Shell haalt minder olie uit de grond
De Koninklijke/Shell Groep heeft in het tweede kwartaal minder olie uit de grond gehaald. De productie van ruwe olie daalde in vergelijking met een jaar eerder met 2 procent tot omgerekend 2.361.000 vaten per dag.
Desondanks behaalde het olieconcern meer winst. „Wij hebben de wind mee door de hogere olie- en gasprijzen”, zei president-directeur J. van der Veer van de Koninklijke donderdag. Het Brits-Nederlandse olieconcern presenteerde mede dankzij hogere olie- en gasprijzen door de oorlog in Irak over het tweede kwartaal een nettowinst van 2,8 miljard dollar. Dat is 28 procent meer dan het voorgaande jaar.
Dankzij de uitstekende eerste drie maanden (toen de olieprijs nog hoger lag) kwam het nettoresultaat over het eerste halfjaar uit op een record van 8,2 miljard dollar. Daarin zat ook de opbrengst van verkopen van onder meer Ruhrgas van 2,3 miljard dollar. De omzet over de eerste zes maanden steeg met 32 procent tot 101,9 miljard dollar.
Shell wijt de lagere productie van olie en gas onder meer aan het afstoten van velden in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, maar ook aan onlusten in Nigeria. Hierdoor lag de winning van olie in het Afrikaanse land dagen stil. Dat effect werd deels tenietgedaan door nieuwe velden in onder meer Canada en hetzelfde Nigeria.
Toch verwacht Shell dat de productiecapaciteit dit jaar op hetzelfde niveau blijft als vorig jaar. Voor de middellange periode blijft de doelstelling dat de productiecapaciteit van olie en gas jaarlijks 3 procent groeit, zei directeur W. van de Vijver. „Maar de realiteit is dat je dingen niet onder controle hebt. Kijk naar Nigeria en de lagere gasafzet in Nederland door het warmere weer.” Bij gas daalde de beschikbare capaciteit met 1 procent.
Bij het onderdeel chemie daalde het resultaat door lagere marges en hogere grondstofprijzen met 9 procent tot 111 miljoen dollar. „Het onderdeel heeft een sterk cyclisch karakter”, zei Van der Veer. „Maar het blijft onderdeel van Shell. We halen sterke voordelen uit chemie en bijvoorbeeld raffinage.”
Shell maakte vorige week bekend als leider van een groep bedrijven na jarenlange onderhandelingen gas te gaan opsporen in Saudi-Arabië. Het gaat om een gebied dat vijf keer groter is dan Nederland. „Wij zijn terug in Saudi”, zei Van de Vijver. „Dat is wat we wilden.” Het ligt voor de hand dat het concern de gasvelden ook gaat ontwikkelen, al zei Van de Vijver dat niet hardop.
Over mogelijke projecten in het buurland Irak is Shell terughoudend. „We wachten tot er een legitieme regering is die gaat bepalen wat er gaat gebeuren. De vraag is of zij buitenlandse bedrijven zullen toelaten.” Angst dat daardoor Amerikaanse bedrijven met de buit ervandoor gaan, heeft Van de Vijver niet. „De Amerikanen zullen begrijpen dat er eerst een transitie in dat land moet plaatsvinden.”
De Koninklijke/Shell Groep kondigde ook aan dit jaar voor ongeveer 1 miljard dollar extra te gaan investeren. De oliemaatschappij ziet ruimte „voor attractieve kleinere additionele investeringen”, zei Van der Veer. Door de dure euro komen de investeringen dit jaar in dollars niet uit op de eerder aangekondigde 12 miljard maar op bijna 14 miljard. De extra investeringen gaan ten koste van het programma om eigen aandelen in te kopen. „Daar stoppen we mee voor de rest van het jaar”, zei Van der Veer.
Aandeelhouders reageerden aanvankelijk nauwelijks op de winstcijfers. De kleine winst van de ochtend bleef gelijk na de bekendmaking van de cijfers. Het aandeel stond echter begin van de middag op een verlies van 0,1 procent bij een koers van 40,35 euro. Analisten wezen op de lagere productie en het voorlopig stopzetten van het terugkopen van aandelen. Dat laatste voedde speculaties over een grote overname.