Hongarije schrok de EU onlangs op met allerlei maatregelen die volgens Brussel tegen de democratie indruisen. Brussel vreest voor de onafhankelijkheid van de Hongaarse centrale bank, de rechterlijke macht en de nieuwe toezichthouder op de bescherming van data. Zo moeten onafhankelijke topbankiers trouw zweren aan de grondwet. Rechters moeten verplicht op hun 62e met pensioen, wat volgens Brussel leeftijdsdiscriminatie is.

Eerder hekelde EU-commissaris Neelie Kroes (Media) de Hongaarse mediawet die door torenhoge boetes zou aanzetten tot zelfcensuur.

De Hongaarse regering kreeg van de Europese Commissie tot vrijdag de tijd om te reageren op de kritiek. Als Hongarije geen geschikte reactie inlevert, begint Brussel een juridische procedure.

De Hongaarse premier Viktor Orban wekte zijn aanhang vrijdag nog de indruk dat hij op ramkoers lig met Brussel. Hij sprak over een „beledigende, agressieve toon die ons geen vrienden maakt van de EU, maar eerder tegenstanders.” De premier heeft echter weinig keus. Hongarije heeft de EU en IMF hard nodig voor miljardenleningen. De nationale munt van Hongarije, de forint, is gekelderd. Het land moet een beschamende 11 procent rente betalen aan wantrouwende geldschieters.

Een analist van de Raiffeisen bank verwacht dat Orban zal toegeven. „Ik denk niet dat het erg soepel gaat vanaf nu, maar we zullen een stap verder zijn”, zei de analist. „Er zullen wat beledigingen zijn hier en daar, maar we boeken geleidelijk voortgang naar een IMF-deal.”

Een parlementslid van de regerende Fidesz-partij rekent erop dat gesprekken over noodleningen in maart kunnen beginnen en in mei zijn afgesloten. Hij verwacht tegelijk dat er een akkoord mogelijk is met Brussel over de omstreden wetten.