Cultuur & boeken

Bij kerkvader Augustinus is de geschiedenis een rechte lijn geworden

De tijd is voor de oude Grieken een eeuwigdurende kringloop. Enkele eeuwen later is bij de kerkvader Augustinus de geschiedenis een rechte lijn geworden en zijn tijd en eeuwigheid van elkaar gescheiden.

Harry Groenenboom

3 January 2012 16:11Gewijzigd op 14 November 2020 18:30
De astronomische klok in Praag. Foto Wikimedia
De astronomische klok in Praag. Foto Wikimedia

In ”Wanden van de werkelijkheid” beschrijft dr. Vergeer op magistrale wijze hoe de visie op de werkelijkheid in de late oudheid veranderde. Vergeer doceert filosofie en ethiek aan Fontys Hogescholen in Eindhoven. Met zijn nieuwste boek laat hij op overtuigende wijze zien hoe problematisch de overlevering van filosofische teksten is verlopen. „We lezen Plato met de stemmen van Plotinus en Augustinus door die gedachten heen gonzend. Wie bereikt Aristoteles zonder eerst over Hegel en Thomas heen te stappen?”

Vergeer pleit voor herwaardering van de zogenaamde late oudheid, toen het Romeinse Rijk ten onder ging en de middeleeuwen zich aandienden. Deze periode wordt volgens hem ten onrechte gezien als een periode van verval. Hij stelt dat het grootste deel van de Griekse en Latijnse filosofie ons heeft bereikt „door de inspanningen van denkers en schrijvers van de late oudheid, en vaak in de vorm die zij er ten slotte aan gaven.”

Volgens Vergeer is het Europese denken van de middeleeuwen niet geworteld in Athene of Rome, maar werd het vooral gevoed door laatantieke denkers als Porpyrius (234-305), Augustinus (354-430) en Senator (490-585). Denkers uit de oudheid als Plato en Aristoteles „waren slechts verre namen in de middeleeuwen in het westen.”

De geschiedenis van de filosofie is volgens Vergeer meer te vergelijken met kruiende ijsschotsen die op en over elkaar schuiven, dan met de nauwkeurig afgebakende perioden waarin de geschiedenis doorgaans wordt ingedeeld.

”De wanden van de werkelijkheid” is bij Vergeer een beeld waarmee hij de ”categorieën” van Aristoteles typeert. Met deze categorieën wordt aangegeven wat er te zeggen valt over de werkelijkheid. Voorbeelden zijn ”wat iets is”, de ”betrekking” waarin het staat tot andere dingen, de ”hoedanigheid” daarvan enzovoorts.

De auteur laat zien hoe de eigenlijke bedoeling van deze categorieën uit beeld is geraakt door de wijze waarop de teksten van Aristoteles zijn overgeleverd. Iemand die zich diepgaand met de categorieën bezighield, was de neoplatoonse filosoof Plotinus (205-270). Een leerling van hem, Porphyrius (234-305), was het met de wijze waarop zijn leermeester de categorieën interpreteerde totaal niet eens. Een conflict was het gevolg. Porphyrius verliet Plotinus en schreef zijn eigen commentaar, dat in het Grieks de Eisagõgè, in de Latijnse vertaling de Isagoge heet. Hij deed dit zonder ook maar één keer te verwijzen naar zijn leermeester, met wie hij jarenlang discussieerde.

De ”Isagoge” heeft meer dan duizend jaar de wijze waarop de categorieën van Aristoteles werden begrepen, bepaald. Tegelijk is daarmee de visie die Plotinus daarop had eeuwenlang uit beeld geraakt. „De Eisagõgè is behalve een inleiding ook een dichtgegooide deur en de afsluiting van een denkweg”, aldus Vergeer.

”Wanden van de werkelijkheid” is thematisch van opzet. Een belangrijk thema is de verhouding van tijd en eeuwigheid. In de oudheid werd de tijd voorgesteld als een eeuwigdurende kringloop, als bij de opeenvolging van de seizoenen. Na de winter breekt altijd weer het voorjaar aan. Leven en dood zijn met elkaar in harmonie.

Onder invloed van het christendom wordt dat anders. Bij Augustinus –maar liefst drie van de twaalf hoofdstukken gaan over zijn opvattingen– is de tijd een rechte lijn geworden. Het tijdelijke wordt het vergankelijke, het volmaakte is slechts in de eeuwigheid te vinden. „Ruimte en tijd waren wezenlijk anders geworden, de wanden van de werkelijkheid waren dramatisch dichter op elkaar geschoven. Deze wereld en werkelijkheid was niet langer in orde, duurzaam en schoon. De werkelijkheid was slechts tijdelijk, onderbreking en beroving.”

Vergeer is iemand die zijn stof beheerst. Trefzeker weet hij aan te wijzen wat aandacht verdient of waar zich een belangrijke ontwikkeling voordoet. En hij schrijft mooi, met een zekere passie. Voor geïnteresseerden in de geschiedenis van de filosofie is dit boek zeker een aanrader. Een lijst met bronnen en een literatuurlijst per hoofdstuk achter in het boek nodigen uit tot verdere studie.


Boekgegevens

”Wanden van de werkelijkheid. Filosofie van de late oudheid”, door Charles Vergeer; uitg. Damon, Budel, 2011; ISBN 978 94 6036 151 7; 307 blz.; € 29,90.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer