Opinie

Zending leeft niet onder bevindelijk gereformeerden

Het zendingsbesef taant in bevindelijk gereformeerde kerken, signaleert drs. J. H. van Doleweerd. Er is herbezinning nodig op de Bijbelse zendings­opdracht.

24 December 2011 11:08Gewijzigd op 14 November 2020 18:23
Foto Wikimedia
Foto Wikimedia

Laat kwam het tot ontwikkeling onder de bevindelijk gereformeerden, geruisloos lijkt het weer te verdwijnen: het zendingsbesef. Aan de opdracht ligt het niet. Die is volstrekt duidelijk: „Gaat dan heen, onderwijst al de volken.” Alle evangeliën spreken erover. Een opdracht die diep geworteld is in de oudtestamentische profetieën. Even werd hij onder de bevindelijk gereformeerden gevonden, maar hij lijkt nabij de verdwijning.

Ik signaleer vier trends: de afwezigheid van de last, vlakheid in het spreken over zending, een valse bescheidenheid in de verhouding met andere kerken in de wereld en een gemis aan profetisch getuigenis.

De last drukt niet

Als ik mijn oor te luisteren leg en mijn oog laat gaan over de tekstkeuze van de uitgaven van preken, constateer ik dat de gemeente slechts bij hoge uitzondering gewezen wordt op de zendingsopdracht. Dat Christus een taak op de schouders van de gemeente gelegd heeft, namelijk om de wereld in haar handen te nemen, te bidden en te vasten en onder de leiding van de Heilige Geest werkers af te zonderen om de heilsboodschap buiten de eigen kerkelijke gemeente te gaan verkondigen, is eigenlijk geen thema. In de gewone preekstof komt de zending zelden voorbij.

Dat nog 40 procent van de meer dan 16.000 volkeren in deze wereld niet bereikt is met het Evangelie, lijkt niet te wegen. Het heeft er alles van weg dat het juiste zicht ontbreekt op de opdracht aan de gemeente om het Evangelie aan alle volken te verkondigen. Op de theologische scholen van de reformatorische kerken staan de zendingsvakken in een stoffig hoekje van het curriculum. De last van de opdracht drukt niet (meer).

Vlakheid

Ik constateer ook een vlakheid in het schrijven over zending in krant en kerk- en zendingsbladen. Waarom schrijven we niet over het geestelijk welzijn van de kerken die uit ons zendingswerk of uit andere zendingen zijn voortgekomen? Over de geestelijke vruchten die ondanks de weerbarstigheid gezien worden, over de komst van Gods Koninkrijk in deze wereld, zijn vijanden, de geestelijke tegenstand of doorbraak? Daarentegen lezen wij genoeg over eigen ervaringen, acties en activiteiten over wat we allemaal doen en vinden. Maar als het over de inhoud van zending gaat –zending speelt zich af op het slagveld van de geestelijke oorlog– constateer ik dat het overwegend vlak blijft. Heeft het ermee te maken dat het begrip zending is verbreed? Ondertussen krioelt 
het immers van particuliere diaconale en missionaire initiatieven op het kerkelijk erf die allemaal onder de aanduiding ”goede doelen” vallen.

Valse bescheidenheid

We zijn tot de ontdekking gekomen dat onze rol als kerk in de wereld een bescheiden rol is. En bescheidenheid siert de mens en dus ook de kerk. Nederland is niet het centrum van de kerk in de wereld. En christelijke kerken staan principieel gezien op gelijke voet met elkaar.

Maar daarmee is niet alles gezegd. Verreweg de meeste kerken in de wereld hebben een kerkgeschiedenis die slechts 25, 50, of hooguit 100 jaar oud is. Onze kerken hebben een schat aan zegeningen ontvangen in hun theologische erfenis, die vrijmoedig uitgebaat mag worden ten behoeve van de voortgang van Gods Koninkrijk. Er rust op onze kerken zelfs een dure plicht om deze zegeningen te delen met andere christenen in de wereld. Niet vanuit hoogmoed, maar vanuit dienstbaarheid.

En om niet meer te noemen: als we de financiële en materiële middelen per kerkelijk lid omslaan en die vergelijken met die van een gemiddelde kerk in het Zuiden, kleurt ons aangezicht diep rood. Onze bescheidenheid is valse bescheidenheid. Hoeveel mogelijkheden laten we onbenut?

Geen profetisch getuigenis

In het spreken over de boodschap van zending zijn we lief en aardig geworden. De heraut is weg. We zijn aarzelend en voorzichtig geworden om Gods waarheid onverkort en helder te proclameren. We houden het liever bij het beeld van de zaaier en het goede zaad. „Laten we dat zaad maar in alle eenvoud strooien, dan komt het wel goed. Meer kunnen we ook niet doen.” Zo misbruiken we de waarheid, om onze eigen onwil te verbloemen om tegen de hoofdstroom van de wereld in te gaan.

Dat het uiteindelijk goed komt, omdat God voor Zijn Woord zal instaan, geloof ik. Maar wat ik mis, is het diepe ontzag voor het spreken van Gods: „Bekeert u en gelooft het Evangelie”, en: „Tenzij gij wederom geboren wordt…” Het gaat in de zending om een Bijbels spreken over God, de mens en het heil, over vloek en oordeel en genade en verlossing in Christus Jezus. Dat zijn geen kleine zaken.

En dan zijn er nog de haast en de aandrang waarmee de opdracht dient uitgevoerd te worden. Natuurlijk is er tijd en wijze. Maar als het christelijk geloof ter sprake komt, leert de Schrift ons dat je daarmee altijd tegen de stroom in roeit. Aan de komst van Gods Koninkrijk zijn tegenstand en strijd verbonden, die alleen in het geloof overwonnen kunnen worden. Ik mis in het spreken over zending het doordrongen zijn van diepe ernst van de waarheid van Gods Woord over God, mens en wereld.

Herbezinning

Deze vier trends voeren de bevindelijk gereformeerden naar mijn overtuiging weg van de bron. Ik zie zending niet bloeien, eerder nog, ik zie haar bij de achterdeur staan, de verdwijning nabij. Ik wil daarom een pleidooi voeren voor een herbezinning op het Bijbels spreken over de zendingsopdracht van de kerk. Tevens zou ik willen aandringen op een gezamenlijk onderzoeken van de huidige ontwikkelingen in de wereldkerk met het oog op de Schrift. Zending wordt verricht in allerlei gestalten en in elke tijd moeten we ons afvragen welke daarvan de beste is. Maar uiteindelijk moeten deze gestalten wel geënt zijn op het Woord van God.

De auteur is missioloog en toeruster bij Zending Gereformeerde Gemeenten.

Meer over
Algemeen
Zending

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer