Kerk & religie

Predikantencontio GB: Verkiezing moet grotere plaats hebben

DOORN – „We moeten meer denken, theologiseren en preken vanuit het leerstuk van de verkiezing.” Dat pleidooi hield ds. H. J. Lam woensdag in Doorn in zijn openingswoord voor de predikantencontio van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland.

Van een medewerker
5 January 2012 10:51Gewijzigd op 14 November 2020 18:32
DOORN – De Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland hield woensdagop Hydepark in Doorn zijn jaarlijkse predikantencontio. Dr. T. J. J. Pleizier, predikant te Langerak, sprak over hoe hoorders een preek ontvangen. „Onze woorden hebben iets v
DOORN – De Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland hield woensdagop Hydepark in Doorn zijn jaarlijkse predikantencontio. Dr. T. J. J. Pleizier, predikant te Langerak, sprak over hoe hoorders een preek ontvangen. „Onze woorden hebben iets v

„De verkiezing is in de gereformeerde theologie het hart van de kerk”, zei de voorzitter van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond. „Terwijl ze in de praktijk van de prediking vaak een pro-memoriepost is. Verklaart dat niet veel hijgerig gemeente- en geloofsleven?”

De verkiezing is nog steeds kostbaar erfgoed en geen geloofsgoed van eergisteren, aldus ds. Lam. Ze welt volgens hem op uit de Heilige Schrift en ze is doordacht in de eeuwenlange traditie van de kerk. „Ook is ze een waarborg van Gods trouw, niet alleen aan de individuele gelovige maar aan Zijn kerk.”

De kern is, aldus ds. Lam, of „we ons als gemeente onder het kruis weten. Hebben wij in onze kring niet een brok bemiddelingstheologie binnengehaald? Er wordt van alles uit de kast gehaald om het Evangelie te bemiddelen. Wat moet er al niet gebeuren om een aantrekkelijke gemeente te zijn? Maar heeft een gemeente onder het kruis zo veel aantrekkelijks?” De leer van de verkiezing is volgens de predikant een troost voor predikers met lege handen en hoorders met lege harten.

Revius

Jacobus Revius (1586-1658) is volgens drs. H. A. de Bruijn, cultuurjournalist bij het Reformatorisch Dagblad, een van de grondleggers van de gereformeerde cultuur. De Bruijn promoveert binnenkort op Revius. Voor de predikantencontio hield ze een causerie over ”Revius en ik. Kerk en cultuur in de zeventiende eeuw, en hoe wij onszelf zoeken in het verleden”.

Ruim 100 van de 125 aanwezige predikanten bleken wel eens Revius’ gedicht ”Hij droeg onze smarten” op de kansel te hebben geciteerd. Vooral de woorden „T’en zijn de Joden niet, Heer Jesu, die U kruisten” worden volgens De Bruijn vaak aangehaald in preken. „Terwijl het helemaal geen origineel gedicht is. De wortels ervan gaan terug tot de kerkvaders. Het gedicht staat dus in een brede, katholieke traditie.”

Vervolgens trok De Bruijn een aantal lijnen van Revius naar het heden. Revius was opgevoed met een wereldbeeld waarin de aarde de kern van heelal vormde. Hij weigerde de ontdekking van Copernicus dat de aarde om de zon draait, te accepteren. Die ontdekking achtte Revius in strijd met de Schrift. Volgens De Bruijn kunnen theologie en wetenschap geen gescheiden werelden zijn. „De geschiedenis leert Revius’ ongelijk. Bescheidenheid bij natuurwetenschappelijke stellingnames door theologen blijft dus op haar plaats.”

Psalmberijming

Na de Statenvertaling moest er volgens Revius ook een nieuwe psalmberijming komen. Zijn berijming verscheen in 1640, maar het lukte niet deze ingevoerd te krijgen. Volgens De Bruijn vraagt een goede psalmberijming om goede dichters. „Met alleen theologen en neerlandici kom je er niet.” Invoering van een nieuwe psalmberijming kan volgens haar alleen succes hebben als die van bovenaf gebeurt.

De Gereformeerde Bond werkt momenteel aan een herziening van de psalmberijming van 1773. Ds. J. Harteman, voorzitter van de interkerkelijke commissie van deze herziening, onderstreepte het belang van goede dichters.

Hoorders

Dr. T. J. J. Pleizier, predikant te Langerak, refereerde over hoe hoorders een preek ontvangen, een onderwerp waarop hij gepromoveerd is. De preek is volgens hem onderdeel van een gesprek.

De hoorder is volgens dr. Pleizier geen ontvangststation van of een soort landingsbaan voor een boodschap die wordt uitgezonden. Hij wil worden meegenomen in de wereld van het geloof. „Preken opent een ruimte, zodat hoorders bij God thuis kunnen zijn.”

Luisteren naar de preek heeft iets van het vieren van het heil, zegt dr. Pleizier. „De preek kan een beschermend onderdak bieden, kan een leerhuis zijn en een confrontatie van Godswege.”

Inzicht in wat er bij hoorders gebeurt, kan de prediker helpen in het proces van de preekvoorbereiding, aldus dr. Pleizier. Hij riep de predikanten ertoe op elkaars preken te bespreken.

De prediking noemde hij een talig teken, een heilig gebeuren waarin mensen worden ingeschakeld in het gesprek dat God voert met de mens en waarin de verzoening wordt voltrokken. „Onze woorden dragen daaraan bij én belemmeren daarin. Onze woorden hebben iets van lapmiddelen, om in dit leven de weg van het Koninkrijk te zoeken en Christus te vinden. Onze woorden hebben iets van een tentdoek. Wat daaronder gebeurt, blijft een geheim. Het geheim van de hoorder en het geheim van de Heilige Geest.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer