Evangelisch Centrum Deurne bestaat veertig jaar
Ds. Kommer Groeneveld herdacht vorige maand het veertigjarig bestaan van het Evangelisch Centrum Deurne, een zelfstandige gemeente behorend tot de Christelijke Gereformeerde Kerken.
De Nederlandse predikant is van het begin betrokken bij deze gemeente – hij is met België, of beter gezegd met Vlaanderen, verknocht. „Ik heb er kinderen gedoopt van mensen die door evangelisatiewerk tot geloof kwamen. Van de gedoopte kinderen heb ik later de huwelijken bevestigd en ook hun kinderen doopte ik. Je raakt met de gemeente vergroeid.”
Het was een tijd waarin ds. Groeneveld als het ware in het diepe werd gegooid. „Er was geen geld. Ik moest de nodige uren administratief werk verrichten om de kost te verdienen. Het was een periode waarin je iets van de profeet Elia herkende die door God werd onderhouden. Soms moest er een rekening betaald worden, maar was er geen geld. Het gebeurde dat er dan zomaar een cheque in de bus viel met precies het bedrag dat nodig was.”
Groeneveld had een opleiding tot evangelist aan het Bijbelinstituut in Brussel (voorloper van de Evangelische Theologische Faculteit in Heverlee) gevolgd, maar bekwaamde zich in Nederland tot het ambt van predikant.
Ds. Groeneveld deed er alles aan om in België bekendheid te geven aan het Evangelie. „We verspreidden folders, hingen affiches op en trokken er met de radiowagen opuit. We evangeliseerden in een tent en stonden met een boekentafel in de stad. Achteraf vraag je je wel eens af of alles wel doordacht was en verstandig. Je deed het eigenlijk omdat iedereen het zo deed, maar of het effectief was?”
De Antwerpse predikant heeft steeds geprobeerd „om niet in zijn eigen voetstappen te lopen.” „Ik heb altijd als stelregel aangehouden dat ik de dingen niet wil doen omdat ik ze vorig jaar ook al deed. Steeds vraag ik mij af waaróm ik doe wat ik doe. Als je ziet dat het evangelisatiewerk weinig respons krijgt, kun je natuurlijk de verklaring zoeken in de hardigheid des harten, maar het kan ook zijn dat je gewoon dom bezig bent. God geeft de groei, maar de mens is verantwoordelijk of hij zijn werk goed doet.”
Zo kwam hij erachter dat de traditionele manier van folderen op den duur niet meer werkte. „Ik heb tonnen papier omgezet, niet alleen met folders en flyers, maar ook met het evangelisatieblad De Kruisbanier, die in soms 30.000 exemplaren in ons stadsdeel werd verspreid. Eerst kregen we nogal wat reacties, maar dat werden er steeds minder. Totdat iemand zei: Als Vlamingen een krant krijgen vol religieuze tekst, lezen ze twee regels en dan gooien ze hem weg. Vlaanderen kent geen leescultuur. Nou, dat is dan een harde waarheid.”
Toen is ds. Groeneveld begonnen met luxe uitgevoerde flyers met weinig tekst, met daarop een uitnodiging. Ook de reacties daarop namen op den duur af. „Je gaat je steeds meer afvragen hoe je overkomt in een land als België. Neem bijvoorbeeld de openluchtbijeenkomsten. Iemand vroeg eens: Wat voor indruk zou het maken als een groep rooms-katholieken uit België boven de Moerdijk in een dorpje een tent ging opzetten en evangeliseren? Wat zouden wíj er dan van zeggen? We zouden hen belachelijk vinden. Nou, die indruk maakten wij wellicht ook op Vlamingen.”
Tentevangelisatie was lange tijd gebruikelijk. Het zou drempelverlagend zijn. Ds. Groeneveld kwam erachter dat dit niet werkt onder Belgen. „Men vindt dat het Evangelie gehoord moet worden in een gewijd kerkgebouw, en niet in een tent. Vandaar dat we waarde hechten aan een goed ogend kerkgebouw.”
De afgelopen veertig jaar geraakte ook de Rooms-Katholieke Kerk in België in een minderheidspositie. Was het vroeger zo dat de rooms-katholiek een protestant als een sektariër zag, nu weet hij dat hij deze hard nodig heeft. „En omgekeerd mag je soms blij zijn dat je een rooms-katholiek tegenkomt die ervoor uitkomt wat hij gelooft, want de sfeer wordt over het algemeen steeds ongodsdienstiger en onverschilliger.”
Het wordt moeilijker om mensen uit te nodigen voor een kerkdienst, zo is de ervaring van ds. Groeneveld. Onnodige belemmeringen, zoals moeilijk te zingen psalmen, worden uit de weg geruimd. In de liturgie kiest hij voor begrijpelijke liederen. Ds. Groeneveld is er gemakkelijker in geworden, wetend dat het op de kern aankomt.
Ook heeft hij de uitwerking van het Woord uit handen leren geven. „Ik heb jarenlang hard gewerkt, dag en nacht, haast alsof het Koninkrijk van míjn inspanningen afhing. In mijn overmoed dacht ik de mensen over de streep te kunnen trekken door hen maar genoeg te bepreken. Op een bepaald moment liet God mij zien dat het niet van mij afhangt, maar van Zijn zegen. Sindsdien sta ik er veel meer ontspannen in. Je doet wat je kunt, je hoeft niet te doen wat je niet kunt.”
Ds. Groeneveld is 65 jaar. Concrete plannen om te stoppen heeft hij nog niet. „Er is wel een aantal maatregelen genomen omdat het uiteraard wel eens zover zal komen. We zijn bezig met het toerusten van de kerkenraad, zodat die meer kader krijgt. Ook is er bij de Belgische overheid een erkenningsaanvraag ingediend, waardoor het ter zijner tijd mogelijk moet worden om subsidie te krijgen voor een predikantsplaats en de exploitatie van het kerk-zijn. Als die subsidie toegewezen wordt, ontstaat er wat financiële armslag. Dan kan ook gewerkt gaan worden aan de opvolging van de predikant.”
Terugziende op de veertig jaar dat de gemeente bestaat, zegt ds. Groeneveld verknocht te zijn aan zijn werk en de kerk. „Ik heb de allerbeste Werkgever Die een mens zich maar wensen kan. Toch heb ik inmiddels een aantal bestuurlijke taken afgebouwd. Maar als de Heere mij energie en gezondheid geeft, hoop ik het werk in en om de gemeente nog een poosje voort te zetten. Als je let op de ontwikkelingen in kerk en samenleving ben ik wel eens bezorgd. Mensen laten zich ontdopen. Veel Vlamingen hebben niets meer met de kerk. Vroeger knikten ze nog wel eens naar je als ze zagen dat je een kruisje droeg op de revers van je colbert, maar nu kijken ze de andere kant op. Maar de toekomst ligt in Zijn handen, ook mijn toekomst.”
Veertig jaar Evangelisch Centrum Deurne
Het Evangelisch Centrum Deurne bestaat veertig jaar. Het allereerste begin dateert uit de jaren 40 van de vorige eeuw, toen enkele Antwerpenaren een verzoek indienden bij de Christelijke Gereformeerde Kerken om een evangelist in die stad te stationeren. Prof. G. Wisse maakte er werk van, maar kreeg de kerken destijds niet mee. Dat lukte later wel bij ds. J. C. Maris, die erin slaagde de gemeenten van Dordrecht-Zuid en Eindhoven achter het initiatief te krijgen.
Kommer Groeneveld, bakkerszoon uit Werkendam, ging met zijn vrouw in 1971 in Antwerpen wonen. Evangelisatiewerk was zijn primaire opdracht. Voor de eerste dienst nodigde hij in de wijde omgeving mensen uit. „Het was spannend wie er zouden komen. Het waren er vier: twee zusters, een Antwerpenaar uit Brussel en een dokwerker. Toen er de weken daarna tien mensen kwamen, heb ik mijn vrouw op gebak getrakteerd.”
Doel van het evangelisatiewerk in Antwerpen was de stichting van een kerkelijke gemeente. Die kwam er in 1972, in de wijk Deurne. De post werd in 1974 een wijkgemeente van Eindhoven. De groep telde toen negen doopleden en negen belijdende leden. Van de negen doopleden behoorden er acht tot de familie J. K. Overbeeke, die een belangrijke rol speelde in het evangelisatiewerk in Antwerpen, onder meer door de uitgave van De Kruisbanier.
In de beginjaren deed Groeneveld veel aan maatschappelijk werk en gezinshulp. Na een studie volgens artikel 8 van de kerkorde werd ds. Groeneveld in 1982 bevestigd tot predikant van de christelijke gereformeerde kerk te Eindhoven, met als standplaats Antwerpen-Deurne, waar de kerk nog steeds staat.
In 1992 kreeg de gemeente een eigen kerkgebouw, het huidige evangelisch centrum. In datzelfde jaar werd de wijkgemeente een zelfstandige christelijke gereformeerde kerk. Het kerkgebouw, aan de Boterlaarbaan, telt twee verdiepingen en herbergt naast de kerkzaal tal van onderkomens voor de kindercrèche, catechisaties en andere activiteiten. Naast de kerk staat de pastorie.
Protestanten in België vormen slechts 2 procent van de 10 miljoen inwoners. Van die 200.000 behoort het grootste deel tot de evangelische beweging. Een kleiner gedeelte rekent zich tot de Verenigde Protestantse Kerk in België (VPKB). Het aantal gereformeerden bedraagt slechts 450. De Vlaamse gereformeerde kerk van ds. Toon Vanhuysse in Tongeren is bezig om via de gemeente van Antwerpen aansluiting te zoeken bij de Christelijke Gereformeerde Kerken. Een streven waarin deze gemeente al geruime tijd wordt begeleid door ds. Groeneveld.
De gemeente in Antwerpen-Deurne is gegroeid tot 160 leden. Ds. Groeneveld: „Het is een gemeente met helaas een brede rand, waarbij ook mensen afhaken. Er is gelukkig ook aanwas van immigranten uit Afrika en Azië. Het zijn mensen met vaak een warme geloofsbeleving die een verrijking zijn voor de gemeente. Ze maken zo’n 10 procent uit van het aantal leden.”