Zin-in-avond Gouda: Red degenen die ten dode wankelen
GOUDA – „De miljoenen uit Azië roepen je toe: „Kom over en help ons.” Ongeveer 40 procent van de meer dan 16.000 volkeren in deze wereld is nog niet bereikt met het Evangelie. Lijkt het ons niet te wegen dat deze mensen voor eeuwig verloren zullen gaan?”
Dat zei ds. J. IJsselstein, zendingspredikant van de Gereformeerde Gemeenten te Papoea-Nieuw-Guinea, zaterdag in Gouda op de eerste 21+ Zin-in-avond van de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten (JBGG). Deze eerste avond van het Zin-in-seizoen werd door ongeveer 900 jongeren bezocht.
Ds. IJsselstein was in de jaren tachtig als tropenarts werkzaam in Nigeria. Door ziekte keerde hij terug naar Nederland. Terwijl hij hier werkzaam was als psychiater, studeerde hij gelijktijdig theologie in Utrecht. In 2006 werd hij toegelaten tot de studie voor predikant aan de Theologische School van de Gereformeerde Gemeenten te Rotterdam.
Een jaar later gaf hij te kennen dat hij na het afronden van zijn studie als zendingspredikant beroepbaar wilde zijn. Medio 2010 werd ds. IJsselstein uitgezonden naar Papoea-Nieuw-Guinea, waar hij zorgt voor de uitbouw van een theologische opleiding van de Gereja Jemaat Protestan di Indonesia (GJPI), een zusterkerk van de Gereformeerde Gemeenten.
In Gouda sprak ds. IJsselstein over het thema: ”Jouw zending”. De predikant memoreerde hoe ds. G. Kuijt vijftig jaar geleden de honderden miljoenen die ten dode wankelen op zijn hart kreeg gebonden. „Dat was de reden dat hij aan zijn zendingsmissie begon. Zijn Koning was zijn Zender”, aldus ds. IJsselstein.
Islamisering
Na vijftig jaar heeft dat ons nog veel te zeggen, vervolgde hij. „Wat toen zo zwaar op zijn schouders lag, lijkt ons nu vaak zo ver weg. We zijn druk met debatteren over de islamisering, maar liggen niet wakker over de miljoenen zielen die, als God het niet verhoedt, voor eeuwig verloren gaan. We maken ons druk over onze kerkelijke structuren, maar hoe zwaar weegt het zielenheil van onze medemens? Zij wankelen ten dode, zo gij u onthoudt”, aldus de zendingspredikant.
„Zending is een goddelijke opdracht”, aldus Zin-in-voorzitter Christian van Bemmel. „Jezus’ opdracht is niet beperkt tot de nieuwtestamentische gemeente.”
Van Bemmel merkte op dat de profeet Jesaja in hoofdstuk 49 die zendingsboodschap ook al gaf: „Luistert toe, gij volken van verre! Om Mijn heil te zijn tot aan het einde der aarde.” „We moeten er niet aan twijfelen dat God roept. Roept Hij ook jou? Leeft zending onder ons nog wel? Hoe staat het met onze roeping? Wat is jouw zending?”
Misvattingen
Volgens ds. IJsselstein zijn op het zendingsveld velen christen geworden. „Ze hebben zich gehuld in een nieuw kleed, soms met een oud hart daaronder. Zijn wij ook zo’n christen? Maak haast met uw eigen hart! Papoea is gekerstend, maar men glijdt weer af door allerlei wind van leer. Daarom is theologisch onderwijs nodig. Voortgaande zending kan niet worden gemist.”
Volgens ds. IJsselstein is het werk aan de frontlinie bepaald nog niet af. „Refo Nederland zegt: Het werk is bijna klaar. Maar dat is het niet. Er wordt wel gezegd dat er nog maar een paar witte plekken op aarde zijn waar het Evangelie nog niet is gebracht. Maar nog altijd is 40 procent van de wereldbevolking verstoken van het Evangelie. Het werk is pas af als God terugkomt.”
Ds. IJsselstein noemde een aantal misvattingen over zending. Zo zou zending tegenwoordig moeilijker zijn dan ooit tevoren. „Ik geloof daar niets van”, zei hij. „We zijn lui en ongeloviger dan we ooit geweest zijn.”
Een tweede misvatting is volgens hem dat we voor de zending geschikt moeten zijn. „De Heere geeft aan iedereen een eigen taak. Als je ervan overtuigd bent dat God je in Nederland gebruiken wil, moet je niet in de zending gaan. Je bent pas echt geschikt voor de zending als je jezelf ongeschikt voelt. Alleen bedelaars zijn dienstbaar in het Koninkrijk van God. Besef van eigen onbekwaamheid maakt mij volgeling.”
Een derde misvatting is dat niet iedereen in de zending kan. Stel je voor dat we allemaal zouden gaan. Ds. IJsselstein noemt dat een dooddoener. „Het is pure armoede dat we als 160 gemeenten maar 25 zendingswerkers hebben.”
Roeping
Om in de zending te gaan zijn volgens de zendingspredikant twee dingen nodig: bekering en roeping. „Hoe kun je iemand oproepen tot bekering als je zelf nog onbekeerd bent?”
Een roeping voor het zendingswerk is volgens ds. IJsselstein niet iets buitengewoons. „Het is zeker geen briefje uit de hemel. De Heere spreekt tot ons door Zijn Woord. Als je Zijn stem hoort als een stem die je roept, dan is dat een weten om te gaan. Deze goddelijke roeping leidt tot afhankelijkheid die leidt tot de bede: Heere, wijs mij de weg.”
Bezinning
Zin-in is het merk van de JBGG dat zich richt op bezinning en ontmoeting voor jongeren van 21 tot 35 jaar. Die elementen komen tot uitdrukking in de naam ”Zin-in”: bezinning, zin-in, ontmoeting, zing-in.