Kerk schiet tekort in zorg voor mensen met beperking
Kerken moeten zich haasten om mensen met een verstandelijke beperking een volwaardige plaats te geven, stelt dr. J. H. Smit.
In de samenleving gaat men tegenwoordig anders om met mensen met een verstandelijke beperking dan vroeger. Er is meer aandacht gekomen voor ”inclusie” en voor emancipatie. Mensen met een verstandelijke beperking blijven nu wonen in de omgeving waar zij vandaan komen. Gespecialiseerde organisaties leveren zorg aan huis.
Ook het denken over mensen met een verstandelijke beperking is de laatste jaren veranderd. Niet langer zijn zij minderwaardig, maar worden zij als waardevol gezien. Betutteling heeft plaatsgemaakt voor een volwaardig bestaan. Mensen met een beperking mogen eigen keuzes maken.
Deze ontwikkeling heeft gevolgen voor lokale kerken. Meer dan vroeger maken mensen met een beperking gewoon deel uit van een plaatselijke kerk. Ze gaan op zondag naar de kerk en nemen doordeweeks deel aan activiteiten zoals catechese en Bijbelclubs.
Maar dat is niet alles. Ook hun positie in de geloofsgemeenschap is veranderd. Ze willen, ook al geven ze dat niet altijd zelf aan, als volwaardig behandeld worden en in die hoedanigheid deelnemen aan bestaande activiteiten.
Ik constateer dat op veel plaatsen in Nederland kerken zich inzetten voor mensen met een verstandelijke beperking. Dat wordt door hen en hun belangenbehartigers gewaardeerd.
Uit verschillende onderzoeken blijkt echter dat veel ouders en zorgverleners niet gelukkig zijn met de kwaliteit van de inzet van de kerken. De nieuwe visie op mensen met een verstandelijke beperking is onvoldoende doorgedrongen in de kerk. Mensen met een verstandelijke beperking worden nog te vaak apart behandeld. Zo organiseren veel kerken nog speciale kerkdiensten en aparte catechese.
Ook kwantiteit en kwaliteit van het pastorale contact met mensen met een verstandelijke beperking schieten tekort. De kerk laat het pastoraal nogal eens afweten.
In het proces van vernieuwing en verbetering van de pastorale zorg voor mensen met een verstandelijke beperking spelen pastores een centrale rol. Zij zijn herkenbare figuren en als leidinggevenden hebben zij een voorbeeldige rol bij het ontwikkelen van een inclusieve kerk.
Het blijkt dat pastores het vaak moeilijk vinden om met mensen met een verstandelijke beperking om te gaan. Zij weten niet hoe ze met hen moeten communiceren. Ze missen het vermogen tot ”totale communicatie”. Zelfs in aangepaste kerkdiensten blijven ze vaak nog steken in preken die verbaal en abstract zijn en meer gericht zijn op uitleg dan op het beleven en ervaren van het geloof.
De pastorale ontmoeting wordt door pastores meestal aan vrijwilligers overgelaten. Achter dit alles schuilt het werkelijke probleem: veel pastores voelen angst in hun zogeheten innerlijke ruimte om te communiceren met mensen met een verstandelijke beperking. Ook is er schaamte over de ervaren onmacht.
Dat alles is begrijpelijk. Iedereen krijgt ermee te maken als hij of zij wordt geconfronteerd met mensen met een verstandelijke beperking. Ik pleit er dan ook voor dat pastores een leerproces aangaan waarin zij leren om deze verstoringen van hun innerlijke ruimte te transformeren. Daardoor kunnen er betrokkenheid, positieve gevoelens, toewijding en gelovige verbondenheid ontstaan.
Er is helaas geen plaats of cursus waar pastores deze vorm van communicatie kunnen leren. De theologische opleidingen besteden er ten onrechte niet of nauwelijks aandacht aan.
In mijn proefschrift pleit ik verder voor het beoefenen van ”communio” van pastores met kerkleden met een verstandelijke beperking. In plaats van deze mensen te mijden, zouden pastores met hen aan tafel moeten gaan: eten, drinken, delen in het dagelijks leven. Dat blijkt de beste leerweg te zijn.
Met behulp van oefening en supervisorische begeleiding kunnen pastores compassie leren, een combinatie van passie als spirituele betrokkenheid op de ander en compassie, als bewogenheid met de de ander.
De ervaringen met communio zijn positief. Veel pastores die het toepassen, ervaren het als een verrijking van hun bestaan. Zij beleven in mensen met een verstandelijke beperking iets van Gods Koninkrijk. Dit gegeven zou kerken moeten aansporen om mensen met een verstandelijke beperking een volwaardige plaats te geven in de geloofsgemeenschap.
De auteur promoveerde aan de Vrije Universiteit op een onderzoek naar de pastorale communicatie met mensen met een verstandelijke beperking.