Kerk & religie

Was vroeger alles beter?

Bij het schonen van mijn bibliotheek kwam ik het weer tegen. Een trouwe lezer van het landelijk orgaan van het kerkgenootschap waartoe ik behoor, zond het mij jaren geleden toe. In de nalatenschap van zijn vader had hij het jaarboekje van de Christelijke Gereformeerde Kerken uit 1926 aangetroffen, mijn geboortejaar.

D. Koole
13 February 2012 19:19Gewijzigd op 14 November 2020 19:20
Demonstratie in Den Haag. Foto ANP
Demonstratie in Den Haag. Foto ANP

Er zou op veel opmerkelijke en aardige details in het boekje te wijzen zijn. Wat mij vooral trof, was een bijdrage onder de titel ”Christelijke levens­practijk”, voorzien van de initialen E. en H. Uit de naamlijst van predikanten in het boekje heb ik afgeleid dat ds. W. Hendriksen, predikant in Ede, de schrijver moet zijn geweest. Oorspronkelijk was hij oud gereformeerd predikant in Den Helder en Amsterdam; in 1922 werd hij predikant in de Christelijke Gereformeerde Kerken.

Bij het lezen van zijn artikel heb ik mij verbaasd. Ik realiseerde me dat het om een persoonlijke taxatie gaat van wat er zich toen in kerk en samenleving voordeed en dat de sombere inkleuring daarvan misschien met de wat pessimistische instelling van de schrijver moet hebben samengehangen, hoewel blijkens de inzet van het artikel zijn verzuchting een algemene klacht was. Ik laat u even meelezen, met hier en daar een kanttekening mijnerzijds.

„Algemeen wordt de klacht vernomen, dat sinds de Wereldoorlog (de Eerste) het zedelijk en godsdienstig peil der menschheid zeer laag gedaald is.” Nota bene in 1926. Een verschijnsel dat ook de tijd na de Tweede Wereldoorlog kenmerkt. En zeker nu…

„De koopman klaagt dat op het gebied van den handel oneerlijkheid en bedriegerijen in de laatste jaren vooral niet zijn verminderd.” Wie durft vandaag nog hoog op te geven van de morele standaard van onze samenleving, waarin de ene fraude na de andere aangeeft dat de zogenaamde ”bovenwereld” al te zeer met de zogenaamde ”onderwereld”’verstrengeld is geraakt. Het was er toen, het is er nu.

„Werkgevers en patroons zuchten onder de arbeidsschuwheid en ontevredenheid der arbeiders.” Misschien anders van aard en intentie, maar minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en FNV-voorzitter Jongerius weten er vandaag ook over mee te praten. De Haagse pleinen zijn frequent gevuld met malcontente burgers.

Behalve nog meer dingen gispte ds. Hendriksen „de bandeloosheid op zedelijk en godsdienstig gebied onder het opkomend geslacht.” Wat die bandeloosheid inhield, wordt niet nader geduid, al kost invulling weinig moeite. Het is er ook nu, in verhevigde mate.

Terwijl ik dit schrijf, hoor ik in een radiocommentaar dat een officieel ingesteld onderzoek heeft uitgewezen dat 86 procent van mannelijk Nederland zich regelmatig vermaakt met pornosites op internet. Een ondervraagde vrouw, wier man eraan verslingerd is geraakt, merkte spontaan op: „Mijn man was altijd beminnelijk, hij is nu dikwijls onzindelijk…”

Internet was er in 1926 niet. En toen vond ds. Hendriksen het al zo erg. Deze knipoog zou hij waarschijnlijk met tranen in zijn ogen hebben gelezen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer