Ze treft het, want het appartement van Hamada (33) in Gaza-stad is groot en ruim. Alleen de elektriciteit doet het niet altijd, maar een mens kan niet alles hebben.

Hamada, geboren en getogen in Jeruzalem, weet van jongs af niet anders of Israël is de vijand. „Toen ik vijftien jaar was, stortte ik me in de strijd. Ik werd lid van een groep die vocht tegen de Israëlische bezetting. Ik wilde mijn land bevrijden van de agressie die ik elke dag meemaakte.”

Geef eens een voorbeeld van die agressie?

„De hoge belastingen die voor bouwprojecten van Palestijnen van toepassing zijn, bijvoorbeeld. Of het feit dat ik vaak van de morgen tot de middag in lange rijen moest staan om ergens te kunnen komen of om iets gedaan te kunnen krijgen, in tegenstelling tot de Israëliërs. Racisme is alomtegenwoordig in de Israëlische samenleving.”

Zitten daar volgens u religieuze motieven achter?

„Ja, mijn rechten als moslim worden met voeten getreden. Zo mogen moslims lang niet overal moskeeën bouwen. Waarom mag ik niet bidden op de plaatsen waar ik wil?”

Was de islam voor u een motief om activist te worden?

„Voor mij zijn humanitaire redenen het belangrijkst. Palestijnen hebben het slecht in Israël. Dat moet veranderen. Maar daarna komen er ook religieuze redenen bij.”

Toen Hamada vijftien was, hield hij het nog bij symbolische daden, zoals het zwaaien met Palestijnse vlaggen en het kalken van kreten op muren. ”Palestina zal bevrijd worden”, bijvoorbeeld. Of: ”Jeruzalem is van ons”.

„Maar naarmate ik ouder werd, wilde ik meer doen. Ik kwam in contact met mensen die een bom fabriceerden. Ik kreeg die in handen en plaatste hem op een afgesproken punt, in een Jeruzalemse wijk aan de kant van de straat. Toen de bom ontplofte, raakten verschillende kolonisten gewond.

Ook heb ik geprobeerd een Israëlische soldaat te kidnappen. De bedoeling was dat we hem zouden verbergen en vervolgens Israël onder druk zouden zetten. Zouden onze eisen niet ingewilligd worden, dan zouden we de militair van alles aangedaan hebben. Ja, we zouden hem ook gedood hebben.”

Hamada werd gepakt voordat hij zijn ontvoeringsplannen tot uitvoering kon brengen. Hij was toen negentien jaar oud. Hij grabbelt tussen papieren en laat een document uit de gevangenis zien, opgesteld in Hebreeuws. Het laat zien waarom Hamada veroordeeld werd: hij was een Palestijnse activist, verwondde Israëlische burgers en probeerde een militair te ontvoeren. Allemaal waar, knikt Hamada.

Hij kreeg er 33 jaar cel voor. Maar daarvan maakte hij er slechts 14 vol: als gevolg van de ruil tegen Gilad Shalit kwam de Palestijn op vrije voeten, zij het dat hij werd verbannen naar de Gazastrook.

Die Israëliërs die door uw bom gewond raakten, hebben u toch nooit iets gedaan?

„Het principe is dat ze op mijn vaderland zitten. Het zijn gewelddadige mensen. Zeker 90 procent van alle kolonisten zijn wilden.”

Zou u het opnieuw doen?

„Zolang Israël bestaat, moeten we hiermee doorgaan. Daarmee zeg ik niet dat ik het zélf nog een keer zou doen. Ik heb veel tijd aan het verzet gewijd. Nu is het tijd om een familieleven op te bouwen.”

Wat zou u Palestijnse jongeren adviseren?

„Elke Palestijn heeft in zijn hart de ambitie om Palestina te dienen. Maar ik zeg niet dat het moet op de manier zoals ik het heb gedaan. Het kan ook door studie en werk.”

Welke toekomst ziet u voor de Palestijnse gebieden na de Arabische opstanden?

„Het licht van hoop voor een groot Palestina komt dichter en dichter bij. Israël heeft altijd gezegd dat het land de enige democratie in de regio is. Maar dat zal veranderen. Ik voorzie het einde van Israël. Nu al heeft Israël niet meer dezelfde kracht als voorheen.”

Waar baseert u die afnemende kracht van Israël op?

„Uit het feit dat ik hier zit. Deze krachtige staat kunnen we blijkbaar met één ontvoerde soldaat tot handelen dwingen.”


„Iedere Israëliër is een vijand”

Zijn appartement in Gaza-stad is klein en armoedig. Dat krijg je ervan als je bij de verkeerde partij zit. Hilel Mohammed Jaradat is lid van Fatah, al van jongs af aan. Maar zolang Hamas heer en meester is in de Gazastrook, hebben Fatahleden er niet veel te verwachten.

Jaradat (45) komt uit de buurt van Jenin, in het uiterste noorden van de Westelijke Jordaanoever. Hij praat emotieloos over de aanslag waarmee hij dood en verderf zaaide. „Ik was achttien jaar oud en actief in de beweging van Fatah. Toen kwam er een bevel om een aanslag te plegen, indirect van Yasser Arafat zelf. Het was niet de bedoeling om vuurwapens te gebruiken, maar gewoon een mes. Dat heb ik gedaan. Ik heb een mes gepakt en ik ben de straat op gegaan. Drie man heb ik gedood: een Israëlische militair en twee burgers. Gewoon, door steeds weer te steken. Toen werd ik zelf overmeesterd.”

De achterliggende 27 jaar zat hij in een Israëlische cel. Dat had de rest van zijn leven zo moeten blijven als het aan Israël had gelegen: Jaradat werd in 1984 veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. De enige reden dat Israël hem liet gaan, is omdat Jaradat een van de duizend Palestijnen is die geruild werden tegen de Israëlische militair Gilad Shalit.

Heeft u ooit spijt gehad van uw daad?

Hij lijkt haast verbaasd als de vraag gesteld wordt. „Waarom? Omdat er mensen vermoord zijn? Israël vermoordt onze mensen ook. Wat zou u doen, als de Russen uw huis zouden bezetten?”

Zelfs een moment van aarzeling heeft Jaradat niet gekend voordat hij zijn mes pakte en naar buiten liep, zegt hij zelf. „Geen enkel moment. Ik heb er rekening mee gehouden dat ik zelf ook gedood zou worden. Dat was onderdeel van het plan dat we uitgedacht hadden.”

Kan een jongen van achttien daar überhaupt wel goed over nagedacht hebben?

Jaradat haalt zijn schouders op. „Zo gaat het in het Midden-Oosten: doden, doden, doden. Veel vrienden van me deden hetzelfde. De mentaliteit hier is: als we niet in gewapend verzet komen, zullen we nooit iets bereiken.”

Maar intussen worden ook burgers het slachtoffer van die mentaliteit. Wat hebben zij u gedaan?

„Zo kijk ik daar niet naar. Je kunt niet spreken over of iemand persoonlijk schuld heeft of niet, zoals deze drie mensen. Het gaat erom: dit is ons land. Toen Duitsland Frankrijk bezette, was de oorlog een feit. Iedereen is dan geroepen om iets te doen in het verzet.”

Je zou op z’n minst kunnen stellen: het land is ook van de Joden.

„Nee, dat gaat niet op. Velen van hen komen uit New York, velen zijn zelfs tegen de staat Israël. Ze hebben geen enkel recht om te zeggen: Dit is ons land. Abraham kwam uit Irak, hij kwam niet hier vandaan. Hier woonden de Kanaänieten. Wij stammen van hen af. Wij hebben de oudste rechten.”

Dus elke afzonderlijke Jood is de vijand?

„Ja. Iedere afzonderlijke Israëliër. Niemand van hen kan een vriend zijn.”

Is moorden een oplossing, of zorgt het alleen voor meer geweld?

„Soms heeft doden zin. Kijk naar Libië. Mochten de rebellen daar doden om het hele volk te bevrijden? Dat denk ik wel.”

Het oorlogsrecht is duidelijk over burgerdoelen: die zijn uit den boze.

„Wij hebben geen militaire macht en ons volk is verdeeld over veel landen. Daarom zijn ook burgerdoelen toegestaan. Het hoort bij de oorlog. Wij hebben het recht om op deze manier te strijden omdat we geen keuze hebben. Israël heeft tanks, troepen. Wij hebben dat niet. Wij kunnen alleen op deze manier opkomen voor onze rechten.”

Hoe ziet u de toekomst?

„Ik zie ons volk lijden. Onderhandelingen brengen een oplossing niet dichterbij. We hebben dat vaak genoeg gezien: onderhandelingen van Oslo tot weet ik waar. Ik weiger daar nog in te geloven. Daarom blijf ik me inzetten. Niet meer door een aanslag te plegen, 27 jaar cel is genoeg voor mij. Maar mijn strijd gaat door, op andere manieren.”

Dus de militaire weg is uiteindelijk de enige oplossing?

„Ja. Ik zie geen andere weg.”

Bent u een held?

„Ja, zo zien ze me hier. Ze willen overal voor zorgen, maar dat weiger ik.”

Jongeren kijken tegen u op. Adviseert u hun hetzelfde te doen als wat u gedaan heeft?

„Nee. Althans, niet vanuit de Gazastrook. Onze strategie is veranderd. Ik denk dat we meer geholpen zijn met goed onderwijs voor onze jongeren, dat heeft op termijn meer effect.”

Is er in uw droombeeld van Palestina überhaupt nog ruimte voor Joden?

„Ze kunnen hier wonen, gewoon als burger, als ze kunnen aantonen dat ze hier al heel lang wonen. Maar iedereen die hier de laatste eeuw kwam, moet terug.”


En dit maak je ook mee – de achterkant van de journalistiek

In Gaza-stad lopen we, na het interview met Hilel Mohammed Jaradat, die in koelen bloede drie Joden doodstak, naar een cafetaria om iets te eten en te drinken. Jaradat gaat mee. Dan blijkt hoe populair hij is. Mensen herkennen hem van de Palestijnse tv. Mannen op straat komen naar hem toe en geven hem een hand. In de cafetaria loopt een jongen op hem af om hem te kussen.

We voeren een geanimeerd gesprek. Ik eet met hem, ik drink met hem, ik lach met hem. Ik vraag hem ook of hij vrede in zijn hart had nadat hij zijn drie slachtoffers de eeuwigheid in hielp. Ja, antwoordt hij.

Ik kan het niet begrijpen, weet eerlijk gezegd ook niet goed of ik het wel wíl begrijpen. Ik leg hem uit waarom: Jezus Christus ging precies de tegenovergestelde weg. Jaradat knikt, vriendelijk als altijd. Hij kent de geschiedenis. Maar hij kan er niets mee. Hoe zou zwakte een oplossing kunnen bieden voor onrecht? Zo werkt het niet in zijn wereld, weet hij.

We weten elkaar niet te overtuigen. Wat overblijft is de vreemde ervaring dat ik iemand in het hart heb kunnen kijken die het stempel van terrorist terecht met zich meedraagt – maar die tegelijk een mens blijkt te zijn.


Opstanden in het Midden-Oosten veranderen de mentale kaart van het gebied ingrijpend. De meeste blikken zijn gericht op de Halve Maan, het islamitische hartland direct ten oosten van de Middellandse Zee. Wat staat dit gebied te wachten? Blijft er ruimte voor christenen? Op reis door de Levant, op zoek naar antwoorden. Deze week: opnieuw de Gazastrook.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer