Kerk & religie

William McEwen, jong gestorven discipel van de Erskines

„Christus heeft de scharlaken en karmozijnen klederen van onze toegerekende zonde op Zich genomen, opdat Hij ons met de klederen van Zijn toegerekende gerechtigheid mocht bekleden, klederen die witter zijn dan wol en zuiverder dan sneeuw.” Het zijn kenmerkende woorden van William McEwen (1735-1762), jong gestorven predikant van het Schotse Dundee.

L. J. van Valen
10 January 2012 19:05Gewijzigd op 14 November 2020 18:37
De kerk van McEwen in Dundee. Foto RD
De kerk van McEwen in Dundee. Foto RD

Zijn geschriften, waarvan de meeste pas na zijn dood werden uitgegeven, getuigen van de onuitsprekelijke rijkdommen van Christus. Hij stond in de traditie van de ”Marrowtheologie” die ook mannen als Boston en de Erskines heeft gestempeld.

Vrijdag is het 250 jaar geleden dat McEwen op 28-jarige leeftijd overleed. Zijn wieg stond in de stad Perth, de hoofdstad van het Schotse graafschap Perthshire. Daar groeide hij op. Kerkelijk was hij betrokken bij de Wilson Church, vernoemd naar William Wilson (1690-1741), een van de stichters van de afgescheiden Secession Church. Met Ralph en Ebenezer Erskine en twee andere predikanten onttrok Wilson zich in 1733 aan de Schotse staatskerk. Het zogenaamde patronaatsrecht, dat de overheid het laatste woord toekende in de procedure van het beroepingswerk, was de voornaamste aanleiding tot deze afscheiding. Deze nieuwe kerk, die in 1747 op haar beurt werd getroffen door een scheuring, bracht jarenlang voorgangers voort die geworteld waren in de klassieke Schotse geloofsleer.

Evangeliebeloften

Een recente dissertatie van William VanDoodewaard (inmiddels hoogleraar aan het Puritan Reformed Theological Seminary in Grand Rapids), getiteld ”The Marrow Controversy and Seceder Tradition”, toont aan hoe tot aan het eind van de achttiende eeuw de ”Marrowtheologie” de prediking in de Secession Church heeft gestempeld. Deze leer legt vooral de nadruk op de onvoorwaardelijke prediking van de evangeliebeloften, op de persoonlijke verzoening en op het onderscheid tussen de ”zekerheid van het geloof” en de ”zekerheid van het gevoel”.

De Marrowleer, waarvan de benaming is ontleend aan het controversiële puriteinse boek ”The Marrow of Modern Divinity” (Het merg van de hedendaagse godgeleerdheid) van Edward Fisher, beoogt terug te grijpen op de klassieke thema’s van de Reformatie. Aanhangers ervan willen afstand nemen van de prediking die het Evangelie onder de beheersing brengt van Gods eeuwige besluiten en de hoorders plaatst onder de wetmatige klem van zondeovertuiging waaraan eerst moet worden voldaan alvorens er plaats kan komen voor de nodiging van het Evangelie. De studie van VanDoodewaard laat zien hoe deze Marrowaccenten in de prediking binnen de Secession Church hebben gefunctioneerd.

Preektalent

McEwen begon op jonge leeftijd met de studie theologie, eerst bij Ebenezer Erskine en daarna bij diens schoonzoon James Fisher. Zijn kennis van de oude talen, klassieke geschriften, filosofie en van „de beste Engelse poëten en historici” was opvallend. In 1753 werd hij door de classis van Dunfermline tot de evangeliebediening toegelaten en een jaar daarna verbond hij zich aan de Secessiongemeente in Dundee.

Het kerkgebouw bevond zich aan de School Wynd. Hij was toen nog geen twintig jaar oud. Niet alleen was zijn preektalent groot, ook zijn devotie was opvallend. Zijn vriend John Patison, die na diens dood enkele geschriften van McEwen heeft laten verschijnen, merkte over zijn prediking en pastoraat op: „Hij verlangde er in het bijzonder naar om een levendig gevoel te hebben van Gods almachtige goedheid, vertoond in de vrije aanbieding van de vergeving en vrede in het Evangelie, gedaan aan opstandige zondaren, die hij op hun zielen zocht in te drukken. Hij was ervan overtuigd dat alleen aan deze bron en aan de invloeden van de heiligende Geest alle edele hoedanigheden, de liefelijke genade en de belangrijke plichten die de zaligheid van onze natuur bewerken kunnen, worden ontleend.”

Een krachtige verkondiging van het Evangelie, die tot uitdrukking komt in een dringend appel op het gemoed van de hoorders, beschouwde McEwen als het middel dat Gods Geest gebruikt om zondaren aan zichzelf te ontdekken en aan de voeten van Christus te brengen.

Allegorieën

Hoewel McEwen praktisch geen preken heeft nagelaten, laten zijn ”Select Essays” zien hoe de prediking van het Evangelie bij hem functioneerde. Hierin is een preek opgenomen over ”The Great Matter and End of Gospel-Preaching” (de grote zaak en het doel van de evangelieprediking). Oorspronkelijk was dit een preek over 2 Korinthe 4:5 („Want wij prediken niet onszelf, maar Christus Jezus”) gehouden in Aberdeen bij de bevestiging van Alexander Dick.

McEwens boek ”Grace and Truth, or The Glory and Fulness of the Redeemer Displayed” (Genade en waarheid, of de heerlijkheid en volheid van de geopenbaarde Verlosser) is een weergave van de „typen, beelden en allegorieën van het Oude Testament” die als heenwijzing naar Christus dienen. Het is na zijn dood uitgegeven en meermalen herdrukt. Dr. John Erskine vergeleek dit boek met de werken van de Engelse theoloog James Hervey (1714-1758), die bekend is van zijn met beelden en voorbeelden doorspekte meditaties. Had McEwen langer geleefd, dan zouden er zeker meer boeken van zijn hand zijn verschenen.

Avondmaal

Dr. John Brown van Haddington, wereldwijd bekend geworden als auteur van de ”Self Interpreting Bible”, was een studiegenoot van McEwen. Brown vroeg aan McEwen om zijn mening over een voorstel dat hij in de Secession Church wilde doen om het avondmaal frequenter te vieren. In de praktijk werd dit sacrament slechts één keer per jaar bediend. De zogenoemde Schotse ”communion seasons” (avondmaalstijden), van donderdag tot maandag, waren echter wel hoogtepunten in het kerkelijke leven die ook door gelovigen van buitenaf werden bezocht.

Hoewel McEwen het voorstel van Brown ondersteunde, haalde het op de synode geen meerderheid.

Eind december 1761 preekte McEwen in Edinburgh; vandaar ging hij naar Dalkeith om in het huwelijk te treden met de oudste dochter van de koopman John Wardlaw. Tijdens een samenzijn met vrienden sprak McEwen vooral over de „eeuwige wereld, waarin alle mensen spoedig moeten komen.”

Na de huwelijksdag stopte hij op weg naar Dundee in Leith. Daar werd hij getroffen door hoge koorts, die leidde tot zijn dood. Op 28-jarige leeftijd ging hij heen en liet hij zijn vrouw en vele anderen bedroefd achter.

Zijn korte leven was een getuigenis voor de Naam en de Persoon van Christus. Zijn evangelieverkondiging kenmerkte zich door bewogenheid en zalving. In navolging van zijn leermeester, Ebenezer Erskine, verkondigde hij de onnaspeurlijke rijkdommen van Christus.


Christus in de prediking

„Christus is het grote onderwerp van de Schriften. Waarom zou Hij dan niet het grote onderwerp van onze preken zijn? De Schrift is de ring; Christus is de diamant. De Schrift is de cirkel; Christus is het centrum. De Schrift is de akker; Christus is de schat verborgen in de akker. De Schrift is de kruik; Christus is de nardusolie. De Schrift is het gebouw; Christus is het fundament. De Schrift is het lichaam; Christus is de ziel. Wat is het Oude Testament anders dan Christus Die verborgen is? En het Nieuwe Testament dan Christus Die geopenbaard is? Stel de heerlijkheid van Christus tot het grote doel in de prediking. Zoek niet uw eigen eer, maar de eer van Hem Die u gezonden heeft.”

(Uit: ”The Great Matter and End of Gospel-Preaching” (bevestigingspreek) van William McEwen)


De verhoogde slang

„Het was God, Die de opdracht gaf om de koperen slang in de woestijn op te heffen. En het was God, Die de Heere en Zaligmaker beval om Zijn leven af te leggen en voor dit raadsbesluit al de schandelijke en pijnlijke omstandigheden van dit ontzettende en verbazende schouwspel te schikken. Mozes zou niet bevolen hebben om de koperen slang te maken, als deze niet op een stang zou worden verhoogd, noch zou de Zoon van God in de gelijkenis van een mens verschenen zijn, wanneer het Zijn voornemen niet was om aan het kruis te sterven en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen. De slang werd verhoogd, zodat bij het zien hiervan genezing kon worden verkregen. En Christus werd gekruisigd opdat, wie in Hem gelooft, niet zou verderven, maar het eeuwige leven zou verkrijgen.”

(Uit: ”Grace and Truth” van William McEwen)


Uitverkiezing

„De dag van de verkiezing is eeuwig. Ja, zo moet het zijn, want ieder voornemen van Zijn wil is even oud als Hij Zelf is. O, heerlijke gedachte, om in het hart van een liefhebbend God te wonen van voor de grondlegging der wereld! Wat voor dankbare gevoelens kunnen er in het gemoed van deze hoge gunstelingen niet oprijzen, dat God hen heeft liefgehad met een eeuwige liefde, vóórdat het aanbreken van de dageraad zijn plaats kende. Hoe profijtelijk zullen hun overdenkingen van Hem zijn, zowel des nachts als des daags, dat Zijn kostelijke gedachten over hen zo oud zijn als de eeuwigheid zelf?

O, u die deelgenoten zijt van deze hoge eer! Leef tot eer van Hem en dat Zijn waardige Naam in uw harten en u in Zijn handpalmen gegraveerd mag zijn, door Hem Die uw waardeloze namen onder de levenden in Jezus Zelf heeft te boek gesteld, terwijl anderen in de aarde geschreven zijn.”

(Uit: ”Select Essays” van William McEwen)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer