De jaarlijkse productie van ’de Munt’ kende de afgelopen tien jaar grote verschillen, zo blijkt uit jaarcijfers. In 2001 draaide het bedrijf op volle toeren toen het in een jaar tijd ruim een miljard euromunten afleverde. In 2010 sloeg de Munt nog 41,4 miljoen euromunten. De productie van die munten begon al in 1999, toen het nog drie jaar zou duren voor de euromunt daadwerkelijk in de Europese portemonnees te vinden zou zijn.

Hoeveel munten de KNM er ieder jaar bij slaat, bepaalt De Nederlandsche Bank (DNB). „De hoeveelheid munten die wij van de DNB moeten produceren hangt af van de marktvraag”, zegt een woordvoerster van KNM. Die vraag kan per munt verschillen, blijkt uit de cijfers. Zo was er de afgelopen vijf jaar voornamelijk behoefte aan nieuwe euromunten van 5 cent.

De Nederlandse euromunten vormen overigens maar een klein deel van de totale hoeveelheid euro’s in Europa. De 17 eurolanden produceerden tot nu toe al 97 miljard euromunten. Ongeveer 330 miljoen Europeanen gebruiken de euro als betaalmiddel. Het laatste land dat de euro introduceerde was Estland. Het Baltische land stapte dit jaar nog over op de euro.

Eurocrisis of niet, het tienjarig jubileum van de euro gaat niet onopgemerkt voorbij. Speciaal voor de gelegenheid brengen de 17 eurolanden in 2012 een jubileummunt in omloop. Waar normale euromunten een gemeenschappelijke kant en een nationale kant hebben die per land verschillend is, is de jubileummunt in ieder euroland vrijwel gelijk. Het symbool op de munt werd ontworpen door Helmut Andexlinger, ontwerper bij het Oostenrijkse muntenhuis, en staat voor het belang van de euro voor de verschillende sectoren van de Europese economie. De KNM brengt de jubileummunt op 13 februari in de omloop.