Sabine van der Heijden over jeugdwerk: Een baby geef je geen boerenkool
Ze ziet dat jongeren vaak in verschillende werelden leven. Compartimenten, noemt ze het. „En tussen die compartimenten hebben ze schotten gezet.” Sabine van der Heijden presenteert morgen haar boek ”Kerk voor een nieuwe generatie. Zoeken naar een kerk waarin jongeren geloven”.
De titel van het boek van Van der Heijden (52) –docent aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE)– kan op twee manieren uitgelegd worden. En dat is ook de bedoeling. „Je kunt de titel op twee manieren opvatten. Allereerst is het een zoektocht naar het geloof, maar het is ook belangrijk dat jongeren deel willen uitmaken van de kerk.”
Het boek is vandaag al aan de orde gekomen tijdens een studiedag in Ede, georganiseerd door de Evangelische Alliantie en de Christelijke Hogeschool Ede. Morgen vindt de officiële lancering van ”Kerk voor een nieuwe generatie” plaats in Houten, de woonplaats van Van der Heijden.
Onderzoek naar jeugdwerk is een relatief nieuw fenomeen, zegt ze. „Daarom is het thema van de studiedag ook ”Onderzoeken over jeugd en kerk? Leuk, maar wat kan ik ermee?” We gaan op zoek naar de manier van denken die verklaart waarom er dingen niet goed gaan in het jeugdwerk. Daarover willen we met elkaar van gedachten wisselen.”
In haar boek beschrijft Van der Heijden drie typen kerken. „Bij type 1.0 staan de kerk en de jongerencultuur tegenover elkaar: ”de wereld” is slecht en we moeten jongeren leren om geheel anders te zijn; 2.0-kerken zijn gericht op groei en maken daarvoor dankbaar gebruik van alles wat de moderne samenleving biedt; 3.0-kerken werken vaak vanuit de natuurlijke netwerken waarin mensen functioneren, maar hoe 3.0 er precies uitziet, weten we nog niet.” De drie typen zijn volgens Van der Heijden niet strikt te onderscheiden. „De lijnen lopen naast elkaar. Niet één type heeft de succesformule in zich.”
”Kerk voor een nieuwe generatie” is gebaseerd op psychologische inzichten. Bestaat het gevaar dat er in het jeugdwerkonderzoek alleen naar de menselijke kant gekeken wordt?
„Het is een grote uitdaging om het horizontale aspect met het verticale te combineren. Uiteindelijk kun je het werk van de Heilige Geest niet organiseren. Enerzijds moet je 100 procent vertrouwen op God, maar dat betekent niet dat je zegt: „God is ondoorgrondelijk, en wij rommelen maar wat aan.” Je moet dus ook 100 procent doen wat je kunt bedenken dat goed is om te doen.”
Hoe belangrijk is de overdracht van kennis in het jeugdwerk?
„Tegenwoordig kun je veel kennis vinden op internet en lijkt uit het hoofd leren minder belangrijk. Tegelijk zie je dat jongeren zonder kennis vatbaar zijn voor merkwaardige geloofsideeën. Het gaat dus om een combinatie van kennis en ervaren. We leven in een ervaringscultuur, waarin het weten alleen niet voldoende lijkt.
Ik vind dat je een baby geen boerenkool moet geven. Een student van mij schreef eens in een verslag: „Het enige dat ik vroeger in de kerk geleerd heb, is stilzitten en je mond houden.” Volgens mij krijg je als kind dan niet mee wat kerk-zijn is.”
”Kerk voor een nieuwe generatie” gaat over jongeren. Wordt het tijd voor een boek vóór jongeren over hun rol in de kerk?
Lachend: „Goed idee. Zulke boeken zijn er nu nog niet.”
Hoe ziet u de jongere van nu?
„Ik moet denken aan wat hoogleraar psychologie en zingeving Hans Alma schreef. Jongeren leven in verschillende compartimenten, zegt zij, en tussen die compartimenten hebben ze schotten opgericht. Tegelijk zijn ze vaak heel open. Toch blijft het moeilijk om compartimenten te verbinden. Als ze mee willen doen met vrienden die een jointje roken, kun je dat direct afwijzen. Maar je kunt ook vragen stellen. Van wie is je lichaam? Hoe kijkt God naar je? Zo help je jongeren om verbanden te leggen. Daarbij is het natuurlijk heel belangrijk dat je als oudere zelf niet het ene glas wijn na het andere achteroverslaat.”
Moet een christenjongere anders zijn dan zijn niet-christelijke vrienden?
„Christen-zijn verandert je leven. Je raakt gericht op God, je karakter verandert en je ontvangt genezing van innerlijke wonden. Ook ga je zien dat je niet meer voor jezelf leeft, maar dat je leeft met de opdracht om licht en zout te zijn.”
”Kerk voor een nieuwe generatie. Zoeken naar een kerk waarin jongeren geloven”, door Sabine van der Heijden; uitg. Medema, Heerenveen; 2012; ISBN 978 90 6353 646 6; 217 blz.; € 14,95.
Sabine van der Heijden
Sabine van der Heijden (1959) is docent jeugdwerk aan de academie theologie van de Christelijke Hogeschool Ede. Ze is getrouwd en woont samen met haar man in een Timonwoongroep, waar jongeren maximaal twee jaar kunnen leven als ze een sociaal netwerk en professionele begeleiding nodig hebben. Eerder werkte Van der Heijden onder andere bij Youth for Christ en bij de Hervormd-Gereformeerde Jeugdbond (HGJB). Ze woont in Houten en is daar lid van de Nederlands gereformeerde kerk. De afgelopen vier jaar was ze jeugdoudste.
„Kerk van de toekomst niet per se behoeftegericht”
De Evangelische Alliantie en de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) hebben vandaag een studiedag in Ede gehouden met als thema ”Re-search & Re-act”. Centrale vraag op deze dag is: ”Onderzoeken over jeugd en kerk? Leuk, maar wat kan ik ermee?” Tijdens het plenaire gedeelte van het programma zal Sabine van der Heijden spreken over haar boek ”Kerk voor een nieuwe generatie. Zoeken naar een kerk waarin jongeren geloven”. Daarna komen tijdens elf workshops verschillende onderzoeken over jeugd en kerk aan de orde. „Sommige van deze onderzoeken lopen nog”, zegt Vincenza la Porta van de Evangelische Alliantie. Over de uitslagen van deze onderzoeken kan La Porta niets zeggen. „Het gaat ook niet zozeer om de resultaten. De vraag is veel meer: wat kunnen we ermee? Het is de bedoeling dat jeugdwerkers en andere belangstellenden in één dag worden bijgepraat over de stand van zaken in het jeugdwerkonderzoek. Thuis kunnen de deelnemers de besprekingen op zich in laten werken en er hun voordeel mee doen.”
Een van de leiders van een workshop is Robert Doornenbal, docent aan de CHE en promovendus aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Zijn promotieonderzoek gaat over leiderschap en ”emerging church”, oftewel: nieuwe vormen van kerk-zijn. Tijdens zijn workshop wil Doornenbal interactief te werk gaan. „Ik geef een korte inleiding waarin drie zaken aan de orde komen: de ”emerging-missional conversation” –het gesprek over hoe God actief is in onze wereld–, leiderschap in de kerk, en de uitdagingen voor theologisch onderwijs in de kerk. Deze drie punten kun je heel goed vertalen naar het jeugdwerk.”
Betekent dit dat de kerk met jongeren in gesprek moet gaan om erachter te komen wat zij willen? „Nee”, stelt Doornenbal. „De emerging-missional conversation is over het algemeen niet behoeftegericht. Het gaat in de kerk juist om wat God wil, om de weg die God gaat. Daarom is het belangrijk om een relatie met jongeren op te bouwen, omdat God werkt door relaties. Door deze insteek kunnen jongeren die alleen maar voor de lol naar de kerk gaan, afhaken. Maar goed, in mijn opvatting zijn het niet de grote getallen die het jeugdwerk succesvol maken.”
De vorm van een workshop is iets nieuws voor Doornenbal. Na zijn inleiding wil hij met de deelnemers van gedachten wisselen over kerk-zijn. „Meestal spreek ik zelf een uur lang voor een groep en is er pas daarna interactie. Vandaag gaat het juist om het samenspel, het gesprek moet iets dynamisch zijn waarin het soms zoeken is naar de juiste vertaalslag van de theorie naar de praktijk.”