Zielsgevaren
Markus 8:36
„Want wat zou het de mens baten, zo hij de gehele wereld won, en schade zijner ziel leed?”
De mens heeft een wonderlijke kracht in zich om het kwade te doen. Wij zijn zo zwak in alles wat goed is en wij hebben een sterke kracht in ons om onszelf kwaad aan te doen. U kunt geen vrede met God tot stand brengen. U kunt geen enkele zonde afwissen. U kunt de zwarte registers die in het boek van God over u staan opgetekend niet uitwissen. U kunt uw eigen hart niet veranderen. Maar er is een ding dat u wel kunt: u kunt uw eigen ziel verliezen. Geboren in zonde en als kinderen des toorns hebben wij geen natuurlijke begeerte om onze ziel te laten redden. Zwak, verdorven, geneigd tot zonde zijn wij. Wij noemen het goede kwaad en het kwade goed. Duister en blind, dood in zonden en misdaden, hebben wij geen ogen om de poel te zien die onder onze voeten gaapt en wij hebben geen besef van onze schuld en van ons gevaar. En toch zijn onze zielen al die tijd in een ontzettend gevaar!
Hoe kan een mens zijn ziel verliezen? Er zijn veel antwoorden op deze vraag te geven. Zoals er vele ziekten zijn die het lichaam kunnen aanvallen en beschadigen, zo zijn er vele kwaden die de ziel kunnen aanvallen en beschadigen. De manieren waarop een mens zijn eigen ziel kan verliezen, zijn echter talloos.
J. C. Ryle, bisschop te Liverpool (”Old Paths”, 1877)