Een woordvoerster van het college voor promoties heeft dat dinsdag bevestigd. Verder moeten dankwoorden kort en bondig worden geformuleerd.

Mr. F. Schonewille, die op 14 februari zijn proefschrift ”Partijautonomie in het relatievermogensrecht” verdedigt, heeft te horen gekregen dat hij de spreuk ”Initium sapientiae timor Dei; laudatio eius manet in saeculum saeculi” (vrij vertaald: De vreze des Heeren is het beginsel der wijsheid; Zijn lof bestaat tot in der eeuwigheid – naar Psalm 111:10) van het titelblad moet verwijderen.

Schonewille –onder anderen docent aan de Universiteit Utrecht, mediator en voormalig LPF-Tweede Kamerlid– heeft daarop een stelling aan zijn proefschrift toegevoegd waarin hij de beslissing van de Leidse universiteit strijdig met de vrijheid van godsdienst en van meningsuiting noemt. Hij vindt het besluit „beschamend: Willem van Oranje, die als de stichter van de universiteit moet worden beschouwd, zou zich in zijn graf omdraaien indien hij kennis zou hebben van deze beslissing. Zij wordt daarom door de promovendus ervaren als een uiting van seculier fundamentalisme.” „Deze universiteit is gesticht in de strijd voor godsdienst- en gewetensvrijheid”, zei Schonewille vanmorgen.

Volgens de woordvoerster van de universiteit dateert het besluit van een jaar of tien 
geleden. „De religieuze verwijzingen waren soms zo uitgebreid dat we hebben gezegd 
dat het aan de academische regels moet voldoen: geen verwijzingen naar een opperwezen op de titelpagina, en in het dankwoord alleen summier. Daar kwam langzamerhand de klad in, dus afgelopen november hebben we het besluit aangescherpt.” Dat gebeurde toen iemand Soli Deo Gloria op de titelpagina wilde zetten.

Schonewille overweegt juridische stappen te nemen. „Daar is de zaak principieel genoeg voor. Ik vind het besluit heel confronterend. Een openbare universiteit is geen atheïstische universiteit. Openbaar betekent: alle godsdiensten gelijk behandelen; niet: alle godsdiensten weren. Het is een trend in onze maatschappij godsdienst uit het openbare leven te bannen.

Ik zou het besluit hebben gerespecteerd als het in het promotiereglement had gestaan; dan zou ik elders zijn gepromoveerd. Ik neig er sterk naar de kwestie ter toetsing aan de bestuursrechter voor te leggen. Niet voor 14 februari overigens. Dat lukt zo snel niet en ik wil de plechtigheid er ook niet geheel door laten overschaduwen.”