Ballast
Er zijn schepen die grote rijkdommen vervoeren. Die rijkdommen wegen dikwijls het minst en beslaan weinig plaats. Om toch veilig te kunnen varen, nemen de schepen zand als ballast in, opdat ze niet door de minste wind uit de koers zouden slaan.Zo draagt ook de kerk met haar gelovige zielen een onvergelijkbare schat van de genade van God met zich. Zij is beladen met de rijkdommen van de hemel, maar heeft ballast opdat de wervelwind van de hoogmoed haar niet ondersteboven kan keren. Aan deze ballast heeft de ware kerk nooit gebrek. Haar reis is het gelukkigst, wanneer ze met tegenspoeden en vervolgingen is beladen.
Al is de ballast een zwaar ding, nochtans is ze niet de moeite waard in vergelijking met de waarde van de lading. Want zodra de verdrukking weggenomen wordt en ze in rust is met overvloed van rijkdommen, broedt de kerk een monster dat hoogmoed heet. Dat is gezeten in de tempel van God en verheft zich boven alles wat God genaamd wordt.
Door gebrek aan deze ballast is het tegenovergestelde gebeurd. Men heeft de schat der deugden verloren, die anders zijn plaats heeft in het hart van de nederige. Is er ooit onder de mensen iemand buitengewoon verrijkt geweest met gaven uit de hemel en beladen met zware ballast, dan is het de grote apostel Paulus wel geweest. Hoor hem daarover klagen in 1 Korinthe 4:9.
Eduart Marmet, predikant te Londen (De geestelijke schipvaart, 1666)