Apeldoornse sjoel in de verkoop
APELDOORN – De synagoge van Apeldoorn staat te koop. In het gebouw aan de Paslaan zijn al enkele jaren geen diensten gehouden. „De inkomsten wegen niet op tegen de uitgaven.”
„Het is onvermijdelijk”, zegt Rob Lezer, voorzitter van de Nederlands-Israëlitische Gemeente (NIG) Stedendriehoek, waartoe Apeldoorn behoort. „De joodse gemeenschap in Apeldoorn vergrijst, mensen trekken hier weg. Er zijn nu nog maar zo’n twaalf leden over. Dat maakt het al bijna onmogelijk om diensten te beleggen; daarvoor is de aanwezigheid van tien volwassen mannen vereist. Tegelijk is het ondoenlijk om met zo weinig mensen een synagoge met bijbehorende begraafplaats te onderhouden.”
De Apeldoornse gemeente is in 2000 samengevoegd met die van Zutphen en Deventer tot de NIG Stedendriehoek. Iedere gemeente heeft haar eigen begraafplaats. De synagoge van Deventer is al verkocht. De NIG Stedendriehoek telt zo’n 52 leden.
In brand gestoken
De synagoge aan de Paslaan in Apeldoorn is in 1960 gebouwd. Hij kwam in de plaats van het oorspronkelijke gebouw uit 1890, dat in augustus 1941 in brand werd gestoken en zwaar beschadigd raakte.
Voor de Tweede Wereldoorlog kende Apeldoorn een bloeiend joods leven. In de eerste decennia van de twintigste eeuw groeide het aantal joodse inwoners sterk, mede dankzij de vestiging van enkele joodse verpleeginstellingen in Apeldoorn: de psychiatrische instelling Het Apeldoornse Bosch aan de Zutphensestraat (1909) en het ernaast gelegen Paedagogium Agisomog (1925), waar zwakzinnige en moeilijk opvoedbare joodse kinderen werden ondergebracht.
In oktober 1941 werden in Apeldoorn 1549 joden geregistreerd, onder wie een groot aantal vluchtelingen en patiënten en verplegend personeel van de beide verpleeginrichtingen. Na de oorlog keerden slechts 150 joden terug in Apeldoorn.
Berucht is de ontruiming van de twee psychiatrische instellingen door de Duitsers onder leiding van Ferdinand aus der Fünten in de nacht van 21 op 22 januari 1943. De 1250 patiënten en hun verzorgers zijn bijna allen omgebracht in Auschwitz en Sobibor.
Door vergrijzing van de joodse gemeenschap is het niet langer doenlijk de synagoge aan de Paslaan te handhaven. Eind vorig jaar besloten de leden het gebouw in de verkoop te doen. „Dat was een emotioneel gebeuren”, zegt Rob Lezer. „Mensen hebben toch een band met het gebouw. De verkoop gaat dan ook niet van harte. Het gaat ons allemaal vreselijk aan het hart. De omstandigheden dwingen ons echter. De inkomsten wegen niet op tegen de uitgaven. We hebben allerlei mogelijkheden onderzocht om het gebouw rendabel te maken. Er zijn contacten geweest met de gemeente Apeldoorn, met het Joods Historisch Museum en met andere musea om van de synagoge bijvoorbeeld een cultureel centrum te maken. Maar dat zou toch te weinig inkomsten opleveren.”
Omdat de synagoge op de gemeentelijke monumentenlijst staat, zal hij niet worden gesloopt. Het gebouw kampt wel met achterstallig onderhoud. Vooral de buitenkant verkeert al enkele jaren in slechte staat. Restauratie zou algauw 100.000 euro kosten en dat geld heeft de joodse gemeenschap niet. Momenteel wordt de achterkant van de sjoel opgeknapt, zodat de deuren weer goed kunnen sluiten. Hiervoor legt de joodse gemeenschap samen met de provincie Gelderland en de gemeente Apeldoorn al ruim 16.000 euro op tafel. „Om het gebouw te kunnen verkopen moet het er toch een beetje netjes uitzien.”
Geen grand café
Er zijn geïnteresseerden voor de synagoge, weet Lezer te melden. „Ik heb goede hoop dat het gebouw wordt verkocht. Met de opbrengst kunnen we dan onze andere bezittingen onderhouden. Maar de gegadigden staan niet in de rij. Bovendien willen de leden graag dat de synagoge een passende bestemming krijgt. Dus liever geen grand café, maar iets cultureels, of een woonfunctie.” Overigens moet het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap, de overkoepelende organisatie van de joodse gemeenten, nog toestemming geven door de verkoop. Lezer: „Die zal er wel komen. Ook daar weten ze niet wat ze aan moeten met een gebouw dat niet wordt gebruikt.”