Dr. H. Klink vijfentwintig jaar predikant
HOORNAAR – Wat is de kerk? Wat is waarheid? Wat is in dit tijdsgewricht, om met H. J. Iwand te spreken, het thema? Dr. H. Klink: „Vragen als deze zouden, juist in het kerkelijk leven, weer hoog op de agenda moeten komen te staan.” De jubilerende predikant uit Hoornaar neemt echter een andere tendens waar.
„Waar het bij steeds meer kerkmensen, predikanten, theologen, om draait”, zegt hij in de ruime pastorie aan de Dorpsweg, „zijn vragen als: Wat is voor mij relevant? Hoe zijn we aantrekkelijk voor de wereld? Of, ter rechterzijde: Is het wel voor mij? Dat zijn legitieme vragen, alleen: zo puur individualistisch. Er is zoveel meer. Het gaat in de kerk, in de theologie, uiteindelijk niet –niet alleen– om mij, om de mens. Het gaat, heb ik in het laatste nummer van het blad Ecclesia geschreven, om Hem, Die Johannes op Patmos zag, in al Zijn glorie. Hem, Christus, is, als de Pantocrator, alle macht gegeven in hemel én op aarde. En van Hem mag Zijn gemeente het ook in 2012 verwachten.”
Putten
Vandaag vijfentwintig jaar geleden werd dr. Klink (53) bevestigd tot predikant binnen de –toen nog– Nederlandse Hervormde Kerk. Est-Meteren, in de Betuwe, was zijn eerste gemeente. Zijn eerste officiële gemeente tenminste: daarvoor verleende hij, als student theologie in Utrecht, ruim twee jaar bijstand in het pastoraat in Putten, drieënhalve dag per week. „Dat is een prachtige tijd geweest. Ds. L. Kievit woonde toen in Putten, hij is een vriend van me geworden. Opmerkelijk, denk ik wel eens, ik heb nogal wat oudere vrienden gehad. Ds. Kievit was veertig jaar ouder dan ik; dr. W. Aalders vijftig jaar; Martin Hengel dertig jaar. Verstandige mensen, wijze mensen, van wie ik veel heb geleerd.
Ds. Kievit – samen met hem bezocht ik mensen die hij van vroeger kende, en onderweg vertelde hij dan iets over zo iemand. Veel van die oude Puttenaren hadden de verschrikkelijke razzia in ’44 bewust meegemaakt. Dat zette een stempel op hun leven. En: ze hadden vaak iets sprankelend gelovigs. Bij hen wist je: wat ze zeiden, waren niet zomaar mooie frasen; het was echt. Trientje Timmer was zo iemand. Maar ik zou veel meer namen kunnen noemen, verhalen kunnen vertellen. Een goede tijd, ja.”
Dr. Aalders
In zijn studententijd maakte Klink ook kennis met het werk én de persoon van dr. W. Aalders, woonachtig in Den Haag. „Ik ben er altijd vast van overtuigd geweest dat in de orthodoxie, in de grote dogma’s van de kerk, de waarheid, het heil lag. Dat heeft voor mij nooit echt ter discussie gestaan. Maar het klimaat in Utrecht was destijds volop Barthiaans. Onder andere Aalders’ boek ”De grote ontsporing” heeft toen veel voor mij betekend. Maar ook persoonlijk ontstonden er contacten. Aalders bood ons als studenten ontzettend veel. Door zijn breedte, zijn eruditie, zijn vroomheid. En dat contact is er tot het laatst van zijn leven gebleven.”
In 2009 verscheen bij uitgeverij Groen het boek ”Tekst en uitleg”, dat de weerslag vormt van de gesprekken die dr. Klink door de jaren heen met Aalders voerde over het Evangelie naar Mattheüs. Wanneer komt het toen aangekondigde tweede deel, over Lukas, uit? „Ik ben er nog mee bezig. Ook Ecclesia, waarvan ik sinds kort alleen de eindredactie heb, vergt de nodige tijd.”
Volkskerk
Op 9 juni 1991, inmiddels ruim twintig jaar geleden, verbond ds. Klink zich aan zijn tweede gemeente, in het Zuid-Hollandse dorp Hoornaar.
Dr. H. Klink en Hoornaar, het zijn bijna synoniemen geworden. Nooit naar een andere gemeente verlangd?
„Nog altijd heb ik helder voor ogen hoe ik hier gekomen ben. En ik heb het mooi gevonden dat de overwegingen die ik toen had –ik wil er niet te veel over zeggen– zijn uitgekomen. En ja, dan rijgen de jaren zich aaneen. Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik hier niets meer te zeggen heb.”
Hoe zou u Hoornaar karakteriseren?
„Als een echt dorp, met toch een heel eigen karakter. De hervormde kerk is hier de enige kerk, en eigenlijk ben ik ook predikant voor het hele dorp. Ik kom bij randkerkelijken, onkerkelijken, en omgekeerd doen zij een beroep op mij. Hier functioneert de volkskerk nog. Kwesties als bond of confessioneel spelen hier ook niet. Je zou de gemeente als ethisch-Kohlbruggiaans kunnen typeren.”
Jarenlang maakte de predikant deel uit van de generale synode van de Hervormde Kerk. Intensief was hij betrokken bij de beraadslagingen die ten slotte, in 2004, zouden leiden tot de fusie van drie kerken tot de Protestantse Kerk in Nederland. In november 1995 stapte ds. Klink uit protest op als lid van de synode. „Er speelden toen twee dingen. Het eerste was dat de volkskerk zou opgaan in een groot geheel, de vrees die bijvoorbeeld onder woorden was gebracht in het ”Hervormd Pleidooi” van onder anderen Aalders. Maar er was nog iets anders, en dat is eigenlijk altijd onderbelicht gebleven. We kregen in de betreffende synodevergadering twee minuten spreektijd per persoon – veel te kort voor zó’n fundamenteel besluit. Ik heb gezegd: Nu gaan we fuseren, zonder dat er een visie is op de roeping van de kerk nú. Wat is eigenlijk hervormd zijn, kerk zijn, volkskerk zijn? Fuseren is meer dan alleen maar drie kerkordes in elkaar schuiven, wat nu dreigde te gebeuren. Ik heb toen gepleit voor federatie in plaats van fusie. Eerst –hooguit– federeren, dán die prangende vragen gaan overdenken, en dan… Maar het zat er niet in. Dat heeft mij toen heel veel gedaan. Toen heb ik gedacht: nu kan ik als een Don Quichotte blijven vechten, maar het heeft geen zin meer. Ik heb toen bedankt. Ik weet nog heel goed dat ik op dat moment Groen van Prinsterer voor me zag, die op zeker moment naar de Kamervoorzitter liep, en een papiertje op de katheder legde. Hij bedankte.”
Jaren later, in 2010, deed uw tweelingbroer, minister Ab Klink, iets vergelijkbaars toen hij opstapte als Kamerlid.
„Toen hij me belde –ik was zowat de eerste tegen wie hij het zei– ging dat ook een ogenblik door me heen, ja. Dat moment van toen kwam even terug.”
In 1997 promoveerde u op de studie ”Opstand, politiek en religie bij Willem van Oranje”. Zou u dit thema nu nog gekozen hebben?
„Ik heb daar geen moment spijt van gehad. In mijn leven zijn, als ik terugkijk, altijd twee lijnen zichtbaar geweest. Al voor mijn promotie hield ik me bezig met de bestudering van het Nieuwe Testament, filosofie, het hellenisme, de intertestamentaire periode. En ik weet nog dat ik net na mijn promotie tegen mijn promotor zie: „Nu ga ik me op het Nieuwe Testament richten.” Dat heb ik gedaan, en dat doe ik nog. En in het laatste nummer van Ecclesia pleit ik voor een veel bredere bestudering in Nederland. Er is zoveel verschenen op dit gebied, in Duitsland, in Engeland. En wij laten het gewoon liggen. Tegelijkertijd: aan de bestudering van Willem van Oranje, de brieven die hij schreef én kreeg, van zijn moeder onder anderen, heb ik me gelaafd. Willem van Oranje, hij was buitengewoon krachtig en vroom, authentiek christelijk, ook als staatsman. Hij heeft een onuitwisbaar stempel gedrukt op ons land.”
Lees ook „Mijn vertrek is een klacht”, een interview met ds. Klink uit 1995.