De kerken krijgen het geld als vergoeding voor de bezittingen die in beslag waren genomen door het communistische regime dat het toenmalige Tsjechoslowakije van 1948 tot en met 1989 bestuurde.

De kerken krijgen ook 56 procent van de bezittingen terug.

De kerkbesturen en regering hebben circa 20 jaar onderhandeld over de vergoeding. Tegen de betaling was langdurig verzet van de kleine regeringspartij Publieke Zaken, die de maatregel te duur vindt. Premier Petr Necas dreigde de ministers van deze partij te ontslaan, als ze tegen zouden stemmen. Daarop besloot de partij toch maar akkoord te gaan. Het besluit kan ook rekenen op instemming van het parlement.

Een opiniepeiling van bureau STEM in december toonde aan dat zeven op elke tien Tsjechen tegen de vergoeding is.