Economie

ASML is Hollands glorie in hightech

In een halfjaar tijd is de beurskoers met meer dan 60 procent gestegen. ASML, fabrikant van chipmachines, manifesteert zich als een paradepaardje van de Nederlandse indus­trie. Een wereldspeler uit Veldhoven.

drs. A. A. C. de Rooij
8 February 2012 17:49Gewijzigd op 14 November 2020 19:13
Werknemers van chipfabrikant ASML. Foto ASML
Werknemers van chipfabrikant ASML. Foto ASML

Het is crisis in Europa. De schuldenproblemen van de overheden hebben de economie stevig in hun greep gekregen. De terugval van de groei brengt tal van bedrijven in moeilijkheden. Maar er zijn er ook die zich aan de malaise onttrekken en een lichtpuntje bieden in het huidige klimaat van negatieve berichten en sombere verwachtingen. ASML bijvoorbeeld, Hollands glorie in hightech, volgens sommigen het Apple van Nederland.

De Brabantse multinational geniet onder het grote publiek weinig bekendheid. Ahold, ING, Heineken, KPN, om eens enkele andere van de 25 AEX-fondsen te noemen, zijn vertrouwde namen. Daarvan weet bijna iedereen waar ze voor staan. Misschien omdat iemand tot hun klantenkring behoort of wellicht door de reclame-uitingen in de winkels en in het straatbeeld. Bij AH halen we onze boodschappen, bij ING bankieren we, Heineken levert bier en KPN zorgt voor de telefoonverbindingen. Maar ASML? Veel mensen zullen de schouders ophalen. Mogelijk nooit van gehoord. Toch praten we over een onderneming die op haar terrein zelfs de internationale markt domineert.

Ze vervaardigt lithografiemachines. Die zijn zo groot als een zeecontainer. Ze kosten tientallen miljoenen euro’s per stuk. Ze zitten volgestopt met technologische hoogstandjes. We betreden er de wereld mee van de micro-elektronica waarin wordt gewerkt met de precisie van een nanomillimeter (0,000001 millimeter). In de machines vindt de productie plaats van chips ofwel halfgeleiders (semiconductors). Dat gebeurt met behulp van dunne plakjes silicium, zogeheten wafers. De hightechregio Silicon Valley in Californië is naar deze grondstof vernoemd.

De klanten van ASML zijn de fabrikanten van chips, waaronder de drie toonaangevende spelers op dit gebied: het Amerikaanse Intel, het Koreaanse Samsung en het Taiwanese TSMC. Het concern opereert in 16 landen en heeft daar 55 verkoop- en servicelocaties. De activiteiten in de VS stuurt het aan vanuit Tempe in Arizona, die op de Aziatische markt vanuit Hongkong.

Chips zijn de voor het oog nietige elementjes die het hart van het digitale tijdperk vormen. Ze fungeren als onmisbare onderdelen in de moderne informatie- en communicatietechnologie. De meeste mensen gebruiken dagelijks de computer en het mobieltje, ze zijn er in allerlei soorten, met een moordende concurrentie tussen de leveranciers ervan. Nieuwe varianten, met nog weer meer mogelijkheden, volgen elkaar in rap tempo op. Smartphones en tablets en daarmee ook de daarbijbehorende chips, zijn een basisbehoefte geworden, zoals financieel topman Peter Wennink van ASML het onlangs uitdrukte.

Bij het bedrijf werken zo’n 10.000 mensen, van wie ongeveer 2000 uitzendkrachten, die fungeren als flexibele schil. Het gaat voor een groot percentage om hoogopgeleide technici. De kracht van deze industriële reus ligt immers vooral in voortdurende innovatie en die vereist veel R&D. Die twee letters staan voor de woorden research en development, ofwel onderzoek en ontwikkeling. De activiteiten vinden voor een belangrijk deel plaats in de gebouwen van het complex in Veldhoven, in de zogenoemde cleanrooms. Dat zijn stofvrije ruimten waar in witte pakken gehulde specialisten hun werk doen. ASML is binnen de EU een van de bedrijven die het meeste geld per werknemer besteden aan R&D.

De onderneming mogen we aanmerken als een kind van de digitalisering. Ze is daarom nog vrij jong. Ze werd in 1984 opgericht als een gezamenlijke dochter van Philips en ASMI. ASML en ASMI, eveneens een AEX-fonds, verkopen allebei producten die nodig zijn voor de chipfabricage, maar ze hebben hun eigen specialisatie en zijn gericht op verschillende fasen in dat proces.

De joint venture was aanvankelijk gevestigd in Eindhoven, op het terrein van het voormalige Natlab van Philips, de huidige High Tech Campus. Ze verhuisde al snel naar Veldhoven, een eindje verderop. Er ontstond een samenwerking met de Duitse firma Carl Zeiss, die voor ASML tot op de dag van vandaag lenzen maakt voor de belichting van wafers met uv-stralen.

In 1988 verkocht ASMI zijn belang in de firma aan Philips. Dat raakte in het begin van de jaren negentig in ernstige moeilijkheden. Om de toekomst van de elektronicagigant te waarborgen voerde topman Jan Timmer een ingrijpende reorganisatie uit. Binnen dat kader viel het besluit om ASML, dat kampte met toen een moeilijke markt voor halfgeleiders, van de hand te doen. Het mondde uit in de beursgang in 1995.

Achteraf bezien zal Philips er misschien wel spijt van hebben dat het deze loot aan de stam heeft afgestoten. De verkoop leverde weliswaar een mooie boekwinst op, maar inmiddels is de voormalige dochter veel succesvoller dan de oude moeder. Terwijl ASML in 2011 een recordwinst behaalde van bijna 1,5 miljard euro, incasseerde het qua omzet viermaal grotere Philips een verlies van 1,3 miljard.

ASML groeide op eigen benen uit tot een wereldmarktleider. Zo mag het zich sinds 2002 noemen. De voorsprong op de voornaamste rivalen, Nikon en Canon, beide uit Japan, is steeds verder uitgebouwd. Geleidelijk aan beschikt het Nederlandse concern met een marktaandeel van bijna 80 procent over nagenoeg een mondiale monopoliepositie. Bestuursvoorzitter Eric Meurice was er in januari, bij de presentatie van de jongste resultaten, opgetogen over.

Het gevaar dat voor een monopolist op de loer ligt, is zelfgenoegzaamheid, een rusten op de lauweren. ASML moet blijven werken aan innovatie. Het hoopt de komende jaren zijn slag te slaan met een nieuwe generatie chipmachines, de EUV-machines, waarbij EUV een afkorting is van extreem ultraviolet licht. Die moeten ervoor zorgen dat via een grotere productie binnen een bepaalde tijd de kosten van de chip dalen.

Het aandeel van ASML schitterde in de voorbije maanden. Op 9 augustus vorig jaar noteerde het op het Damrak 21,22 euro. Begin deze week bereikte het AEX-fonds met 34,93 euro de hoogste stand in elf jaar. Dat is overigens nog ver verwijderd van de records uit een eerdere periode. In 2000 stond het boven de 50 euro, maar dat was voor het knappen van de internetbubbel, toen velen geloofden in een door de ict gedreven nieuwe economie met alleen maar opwaartse ontwikkelingen, gestaag groeiende welvaart en geen recessies meer.

In het verleden kenmerkte de halfgeleidermarkt zich als zeer conjunctuurgevoelig. Er was sprake van flinke schommelingen. Zo konden we in 2009 spreken van een dal. ASML had te weinig werk voor zijn personeel en moest een beroep doen op deeltijd-WW. Maar, zoals Wennink het verwoordde bij de presentatie van de jaarresultaten: „Op de lange termijn is deze tak van sport natuurlijk gewoon goed om in te zitten.” De opmars van de chipverslindende elektronica overal in de wereld is immers nog lang niet ten einde. Dat biedt volop perspectief.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer