Commentaar: Het publieke ambt eist volledige integriteit
De Duitse president Christian Wulff is vrijdag afgetreden. Nadat er steeds meer deining in de media kwam over bewezen of niet bewezen misstappen, heeft hij de eer aan zichzelf gehouden.
Hoe je verder ook over de mens Wulff denkt: zo’n stap heeft iets van een persoonlijke tragedie. De man die door velen geroemd werd om zijn correctheid, takelde in het felle licht van de publiciteit in korte tijd af tot een fraudeur. Dat is het stempel dat hij, terecht of onterecht, voortaan draagt.
Wulff, die voordat hij president van Duitsland werd jarenlang premier was van de deelstaat Nedersaksen, heeft ontegenzeggelijk foute beslissingen genomen en foute dingen gedaan. Alleen al het feit dat hij in december 2011 met dreigementen publicaties over hem in de boulevardkrant Bild probeerde te voorkomen, is voor een president eigenlijk onvergeeflijk.
Misschien had hij dit incident, en de warrigheid rond een privélening en een later tegen een belachelijk lage rente afgesloten hypotheek om die lening weer af te kunnen lossen, toch nog te boven kunnen komen door in december 2011 niet zo zuinig zijn excuses te maken. In een interview op de Duitse televisie gaf hij zijn fouten toe, maar ging hij vervolgens op vragen van de interviewers vol in de verdediging. De indruk die na dit tv-optreden bleef hangen, was er een van een president die zich onheus behandeld voelde door de media en zo toch indirect probeerde goed te praten wat fout was. Was zijn optreden toen deemoediger geweest, dan was de bui misschien overgedreven en waren er vervolgens niet nog tal van mogelijke incidenten in de pers gekomen. Om maar wat te noemen: logeerpartijtjes bij bevriende ondernemers, een hotelovernachting aangeboden door een jamfabrikant en het dragen van gratis merkkleding door de presidentsvrouw.
Overdrijven deed de bui dus niet. Hij regende de laatste weken helemaal leeg op Wulff en zijn christendemocratische vrienden. Bondskanselier Angela Merkel had het eerder nog publiekelijk voor Wulff opgenomen, maar zweeg de laatste weken ook in alle talen. En juist haar zwijgen was zo veelzeggend dat Wulff waarschijnlijk geen andere mogelijkheid meer zag dan af te treden.
Het publieke ambt is zwaar. Aan een staathoofd, ongeacht of hij een politieke rol speelt, worden de allerhoogste eisen van integriteit gesteld. Wie zo’n ambt aanvaardt, weet dat. Een onkreukbaarheidsscore van 99 is niet genoeg.
En hij of zij weet ook dat de eisen die aan het staatshoofd gesteld worden, in het gewone leven als onredelijk ervaren kunnen worden. Want waarom zou iemand niet een weekje op kosten van vrienden op vakantie mogen? En voor een weekje logeren bij vrienden krijg je toch geen rekening thuisgestuurd?
Voor Jan en Mien gelden deze regels inderdaad. Maar voor een president en zijn vrouw hangt rond het begrip ”onbetaalde vakantie” al snel de geur van omkoopbaarheid.
Het openbare ambt eist volledige integriteit. Iedere discussie over die integriteit, hoe klein ook, is in wezen al de ondertekening van de ontslagbrief. Dat lijkt hard, maar zo werkt het. Een president moet dat weten.