Zestiende-eeuwse geleerde Scaliger krijgt gedenksteen
LEIDEN – Aan het pand van boekhandel Van Stockum aan de Leidse Breestraat is vrijdag een gedenksteen onthuld voor de zestiende-eeuwse geleerde Josephus Justus Scaliger.
Scaliger (1540-1609) geldt als een van de grootste intellectuelen van zijn tijd, de Einstein van de zestiende eeuw. Hij wordt door hedendaagse wetenschappers beschouwd als grondlegger van de historisch-kritische Bijbelwetenschap, maar zijn gereformeerde tijdgenoten zien hem vooral als boegbeeld van calvinisme.
De van oorsprong Franse, rooms-katholieke geleerde wordt op latere leeftijd protestant. Als 52-jarige vrijgezel komt hij naar de Nederlanden, zich koesterend in de faam van zijn vader (Julius Caesar Scaliger) en trots op zijn vermeende afstamming van een adellijk Italiaans geslacht. Hij heeft dan al de nodige uitgaven van klassieke schrijvers op zijn naam staan en is beroemd geworden met zijn studie naar de historische tijdrekening. Uit de meest uiteenlopende bronnen –Hebreeuws, Arabisch, astronomie, wiskunde– heeft hij geprobeerd een eenduidige tijdlijn af te leiden. Zo is hij, terugwerkend vanuit het heden, aangeland bij het begin van de tijd: zondag 18 april 3949 voor Christus, de dag van de schepping.
In zijn huis aan de Breestraat –de gedenksteen prijkt nu op nummer 113– ontvangt hij bevoorrechte groepjes leerlingen. Gezeten rond het turfvuur trekken ze (zoals hij zelf opmerkt) wit weg door de zwaveldampen, maar ze zuigen gretig de kennis in die hij te bieden heeft. Scaliger hoeft geen college te geven, hij strijkt zijn enorme salaris op zonder de verplichtingen die andere hoogleraren op de schouders drukken. Het is genoeg dat hij, steunpilaar van de Europese republiek der letteren, de nog jonge universiteit van Leiden roem verleent.
Scaliger is een van de eersten die Bijbelteksten reconstrueren aan de hand van verschillende overgeleverde versies. Hij wisselt brieven met belangrijke geleerden van zijn tijd. Zijn leerlingen maken naam in de geschiedenis: de jurist Hugo de Groot, de letterkundigen Daniël Heinsius en Petrus Scriverius en de arabist Thomas Erpenius.
De Leidse universiteitsbibliotheek dankt een belangrijk deel van de collectie oosterse handschriften aan de erfenis van Scaliger. Zijn correspondentie is kort na zijn dood uitgegeven door Daniël Heinsius en Jacobus Revius. Dit jaar verschijnt een nieuwe, achtdelige editie van Scaligers briefwisseling, uitgegeven door dr. Paul Botley en dr. Dirk van Miert (uitg. Droz, Genève).