Nederlander helpt Singalees archief met woordenlijst
AMSTERDAM – Alberto Feenstra (29) uit Amsterdam gaat het nationaal archief van Sri Lanka helpen bij het toegankelijk maken van een Nederlands-Singalese woordenlijst uit de zeventiende eeuw.
De vraag naar een vertaler was afkomstig van prof. K. D. Paranavitana, archivaris van het nationaal archief van Sri Lanka. Hij is gespecialiseerd in documenten van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en bezig met het overzetten van een aantal Nederlandse documenten uit de 17e eeuw, waaronder een Nederlands-Singalese woordenlijst. De lijst is opgemaakt door een van de Nederlandse predikanten, Simon Kat of Johannes Ruell, die toen op het eiland stonden. Hij diende als voorwerk voor de vertaling van de Nederlandse Statenbijbel in de taal van het toenmalige eiland Ceylon, het huidige Sri Lanka.
Omdat de archivaris wel wat hulp kan gebruiken, stuurde hij een verzoek naar het Statenbijbelmuseum in Leerdam om hem te helpen aan een vertaler.
Alberto Feenstra besloot te reageren. Hij rondde afgelopen jaar zijn masterstudie geschiedenis aan de Vrije Universiteit in Amsterdam af met een onderzoek naar een VOC-onderwerp uit de achttiende eeuw. Momenteel is hij bezig met archiefonderzoek naar VOC-Bijbelvertalingen uit de 17e en de 18e eeuw, onder begeleiding van prof. dr. L. J. de Vries. „Als historicus ben ik bijzonder geïnteresseerd in oude teksten, helemaal als die het voorwerk voor een Bijbelvertaling zijn”, aldus Feenstra.
De lijst bestaat nu uit woorden die uit het 17e-eeuws Nederlands zijn overgezet in het Singalees uit die tijd. Prof. Paranavitana heeft de lijst uitgebreid met een kolom hedendaags Engels. De taak van Feenstra wordt het controleren van de vertaling van het 17e-eeuws Nederlands in het hedendaags Engels.
Hoe lastig is het 17e-eeuws Nederlands? „Veel woorden zijn niet in een gewoon woordenboek terug te vinden. Bovendien stonden spellingsregels destijds niet vast. Over het algemeen kan ik het redelijk goed lezen. Ik heb nu in ieder geval geen last van slecht leesbare handschriften, want ik krijg alles digitaal aangeleverd.”
Hoe groot de woordenlijst is, weet de oud-student niet. „Ik heb tot nu slechts verkennend contact gehad met archivaris prof. Paranavitana. Ik hoop binnenkort de eerste woorden toegestuurd te krijgen. Ik ben erg benieuwd hoe de lijst eruitziet. Sommige woorden uit de Bijbel komen in het Singalees niet voor, dus dat is spannend.”
Op basis van zijn kennis van andere VOC-Bijbelvertalingen weet Feenstra dat dergelijke woordenlijsten niet heel uniek zijn. „In de 17e eeuw moesten predikanten zich snel verstaanbaar kunnen maken in een nieuwe stad. Daarbij maakten ze veel gebruik van woordenlijsten. Zo’n lijst is wel een bijzondere bron voor taalkundigen en historici.”
Betaald wordt Feenstra niet voor zijn werk. „Het zou mooi zijn geweest, maar het zit er niet in. Zo’n project is in ieder geval een interessante ervaring.”
Prof. Paranavitana krijgt behalve van Feenstra ook hulp van een neerlandicus en een Ierse studente die is gespecialiseerd in het 17e-eeuws Singalees.