We moeten ons hoeden voor een islamcomplex à la Wilders
De eerste officiële reis van de koningin dit jaar ging naar de Arabische wereld. De Verenigde Arabische Emiraten en Oman stonden op het program. Het moskeebezoek van de koningin heeft veel stof doen opwaaien.
Een eerder gepland staatsbezoek naar Oman was afgeblazen wegens onlusten in dat land. Niet iedereen was ervan overtuigd dat de politieke situatie daar inmiddels zo veel was verbeterd dat een dergelijk staatsbezoek nu wel aanvaardbaar was. Het antwoord van premier Rutte en minister Rosenthal luidde dat de zaak in Oman wel niet perfect was, maar dat het toch goed was om met dergelijke landen in gesprek te blijven.
Daar is inderdaad wat voor te zeggen. Bij internationale contacten kun je nu eenmaal niet al te precies kijken. Het is een beetje te vergelijken met de relaties die je onderhoudt met de buren in de straat of de medebewoners van een flat. Je hebt die mensen niet zelf uitgekozen. Je hoeft niet met hen bevriend te zijn. Je hoeft het ook niet met hun levensstijl eens te zijn. Het is echter wel prettig en zeker ook verstandig om de onderlinge verhoudingen goed of in ieder geval dragelijk te houden. Je hebt nu eenmaal voortdurend met elkaar te maken.
Communisme
Al in de 17e eeuw onderhield Nederland diplomatieke betrekkingen met moslimstaten als Marokko en het Osmaanse Rijk (Turkije). Vergeleken met andere Europese landen was Nederland laat met het erkennen van de Sovjet-Unie. Pas ten tijde van de Tweede Wereldoorlog, toen beide landen inmiddels bondgenoten waren geworden in de strijd tegen Hitler-Duitsland, kwamen diplomatieke betrekkingen tot stand. Met de erkenning van communistisch China na de machtsovername door Mao was Nederland echter vlot. Veel vlotter in ieder geval dan de Verenigde Staten.
Het onderhouden van diplomatieke relaties met de communistische landen stond in de periode van de Koude Oorlog niet ter discussie. Alleen de DDR was een probleem, ook al omdat de regering van West-Duitsland jarenlang op het standpunt stond dat je niet zowel met Bonn als met Oost-Berlijn diplomatieke betrekkingen kon onderhouden. Het Roemenië van Ceausescu werd in 1975 zelfs vereerd met een staatsbezoek door koningin Juliana.
Bij het aangaan van nauwere betrekkingen en het sluiten van handelsovereenkomsten komt uiteraard weer de vraag aan de orde met wie je zaken wilt doen. Dat probleem is niet nieuw. In 1863 verwierp de Tweede Kamer een handelsverdrag met Zwitserland omdat in sommige kantons de Joden gediscrimineerd werden. Pas vijftien jaar later, toen alle discriminerende bepalingen verdwenen waren, kwam zo’n verdrag tot stand. Voor de Nederlandse handel was Zwitserland echter een onbeduidend land. Nog geen half procent van de handelsbewegingen had betrekking op dit alpenland.
Omzichtigheid
Het Russische tsarenrijk, waar het antisemitisme veel en veel sterker was, vormde onmiskenbaar een machtiger mogendheid en was voor ons land ook een veel belangrijker handelspartner. Vandaar dat, toen een Joods-Nederlandse handelsreiziger klaagde over discriminatie door de overheid tijdens zijn verblijf in Rusland, de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken in 1883 de Nederlandse gezant opdroeg om deze klachten vertrouwelijk en met grote omzichtigheid bij de Russische autoriteiten aan de orde te stellen.
Men spreekt in dit verband wel van het dilemma van de koopman en de dominee. In hoeverre laat men bij het aangaan (en de voortzetting) van economische betrekkingen met andere landen morele overwegingen zwaar meetellen? Datzelfde dilemma doet zich trouwens ook voor in de privésfeer. Waar doen we onze inkopen? Met wie willen we zaken doen? Bij welk bedrijf of instelling zouden we willen werken?
Dat zijn zeker geen onbelangrijke vragen. Daar moeten we serieus over nadenken. Dit raakt ons geweten. Maar in het dagelijks leven kun je niet alle betrekkingen vermijden met bedrijven of instellingen die de zondag ontheiligen, die ongepaste reclame voeren of producten maken of verkopen waar christenen grote bezwaren tegen moeten hebben. Anders zoudt gij uit de wereld moeten gaan, zo schrijft Paulus aan de Korinthiërs (1 Kor. 5:10).
Moskeebezoek
Dat het recente staatsbezoek veel aandacht kreeg, kwam overigens niet zozeer door de voortgaande discussie over de politieke situatie in deze golfstaten. Het was het moskeebezoek van de koningin en haar hoofdbedekking die veel stof deden opwaaien. De felste kritiek kwam daarbij niet van de oppositie, maar van gedoogpartner PVV.
Is een dergelijk moskeebezoek voor het Nederlandse staatshoofd (of voor wie dan ook) gepast? In ieder geval is het duidelijk dat de koningin op zondag beter naar een reformatorische kerk kan gaan dan naar de moskee. Haar gebruikelijke hoofdbedekking was daar voldoende geweest.
Maar is het verkeerd om op een andere dag, hetzij in een informele of een meer officiële setting, een roomse kerk te bezoeken of een synagoge, een moskee, een hindoetempel of wat dies meer zij?
Het gaat wel ver om daar een categorisch verbod over uit te spreken. Je hoeft het met de cultus niet eens te zijn om zo’n religieus gebouw te bezoeken en de schoonheid daarvan te bewonderen. Iets anders is het wanneer je daar zou moeten knielen of wanneer er speciaal voor jouw bezoek afgodische rituelen worden opgevoerd.
En wat de geldende voorschriften betreft: in een synagoge dienen mannen nu eenmaal een keppeltje te dragen. In een moskee moet je je schoenen uit doen. Vrouwen dienen hun lichaam zo veel mogelijk te bedekken. Daarin gaan moslims soms wel erg ver, al zou het tegenwoordig in de gereformeerde gezindte geen kwaad kunnen wanneer sommige vrouwen zich bij hun kerkbezoek iets van die instructies aantrokken.
Kennelijk vond de koningin het geen groot probleem om aan die eisen te voldoen. Maar op het thuisfront liepen de emoties hoog op. Wilders, weliswaar uitgedaagd door D66-leider Pechtold, sprak er schande van. Hij noemde het een trieste wanvertoning. Een hoofddoek was voor hem „een symbool van islamisering, onderdrukking en discriminatie van de vrouw.” Nu zij er bij haar moskeebezoek zo bijgelopen had, zou koningin Beatrix volgens hem dergelijke praktijken hebben gelegitimeerd.
In haar reactie tegenover de media noemde de koningin dit „echt onzin.” Of die woorden van tevoren afgesproken waren met de premier, zullen we maar in het midden laten. Uiteraard moest Rutte de koninklijke aanval op zijn gedoogpartner voor zijn rekening nemen. De rel betrof drie uiterst gevoelige terreinen: het koningshuis, de islam en de positie van de vrouw.
Kwam de kritiek op het koningshuis vroeger vooral van links, nu is het met name Wilders die niet schroomt de koningin te bekritiseren en zich beijvert om de rol van het koningshuis in te perken. Dat heeft niet alleen te maken met zijn agressieve stijl van politiek bedrijven, ook inhoudelijk zijn er belangrijke verschillen tussen hem en linkse critici.
Wilders presenteert zich als de woordvoerder van het volk tegenover de elite. Daar behoort ook het koningshuis toe. Verder geldt dat, hoewel de koningin zich van expliciet politieke uitspraken onthoudt, het wel duidelijk is dat zij qua politieke oriëntatie veelal in een andere hoek zit dan de PVV. Bijvoorbeeld als het gaat om het milieu, de multiculturele samenleving, de islam en Europese samenwerking.
Ervan uitgaande dat het koningshuis in de maatschappij vooral een samenbindende rol dient te hebben, zou de koningin er goed aan doen zich niet al te zeer tegenover de PVV-achterban te profileren. Een wat meer diplomatiek geformuleerde afwijzing van de kritiek van Wilders op haar moskeeoutfit had daarom voor de hand gelegen.
Christenvervolging
De relatie van de westerse wereld tot de islam is de laatste decennia steeds meer onder spanning komen te staan. Bovendien is het Midden-Oosten al sinds jaar en dag een kruitvat. Tegelijkertijd is het voor Nederland een belangrijke regio. Grenzend aan Europa en een grote olieleverancier.
Daarbij geldt dat de Verenigde Arabische Emiraten en Oman in die regio niet de beroerdste staten zijn. Een mengsel van traditioneel en modern. De positie van christenen in beide landen is bepaald niet gemakkelijk, maar het gaat niet om Saudi-Arabië of Iran. Op de ranglijst van Open Doors van landen waar christenen vervolgd worden, staat Oman op plaats 27 en de Verenigde Arabische Emiraten op 37. Dat kan erger.
Wel zijn er redenen te over om zo’n staatsbezoek aan te grijpen om de moeilijke positie van christenen aan de orde te stellen. Uit de berichtgeving heb ik niet begrepen dat dat ook gebeurd is. Maar wellicht leende dit onderwerp zich meer voor stille diplomatie.
We moeten ons hoeden voor een islamcomplex à la Wilders, maar dat neemt niet weg dat de islam een gevaarlijke, agressieve godsdienst is. Zoals je echter joden en christenen in allerlei soorten hebt, geldt dat ook voor moslims. Zeker in de internationale verhoudingen is het van belang om van die verdeeldheid gebruik te maken. In ieder geval is het nooit verstandig om je tegenstanders op een hoop te drijven. Je moet hen juist zien te verdelen. Gematigde moslims en moslimstaten tegenover de meer extreme.
Geëmancipeerde vrouw
Een van de terreinen waarop de westerse cultuur botst met de islamitische, betreft de positie van de vrouw. Nu is daar inderdaad forse kritiek op te leveren, al hoeft die kritiek zich niet te beperken tot islamitische landen. In het hindoeïstische India zijn er wat dat betreft ook heel wat schrijnende misstanden. Maar het ligt ook niet op onze weg om die westerse kritiek zonder meer over te nemen en de geëmancipeerde westerse vrouw als voorbeeld te stellen voor de rest van de wereld.
In de islamitische cultuur heeft men toch altijd nog wat meer besef van de grote betekenis van het huwelijk en de waarde van het moederschap. En laten we niet vergeten dat in de westerse cultuur de Bijbelse opvattingen over de man-vrouwverhouding, huwelijk en gezin evenzeer onder vuur liggen.
De uithalen van Wilders richtten zich vooral op de hoofddoek die de koningin bij haar moskeebezoek droeg. Charmant stond dat bepaald niet. Maar het punt van Wilders was dat zo’n hoofddoek een symbool is van islamisering en onderdrukking van de vrouw. Ook in progressieve kring, waar men zich voor het overige graag zo ver mogelijk van Wilders distantieert, werkt de hoofddoek van moslima’s vaak als de bekende rode lap op de stier.
Moeten we daarin meegaan? Wie wat rondgereisd heeft in de wereld weet dat kledinggewoonten en dresscodes zeer kunnen variëren. Daarbij is er ook veel schaamteloze kleding. Gehoofddoekte moslima’s maken zich daar meestal niet aan schuldig. Met de onderdrukking van de vrouw in de bezochte golfstaten valt het erg mee. Terecht wees de koningin daar ook op.