De rebellen doodden een politieagent en vernietigden de radarinstallatie. De politie liet versterkingen aanrukken, waarna de FARC-strijders konden worden verdreven.

De radarinstallatie werd gebruikt voor het controleren van het vliegverkeer in een groot deel van het zuiden en het westen van Colombia, maar ook voor het traceren van drugssmokkel. Volgens de luchtvaartautoriteiten zijn er geen vluchten uitgevallen, maar moeten reizigers wel rekening houden met forse vertragingen. Een woordvoerder van de luchtvaartautoriteit zei dat het nog maanden duurt voordat de radar is hersteld.

De FARC ontstond in de jaren ’60 als een ultralinkse guerrillabeweging. Later ontwikkelde de organisatie zich tot een criminele en terroristische bende die zich bezighoudt met onder meer afpersingen, ontvoeringen en drugshandel.