Ds. Kaptein: Christenen mogen zich niet isoleren
SOMMELSDIJK – „Christenen mogen zich niet isoleren. Ze moeten midden in de samenleving staan. Ze hebben namelijk een boodschap voor die samenleving.”
Dat zei ds. K. J. Kaptein, hersteld hervormd predikant te Lunteren, donderdagavond in de hersteld hervormde Rehobôthkerk in Sommelsdijk. Hij sprak daar voor de cursus geestelijke vorming die uitgaat van de hersteld hervormde gemeente en de christelijke gereformeerde kerk in Middelharnis/Sommelsdijk.
Ds. Kaptein sprak over ”De spanning tussen christen-zijn en samenleving”. Christenen mogen zich volgens hem niet onttrekken aan de samenleving. „Wij zijn wel ín de wereld, maar niet ván de wereld.” Dat is een spanningsveld, aldus de predikant. „Als christen nemen we onze plaats in de wereld in als een gezondene, terwijl we in deze wereld op vijandig grondgebied zijn. Maar we zijn geroepen om kruisdrager te zijn, achter Christus aan.”
Als Gods Woord voor ons de norm is in de samenleving, roept dat vragen op. Dat mag volgens ds. Kaptein niet alleen negatief worden geduid. „Die spanning is juist voorwaarde om onze roeping te kunnen vervullen. Een christen die de wereld omarmt, heeft namelijk niets meer te zeggen, maar heeft zichzelf ongeloofwaardig gemaakt.” Een christen staat volgens hem ambivalent in deze wereld. „Hij mag zich niet isoleren van de wereld, maar mag zich ook niet vermengen met de wereld. Wat voor kracht heeft onze boodschap nog wanneer we ons niet onderscheiden van de wereld? Dat levert gegarandeerd spanning op.”
Volgens ds. Kaptein moet er onderscheid zijn tussen kerk en wereld. Maar christenen moeten er wel voor waken wereldvreemd te worden. „Een christen mag best in positieve zin opvallen in de wereld.”
De Lunterse predikant noemde het van groot belang dat christenen weten waarvoor ze staan. „Anders gezegd: Wat geloven we en wat belijden we? Een tweede is: Hoe is ons leven?”
Ds. Kaptein vroeg zich af „waarom we zo weinig lijden omwille van het Evangelie. Komt dat omdat de wereld naar ons toe zo toegeeflijk is geworden, of is het waar wat een moslim onlangs tegen me zei: „Christenen zijn laf.” Zijn we werkelijk christen, of noemen we ons alleen maar zo? Een christenleven staat voortdurend onder spanning. Midden in de wereld, maar betrokken op de samenleving. Het moet ons gaan om distantie en bewogenheid.”
De predikant stelde de vraag hoe christenen zich opstellen tegenover een cultuur die goddeloos is en van God noch gebod wil weten. Hij noemde de Amerikaanse theoloog Helmut Richard Niebuhr, die verschillende mogelijkheden noemt. Christenen kunnen zich opstellen tegenover de cultuur, of helemaal opgaan in de cultuur; ze kunnen boven de cultuur staan, of tegen de cultuur zijn; ze kunnen ten slotte gericht zijn op de vernieuwing van de cultuur.
Hoe vinden wij vandaag hierin onze weg? vroeg ds. Kaptein. „Christenen in de Vroege Kerk weigerden om de keizer ”kurios” te noemen. Voor hen was Christus Koning. Daarom werden ze vijanden van het menselijk geslacht genoemd.” Volgens Augustinus mag een christen de goede dingen van de wereld gebruiken, maar is hij geroepen de hemelse dingen te genieten. Ds. Kaptein: „Een christen heeft een wandel die in de hemel is en ziet met heimwee uit naar de wederkomst van Christus. Dat wil niet zeggen dat hij zijn dagen passief moet slijten in deze tegenwoordige wereld. Vanwege de zonde voelen zij zich hier niet meer thuis, maar deze wereld is wel de plek waar God ons geplaatst en geroepen heeft. We zien dat die spanning in onze tijd alleen maar toeneemt.”
Volgens de predikant kan het niet anders dan dat die spanning er is. „Als die er niet zou zijn, is dat een veeg teken.”