Economie geen exacte wetenschap
Sinds het uitbreken van de crisis staat de economische wetenschap ter discussie. Volgens prof. dr. Eelke de Jong is economie allang geen exacte wetenschap meer.
De economische wetenschap staat steeds vaker ter discussie. Volgens sommigen omdat ze de crisis niet heeft voorzien. Een stelling die discutabel is. Veel was wel voorzien en ook aan de relevante leiders doorgegeven.
Blijft de kritiek dat economen niet altijd tot hetzelfde advies komen. Is dat niet vreemd en doet dat geen afbreuk aan het beeld van de economische wetenschap als een in zekere mate exacte wetenschap? Deze vragen wil ik in dit artikel beantwoorden.
Economie was voorheen sterk met moraal en ethiek verbonden. In het interbellum ontstaat een kwantificering van de economie. Door de Tweede Wereldoorlog wordt dit versneld. Wiskundige technieken worden bijvoorbeeld gebruikt om te bepalen of het verstandiger is schepen afzonderlijk of in konvooien onder bescherming de Atlantische Oceaan over te sturen.
Na de oorlog zet de trend in de richting van de exacte wetenschappen door. Voorbeelden zijn de algemene evenwichtstheorie en concepten zoals rationale verwachtingen en rationeel beslissen. Hoewel ze in sommige situaties inzicht bieden, hebben ze belangrijke tekortkomingen.
Vandaar dat er binnen de economie alternatieve stromingen zijn opgekomen. Te denken valt aan gedragseconomie, die veel inzichten uit de psychologie haalt, institutionele economie, die het belang van instituties benadrukt, en cultuur en economie waarin het belang in verschillen in waardepatronen tussen groepen centraal staat.
Al deze voorbeelden illustreren dat de economische wetenschappen minder exact zijn geworden. Met welke wetenschap is economie dan het beste te vergelijken?
Naar mijn mening is de medische wetenschap een goede kandidaat. In beide wetenschapsgebieden gelden bepaalde wetmatigheden, maar spelen psychologische aspecten ook een rol. Bovendien is de toepasbaarheid van de inzichten uit deze wetenschapsgebieden afhankelijk van de context.
In het vervolg zal ik aan de hand van voorbeelden de parallellen tussen de twee wetenschappen illustreren. Allereerst de aard van de wetmatigheden. We weten dat roken de gezondheid aantast. Sommigen ervaren toch nut van roken; ze worden rustiger. Desondanks blijft roken schadelijk. Veel intensieve rokers krijgen op den duur longkanker en overlijden eraan. Dit impliceert weer niet dat iedereen aan roken overlijdt. Sommige rokers worden heel oud.
De parallel in de economie betreft het aangaan van schulden. Een lening afsluiten kan heel goed zijn. Het geeft aan degene die een productief idee heeft de mogelijkheid om dit idee te verwezenlijken. Op die manier hebben hij en de maatschappij er baat bij. Het ongelimiteerd aangaan van schulden is weer niet goed. Dan wordt de last te groot en heeft niemand er meer baat bij.
Het is echter niet precies aan te geven wanneer de last te groot wordt. De ene onderneming kan meer schulden torsen dan de andere. Evenzo kan het ene land een grotere schuld aan dan het andere. Dit hangt af van de omvang van het land en de mate van ontwikkeling en het groeipotentieel.
Vaak wordt geklaagd dat economen het niet met elkaar eens zijn. Ook hier is een parallel met de medische wetenschap te trekken. In de medische wetenschap staat de gewenste behandeling niet altijd van tevoren vast. Dit hangt af van wat de patiënt of het publiek in het algemeen wenselijk vindt en in andere gevallen van het specialisme van de betrokken medicus.
In sommige landen (bijvoorbeeld de Zuid-Europese) vindt men een bezoek aan de huisarts niet geslaagd als deze geen medicijnen heeft voorgeschreven. Nederlanders hebben eerder een afkeer van medicijnen.
Vergelijkbare verschillen bestaan er ook in de economie. De ene economie wordt veel meer dan de andere gekenmerkt door marktwerking. Dit beïnvloedt ook het denken van economen.
Een econoom uit Frankrijk –een vrij centraal geleid land– zal veel eerder pleiten voor beperkingen van de markt, bijvoorbeeld door een transactiebelasting, dan een econoom uit een Angelsaksisch land.
Tussen Frankrijk en Duitsland bestaan ook belangrijke verschillen. Frankrijk wordt veel centraler geleid, zowel in het bedrijfsleven als in de politiek. Duitsland is een federatie en men hecht aan het ordoliberalisme; marktwerking onder strenge regels. De huidige Europese crisis is naar mijn mening verergerd door dit fundamentele verschil van inzicht in de werking van een economie.
Ook het specialisme of de ervaring kan een rol spelen. Een chirurg zal eerder adviseren een operatie uit te voeren dan een niet-snijdende specialist. Een parallel in de economie is het pleidooi van de econoom Rajan om de Amerikaanse minister van Financiën niet uit de financiële experts van Wall Street te selecteren. Onwillekeurig zal een dergelijke expert de belangen van Wall Street behartigen en die hoeven niet samen te vallen met die van de staat.
Het idee dat economische wetenschap goed te vergelijken is met de exacte wetenschappen is een naoorlogse opvatting die al op haar retour is. Een vergelijking met de medische wetenschap is vaak meer verhelderend. Beide hebben gemeen dat ze algemene wetmatigheden proberen te ontdekken en deze in concrete situaties moeten toepassen.
De auteur is hoogleraar internationale economie aan de Radboud Universiteit Nijmegen.