Christen heeft altijd iets van een spookrijder
Moeten Nederlandse christenen bidden om verdrukking? Die vraag schoot door mijn hoofd tijdens een ontmoeting met Chinese christenen. Zij vertelden over de persoonlijke vervolging en arrestaties waarmee zij in eigen land kampen. Als christen ben je in grote delen van China nog steeds overgeleverd aan de wrede grillen van de overheid. Detentie en discriminatie liggen op de loer.
Overigens, als onze kerkelijke gemeente verplaatst zou worden naar een land waar christenen worden vervolgd, zouden wij dan in de problemen komen? Een ontdekkende vraag. Een kerk die geen irritatie oproept, is geen kerk. Een christen heeft altijd iets van een spookrijder.
Er kwam bij deze Chinese christenen geen klacht over de lippen. Zij roemden in de ondervonden verdrukking én de daaruit voortgekomen zegen. Zij legden een direct verband tussen de verdrukking en de snelle groei van het christendom in China. Ontroerend vond ik, dat de sprekers over onze hoofden heen onze vaders en opa’s bedankten voor de zending die zij in China hadden opgezet. Zij waren daarvan de zichtbare vrucht.
Dankbaar voor verdrukking en vervolging. Dat bleef haken. Ik denk dat veel ouders er dagelijks om bidden dat hun kinderen een veilig leven in vrijheid mogen leiden. Het allerbelangrijkst is dat ze de Heere Jezus liefhebben, maar je hoopt ook dat ze een vreedzaam en welvarend bestaan mogen hebben. Niemand bidt om verdrukking voor zichzelf of voor zijn kinderen. Ik in ieder geval niet.
Nederland is een ongelooflijk vrij land. Maar dat heeft twee kanten. Wij hebben alle vrijheid om God te dienen naar Zijn Woord. Die vrijheid is een zegen. Tegelijkertijd is die vrijheid verworden tot een vrijbrief voor de meest schunnige zonden, zelfs om openlijk God te lasteren. In welk land is zo veel ruimte voor zonde en afgodsdienst? Deze vrijheid is een vloek.
In het licht van het Evangelie is grote vrijheid een verzoeking. De puriteinen leren dat de grootste verzoeking niet is gelegen in het hebben van strijd, maar juist in het ontbreken van strijd. Als het geloof geen offers meer kost, als het niet beproefd en verdrukt wordt, wordt het ook niet geoefend.
Wie wil ruilen met een Chinese of Noord-Koreaanse christen? Wie snapt dat kerkvaders het bloed van martelaren als zaad voor de kerk aanduiden? Het klinkt stuitend in onze westerse oren, maar er is een Bijbelse samenhang tussen verdrukking en vervolging en de geestelijke bloei en groei van de kerk van Jezus Christus op aarde. De apostelen waren verheugd dat ze waardig geacht waren geweest om Zijns Naams wil smaadheid te lijden (Hand. 5:41). Paulus is nog extremer. Hij zegt in Filippensen 3 dat het zijn streven(!) is om Christus gelijkvormig te worden en te kennen, niet alleen in Zijn opstanding, maar ook in Zijn lijden.
Ook het klassieke avondmaalsformulier wijst hierop. Als dit formulier spreekt over de onderlinge gemeenschap, gebruikt het het beeld van gemalen meel en samengeperste druiven (beziën). Dit beeld is niet zomaar gekozen. Gemálen meel en samengepérste druiven. Het duidt op de druk en beproeving waaronder de christelijke gemeente één moet worden en waarin het geloof wordt versterkt.
Ik geloof vast dat we verdrukking niet hoeven op te zoeken. Die zal ons van Godswege overkomen op Zijn tijd. Maar als verdrukking zo’n positieve uitwerking kan hebben op het geloof en op de kerk, rijst de vraag of wij niet te gemakkelijk bidden om een stil en gerust leven. Het ontbreken van verdrukking heeft de reformatorische gezindte misschien wel erg lauw en gemakzuchtig gemaakt. En veel ruimte geboden voor geveinsdheid. Immers, slechts wanneer het schip vergaat, ziet men wie kan zwemmen. Het uitblijven van verdrukking kan ook iets van een oordeel in zich hebben. God kastijdt elke zoon of dochter die Hij liefheeft.
Wij weten wie de hemel zullen zien. „Dezen zijn het, die uit de grote verdrukking komen; en zij hebben hun lange klederen gewassen, en hebben hun lange klederen wit gemaakt in het bloed des Lams” (Openb. 7:14).
De auteur is beleidsmedewerker voor de SGP-fractie in de Tweede Kamer. Reageren? gedachtegoed@refdag.nl