„Israël heeft Christus nodig”
„De Messiaanse beweging onderstreept eerst het Jood–zijn. Daarmee zet zij de eerste stap naar ketterij. Steeds meer Messiasbelijdende Joden verwerpen de Drie–eenheid en loochenen de godheid van Christus. Velen wenden zich tot het rabbinale Jodendom. Mijn gemeente bestaat niet uit Messiasbelijdende Joden, maar is een kerk onder de Joden. Het eerste doel van een kerk is niet de etniciteit te benadrukken, maar God in Christus te dienen.” Dat zei ds. Baruch Maoz gisteren op een avond die door het Isaac da Costa–fonds, dat zijn gemeente in Israël steunt, was belegd.
Gevraagd naar zijn eigen levensgeschiedenis betrachtte Maoz een humoristische beknoptheid: „Ik ben geboren in 1943, in 1953 uit Amerika naar Israël geëmigreerd, in 1963 tijdens mijn diensttijd tot bekering gekomen. En nu is het 2001.” In bredere trekken schetste Maoz in zijn toespraak de roerige geschiedenis van zijn Risjon le Tsion–gemeente, ten zuidoosten van Tel Aviv.
Ongeveer 25 jaar geleden startte hij met het beleggen van kerkdiensten in eigen huis en gezin. „Met vijf anderen probeerde ik een gemeente te stichten, maar we konden het niet eens worden over de grondslag. Daarom richtten we maar een broederschap op, waarin we de Bijbel onderzochten. In de loop van enkele jaren groeide overeenstemming, zodat alsnog een kerk werd gesticht. Niemand in Israël geloofde in de toekomst van een calvinistische kerk, toch groeiden we tot tachtig leden. In 1980 bleven er echter slechts vijf over door een scheuring.”
Wijn
De opening van het IJzeren Gordijn in 1989 bracht Russische immigratie in Israël op grote schaal op gang. De gereformeerd georiënteerde baptistengemeente van ds. Maoz kwam voor de serieuze uitdaging te staan mensen met een pinkstergemeentenachtergrond te laten integreren. „Hoe konden we hen accepteren zonder compromissen te sluiten? Maar onze tradities, hoe kostbaar ook, zijn niet het Woord van God. De waarheid is vaak ingekapseld in tradities en daarvan moeilijk te onderscheiden. Eén ding bond samen: de liefde voor het Woord. Dat onderwees ons samen in de waarheid.”
Ds. Maoz maakte gisteravond duidelijk dat zijn gemeente niet alleen worstelt met ruimte, maar eveneens met de waarheid. „De meeste Russen zijn gebleven. Zowel de oorspronkelijke leden als de Russen hebben best een moeilijke tijd gehad. Meer dan eens hebben de Russen overwogen weg te gaan. De waarheid mochten we niet aanpassen, maar de cultuur in onze diensten wel.” Tijdens de vragenronde vertelde Maoz dat het eerste gedeelte van de dienst een catechisatieles is voor alle leeftijden. Na de preek is er gelegenheid om vragen te stellen en over het gesprokene te discussiëren.
Olie
Als uitgangspunt voor zijn toespraak nam ds. Maoz de profeet Hosea. „Het leven van Hosea werd verpletterd door Gods bevel om met een hoer te trouwen. Hij moest zo ervaren en uitdrukken welke verschrikkelijke verhouding Israël met de Heere had. Volgens Calvijn gebruikte God deze extreme manier, omdat Hij tegen doven sprak. Hosea’s ontrouwe vrouw is een beeld van onszelf in onze zonde. Dat is een nuttige toepassing, maar het gaat over Israël. Vrienden, speel niet met Gods liefde. Ga niet lichtvaardig met zonde om. God was woedend, maar toch belooft Hij hernieuwde bloei en blijdschap. Kunt u Gods genade verklaren? Er is geen liefde zo onvoorwaardelijk als Gods liefde, als de verbondstrouw van Hem Die Zichzelf niet kan verloochenen. Maar Israël heeft Christus wel nodig. Al zou Israël het sterkste leger van het Midden–Oosten hebben, al zou het land het hele Midden–Oosten beheersen, al had het zoveel olie dat men het bij het ontbijt zou kunnen drinken, dan betekende dat alles nog niets als het Christus niet had.”
Engels
Ds. J. J. van Eckeveld opende de avond met een toelichting op het werk van het Da Costa–fonds. Hij herinnerde aan de goede banden van het Israël–deputaatschap van de Gereformeerde Gemeenten met de gemeente van ds. Maoz. Momenteel verricht ds. C. Sonnevelt uit Veenendaal enkele maanden toerustingswerk onder ambtsdragers en gemeenteleden. Hij gaat ook voor in kerkdiensten. „Als het goed is, heeft een christen Israël lief”, mediteerde ds. Van Eckeveld. „Tegenstand van zijn volksgenoten deed Paulus niet ophouden, maar was voor hem een extra aandrang om zijn volk voor de Heere neer te leggen in het gebed.” Ds. L. W. van der Meij, de plaatselijke christelijke gereformeerde predikant, bedankte en bemoedigde Maoz en zijn vrouw in een in het Engels uitgesproken slotwoord.