Commentaar: Links heeft dit kabinet nog niet zomaar weg
Het politieke jaar heeft verschillende ijk- en bezinningsmomenten. Momenten waarop elke partij of coalitie even halt houdt bij de vraag: waar staan we en waar willen we heen? Een van die momenten is begin januari.
De linkse partijen in de Kamer hebben dat laatste moment nu benut om met elkaar een nauwere samenwerking aan te gaan. Zaterdag presenteerden ze op een bijeenkomst in Nijmegen een plan dat als alternatief moet dienen voor de extra bezuinigingen waarmee het kabinet-Rutte de komende maanden komt.
Dat de linkse partijen elkaar eindelijk weten te vinden, is op zichzelf opmerkelijk. Bij de vorig jaar gehouden Provinciale Statenverkiezingen slaagden ze er, na enkele halfslachtige pogingen, niet in gezamenlijk een vuist te maken.
Maar ook nu is het de vraag wat PvdA, SP en GroenLinks werkelijk tot stand kunnen brengen met het vijftal A4’tjes dat ze hebben volgeschreven. Enerzijds geldt: als er ooit kansen waren voor een oppositie, dan nu, bij de huidige gedoogconstructie. Anderzijds blijft ook waar: zolang VVD, CDA en PVV erin slagen elkaar vast te houden en een enigszins samenhangend pakket van bezuinigingen in elkaar te knutselen, heeft de oppositie, hoe eensgezind ook, het nakijken.
De grootste dreiging voor dit kabinet schuilt daarom niet in het al of niet eensgezind optrekken van de oppositie, maar in het risico van interne verdeeldheid. Vooral het CDA vormt in het centrumrechtse bouwwerk een wankele steen. Als deze partij in de bezuinigingsdiscussies, geprest door de meer sociale flank in de partij, gechargeerd gezegd naar links gaat hangen, kan dat in de relatie met VVD en PVV grote spanningen gaan opleveren.
Zo bezien is het niet vreemd dat in de Haagse wandelgangen soms gefluisterd wordt dat VVD en CDA gedoogpartner PVV, zonder tussentijdse verkiezingen, willen inwisselen voor D66, GL en CU. Of wellicht voor de PvdA. Met die partijen zou een vernieuwd en socialer CDA anno 2012 beter uit de voeten kunnen.
Toch is dat, op de keper beschouwd, een onwaarschijnlijke optie. Zo’n ruil moet van twee kanten gewild worden. Waarom, bijvoorbeeld, zou D66 zich –zonder verkiezingen– met op schrift gestelde afspraken gaan binden aan CDA en VVD? Zou iemand als Pechtold dan zomaar de kans laten lopen zijn huidige tien zetels op te krikken tot zestien of achttien, het aantal dat hij de laatste tijd in de peilingen scoort? En waarom zou de PvdA zich voor zo’n manoeuvre lenen? Wat wint Cohen erbij als hij wel verantwoordelijk wordt voor het beleid, maar geen ministers levert? Voor de PVV had die aanpak destijds iets aantrekkelijks; voor de PvdA, toen en nu, niet.
Daarom is het het meest aannemelijk dat dit kabinet, waarvan geen enkele deelnemende partij op dit moment belang heeft bij verkiezingen, nog even doorregeert. Reken er maar op: Rutte zal de komende weken al zijn sociale vaardigheden in de strijd werpen om met CDA én PVV tot overeenstemming te komen. Dat hem dit lukt, spreekt niet vanzelf, maar uitgesloten is het evenmin. Waar een wil is –en die lijkt er bij het drietal nog te zijn–, is een weg. En zeg in de politiek nooit „nooit.”