”God van de gaten” te gemakkelijk verwijt aan natuurlijke theologie
Kun je God wel als verklaring aanvoeren in de wetenschap? Krijg je dan niet een ”God van de gaten”?
Is onweer de stem van God? Of is het gewoon een natuurkundig verschijnsel? Is de onherleidbare complexiteit van het menselijke oog een bewijs voor een bovennatuurlijke ontwerper? Moet je concluderen dat God bestaat, aangezien de wetenschap niet in staat is een bevredigende verklaring te geven van de menselijke moraal? Kunnen we van sommige zaken vaststellen dat het wonderen zijn?
Dergelijke kwesties cirkelen om de vraag of iets verklaard kan worden met een beroep op God. Vroeger werden Gods bestaan en Zijn handelen veel vaker aangevoerd als verklaring en bewijs dan tegenwoordig het geval is. De grote natuurkundige Isaac Newton meende dat God ingreep als planeten uit hun baan dreigden te vliegen. En William Paley zag in de doelgerichtheid van de schepping de hand van een goddelijke ontwerper. Alle argumenten voor Gods bestaan die gegrond waren op rede en waarneming, werden samen aangeduid als natuurlijke theologie.
Strikt gescheiden
Veel hedendaagse wetenschappers, theologen en filosofen zijn echter bang geworden om God als verklaring op te voeren. Zij schuwen de natuurlijke theologie. Vaak spreken zij dan ietwat laatdunkend over ”de God van de gaten”. Ze zeggen: heel veel religieuze verklaringen hebben voor natuurlijke plaatsgemaakt (zoals bij het onweer). Zouden we dan voor de gaten in de wetenschappelijke verklaringen nog wel met God op de proppen moeten komen? De kans is immers groot dat wat nu nog niet verklaard kan worden, over tien of honderd jaar wel wetenschappelijk inzichtelijk geworden is. Christenen maken hun positie dus onnodig zwak door God in de wetenschap in te voeren.
Vaak komen zij daarom met dit alternatief: het geloof moet dienen voor zingeving, en niet om natuurlijke fenomenen te verklaren. Een gelovige gebruikt twee brillen: een wetenschappelijke en een religieuze. Wetenschap gaat over de feiten, godsdienst over wereldbeschouwing. Houd geloof en wetenschap strikt gescheiden. Aldus degenen die graag waarschuwen voor de God van de gaten. Prof. Marcel Sarot spreekt zelfs met waardering over de „goddeloze wetenschap.”
Verklarende kracht
Wat moet je hiervan vinden? Je zou het volgende kunnen overwegen:
Het zou inderdaad te simpel zijn om te zeggen: fenomeen x kan niet wetenschappelijk worden verklaard, dus moet x worden verklaard met een verwijzing naar God. De dokter weet niet hoe deze genezing plaatsvond, dus is het een wonder van God. De praktijk wijst echter uit dat goede apologeten en wetenschappers die God als verklaring aanvoeren (zoals Richard Swinburne, Alvin Plantinga, Michael Behe, William Lane Craig), deze logische denkfout nooit maken. Het is dus te kort door de bocht om het hele vraagstuk als een drogreden af te doen.
Het is legitiem om een natuurlijke en een bovennatuurlijke verklaring met elkaar te vergelijken in hun verklarende kracht. Als een bovennatuurlijke verklaring als sterker uit de bus komt, is dat de beste verklaring. De filosoof Herman Philipse spreekt over theoretisch pluralisme: als meerdere theorieën of verklaringen pogen de beschikbare feiten te verklaren, kies je voor de theorie met de sterkste verklarende kracht. Craig betoogt bijvoorbeeld dat het bestaan van objectieve morele normen het beste verklaard kan worden door naar God te verwijzen.
Ja, maar wat nu als er nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen komen? Inderdaad, misschien duiken er over tien of honderd jaar andere gegevens op, die dan een andere theorie laten winnen. Maar geen énkele theorie kan uitgaan van wat we misschien over honderd jaar weten. De theorie van Newton was niet slecht, omdat later de theorie van Einstein kwam. Als je het zo bekijkt, is elke theorie een theorie van de gaten. De verklarende kracht van een theorie is immers altijd gerelateerd aan de verklarende kracht van alternatieven.
Verouderde visie op wetenschap
- Veel tegenstanders van natuurlijke theologie zullen protesteren bij het voorgaande punt. Zij vinden dat wetenschap sowieso geen bovennatuurlijke verklaringen kan toelaten. Wetenschap houdt per definitie alleen maar rekening met natuurlijke (dus: niet-bovennatuurlijke) verklaringen, vinden zij. Alleen natuurlijke theorieën kunnen met elkaar concurreren, niet een natuurlijke met een bovennatuurlijke. Dr. ir. Jeroen de Ridder wijst er echter op dat deze visie onbewust uitgaat van een verouderde visie op wetenschap. Impliciet gaan zulke tegenargumenten uit van de gedachte dat een verschijnsel pas echt verklaard is als het beantwoordt aan een natuurwet. Dan zou er inderdaad nooit een bovennatuurlijke verklaring kunnen worden gegeven (want er zijn geen ”bovennatuurwetten”). Zo werkt de wetenschap echter niet. In bijvoorbeeld de sociale en de historische wetenschappen kun je niets verklaren met een beroep op natuurwetten; toch accepteren we historische verklaringen als echte wetenschappelijke verklaringen. Het punt is feitelijk dat het ontzettend lastig is om precies te omschrijven wat we met ”verklaren” bedoelen.
Gemakkelijke sticker
- De kritiek op de God van de gaten veronderstelt dat het argument zuiver is gebaseerd op onwetendheid: de gaten in onze kennis zouden worden opgevuld met een beroep op God. Veel argumenten voor het bestaan van God zijn echter niet gebaseerd op onkunde maar op kennis. Juist de kennis van de enorme exactheid van de natuurconstanten heeft het argument van finetuning opgeleverd. Meer inzicht in de complexiteit van weefsels en organen bracht Behe en anderen tot het argument van onherleidbare complexiteit. En (om een heel ander voorbeeld te noemen) de waarneming van de opgestane Christus bracht de apostelen tot de overtuiging dat Hij uit de doden was opgestaan. In alle gevallen is de betreffende opvatting geen noodoplossing, bij gebrek aan beter, maar naar de overtuiging van de verdedigers ervan de meest rationele en verantwoorde interpretatie van de feiten.
Conclusie: het verwijt van de God van de gaten is een te gemakkelijke sticker op serieus en veelbelovend wetenschappelijk onderzoek naar de vraag of er ook heden ten dage de mogelijkheid is van natuurlijke theologie.
Ds. G. A. van den Brink, hersteld hervormd predikant te Kralingseveer Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl
Verder lezen over dit onderwerp
R. Larmer, “Is there anything wrong with “God of the gaps” reasoning?”, International Journal for Philosophy of Religion 52 (2002), 129–142;
Jeroen de Ridder, “Kan God een goede verklaring zijn? Over theïstische verklaringen in de wetenschap”, Philosophia Reformata 73 (2008), 44–60;
William Lane Craig, “Five Arguments for God”.
William Lane Craig & J.P Moreland (ed.), The Blackwell Companion to Natural Theology (Malden: Blackwell Publishing 2009).