Wilders’ afkeer van Beatrix verklaarbaar
Beleg onder wetenschappers een congres over populisme en de meeste tijd zal besteed worden aan een zoektocht naar de juiste definitie. Want populisme is een lastig begrip. Ben je het met een bepaald politicus oneens? „Ach, laat hem maar kletsen; ’t is een populist!”
Daarmee hoeft de term echter nog niet meteen in de prullenbak. Want wat er in het algemeen mee bedoeld wordt, voelt iedereen prima aan: een politieke stroming die zich tegen het establishment keert en die pretendeert te spreken uit naam van het volk.
Zo bezien is het niet gek dat het etiket populist vandaag de dag vooral op PVV-leider Wilders geplakt wordt. Als iemand volkse gevoelens verwoordt, is hij het.
Wat wél verwondert, is dat de populist Wilders zich zo vaak en zo fel tegen het koningshuis keert. Het Oranjehuis mag zich immers al jarenlang verheugen in een brede en stabiele populariteit onder de bevolking? Volgens onderzoeken van TNS Nipo schommelde het aantal voorstanders van de monarchie de afgelopen acht jaar tussen de 85 en de 87 procent. Wat zou een populist dan beter kunnen doen dan de Oranjes regelmatig over de bol aaien?
Maar Wilders peinst daar niet over. Keer op keer richt hij zijn pijlen op koningin Beatrix en haar familieleden. Is het niet door kritiek te oefenen op haar kersttoespraken, dan door het indienen van een initiatiefwetsvoorstel om de vorst uit de regering halen. Of, zoals deze week gebeurde, door af te geven op het feit dat hare majesteit bij het bezoeken van een moskee in de Verenigde Arabische Emiraten een omslagdoek en een hoofddoek droeg.
Wat zit daar achter? Bij nadere doordenking zijn er wel degelijk enkele verklaringen te geven voor Wilders’ niet aflatende strijd tegen het koningshuis:
- Opvattingen botsen
Wilders is uiterst sceptisch over het project Europa en over de multiculturele samenleving. De Oranjes staan daar precies omgekeerd in. Zij hebben het decennialang als hun taak gezien in Europa en in de Nederlandse samenleving verzoenend en samenbindend bezig te zijn. Wilders daarentegen werkt met zijn boude uitspraken over de islam en over moslims splitsend tussen bevolkingsgroepen. Geen wonder dat koningin Beatrix in haar kersttoespraken soms in bedekte termen waarschuwde voor de door de PVV veroorzaakte polarisatie. Waarschuwingen waarop Wilders dan weer als door een wesp gestoken reageerde. Met als uiteindelijk gevolg het ontstaan van een bijna persoonlijke rancune van de PVV-leider tegen de koningin.
- Elite is slecht
Populisme is in de kern altijd anti-elitair. Zó bezien valt het dus heel goed te begrijpen dat Wilders het koningshuis regelmatig over de knie legt. De Oranjes zijn de elite aller elites.
- Overdaad schaadt
Daar komt bij dat er in Nederland weliswaar grote steun bestaat voor de monarchie, maar die koningsgezindheid heeft toch haar grenzen. Wie burgers erop wijst hoeveel het koningshuis jaarlijks kost –ook al is dat in vergelijking met andere Europese vorstenhuizen niet buitensporig–, proeft al snel verontwaardiging. Een koningshuis? Prima. Maar het moet ons, hardwerkende Nederlanders niet te veel gaan kosten. Overdaad schaadt. En het geld groeit ons niet op de rug.
Wilders kent dat sentiment en weet dat het „hosanna” van het volk makkelijk omslaat in „kruist hen.”
- Framing als sterk wapen
De Oranjes mogen dan populair zijn, die populariteit is geen voor altijd vaststaand gegeven. Politici kunnen, doordat ze in de Tweede Kamer en in de media een podium hebben, zaken framen en van een stempel voorzien. De PVV is daar uitermate knap in. Waren Europa, ontwikkelingssamenwerking, kunst en media jarenlang tamelijk neutrale begrippen, tegenwoordig hebben zij voor velen een negatieve klank gekregen, mede doordat er door Wilders het etiket links (een woord dat voor hem verwant is aan soft, naïef en geldverspillend) op is geplakt. In dat rijtje voegt hij nu al enige tijd moeiteloos en met een soort van innerlijke logica ook de koningin.
Zijn kiezers lijken het hem niet kwalijk te nemen, beïnvloed als ze wellicht al zijn door zijn de werkelijkheid manipulerende newspeak en zijn Orwelliaanse vereenvoudigingen. „Vier poten? Goed! Twee poten? Slecht!”.