Uitgave acta synode met remonstrantse hulp
ROTTERDAM – De Remonstrantse Broederschap gaat meewerken aan een groot wetenschappelijk project waarbij de acta –notulen– van de nationale synode van Dordrecht (1618-1619) opnieuw worden uitgegeven. De Johannes a Lascobibliotheek in Emden en het platform Refo500 zijn de initiatiefnemers.
De remonstranten hebben begin januari definitief besloten om deel te nemen, maakte de broederschap vorige week bekend. Voor dr. Tjaard Barnard, aanvoerder van de vier remonstrantse (kerk)historici die meedoen met het project, is participatie van remonstrantse zijde vanzelfsprekend. „De Remonstrantse Broederschap staat in de reformatorische traditie, zoals dr. William den Boer heeft aangetoond in zijn proefschrift over Arminius.”
Tijdens het project, dat rond de Reformatieherdenking van 2017 moet zijn voltooid, worden niet alleen de acta uitgegeven. Ook verslagen van remonstrantse zijde en uit politieke hoek komen in de achtdelige serie van elk duizend bladzijden terecht. Uiteindelijk ontstaat er een kritische editie; dat wil zeggen dat de teksten van allerlei verklarende opmerkingen worden voorzien. Juist over die remonstrantse verslagen gaat de studiegroep van dr. Barnard zich buigen. De acta zelf worden door andere deskundigen, onder wie prof. dr. H. J. Selderhuis, geëditeerd.
Objectief
Wetenschappelijke objectiviteit staat voorop, aldus dr. Barnard, predikant van de remonstrantse gemeente in Rotterdam. „De editie zal het beeld dat men heeft van de synode niet direct veranderen. Het gaat bij de uitgave niet om wie er toen gelijk heeft gehad. Daarbij is het goed om op te merken dat het om een internationale samenwerking gaat. De teksten worden uitgegeven in hun oorspronkelijke taal. De acta verschijnen dus in het Latijn, het notenapparaat wordt opgesteld in het Engels. De synode van Dordrecht heeft grote impact gehad in landen waar de Reformatie was doorgedrongen.”
Over de samenwerking met Refo500, het platform voor de Reformatieherdenking van 2017, is dr. Barnard enthousiast. De Remonstrantse Broederschap deed echter niet mee aan de nationale synode die in 2010 in Dordrecht gehouden werd. „Daar zit een groot verschil. Voor ons zou het heel anders zijn geweest als de synode in bijvoorbeeld Almere was gehouden. Nu was het meer een herdenking van de synode van 1618-1619, als feestje van de eenheid. En dat terwijl de remonstranten werden weggestuurd van die synode en daarna verbannen en vervolgd.”
Inmiddels is naar aanleiding van de bijeenkomst in 2010 een werkgroep opgericht onder leiding van ds. G. de Fijter, predikant in de Protestantse Kerk in Nederland. De werkgroep inventariseert hoe de ideeën van de nationale synode een plek kunnen krijgen in de samenleving. Aan deze werkgroep nemen de remonstranten wel deel, in de persoon van Tom Mikkers, algemeen secretaris van de Remonstrantse Broederschap. Barnard: „We willen graag in de brede maatschappij een getuigenis geven, al is ”getuigenis” niet echt een woord dat remonstranten vaak in de mond zullen nemen. Als je vraagt aan welke ideeën zoal aandacht wordt besteed, moet je denken aan radiospotjes in de adventstijd waarmee kerkdiensten worden gepromoot.”
Vierhonderd jaar
Met de bijdrage aan het editieproject kan de broederschap zich alvast voorbereiden op het jubileumjaar 2019. Vierhonderd jaar eerder, in 1619, werd de Remonstrantse Broederschap opgericht. Inmiddels is de kerk van toen ver bij haar oorspronkelijke wortels vandaan. „Sinds de negentiende eeuw zijn we niet meer bezig met vragen als de uitverkiezing. We zagen toen dat zowel de remonstranten als de contraremonstranten op de stoel van God wilden gaan zitten. Al in 1621, bij de totstandkoming van de remonstrantse belijdenis, werd iets van die trend zichtbaar. Simon Episcopius noemde de belijdenis op dat moment „geen stok om te slaan, maar een staf om te gaan.” Daar zie je iets van de remonstrantse verdraagzaamheid.
Inmiddels zijn we vrijzinnig qua geloofsopvatting. We willen niet zeggen dat onze godsdienst de enige ware is, maar we willen mensen wel enthousiast maken door vrijheid en verdraagzaamheid uit te dragen. Het individu staat centraal, en zijn persoonlijke geloofsbeleving. In die zin zijn we eigenlijk weer heel piëtistisch. De uitersten raken elkaar.”
De ontstaansgeschiedenis van de broederschap mag niet worden vergeten, stelt Barnard. De synode in 1618-1619 was voor de remonstranten al vooraf een verloren zaak, wat hem betreft. „Daarom hebben ze de vergaderingen volgens de ”methode- Milosovic” proberen te verstoren. Steeds waren ze op zoek naar procedurele onjuistheden om de boel te vertragen, totdat het de voorzitter van de synode, ds. Johannes Bogerman, te gortig werd en hij hen uit de vergadering stuurde.”
Vallen de arminianen dan helemaal geen verwijten te maken? „Zeker wel. Ook zij waren in de godsdiensttwisten voorafgaand aan de synode niet altijd een toonbeeld van tolerantie.” Toch blijft voor Barnard de verdraagzaamheid van de remonstranten „een groot goed.”