Kritische synodeleden PKN in commissie permanente educatie
UTRECHT – De commissie die zich buigt over de invulling van de permanente educatie voor predikanten en kerkelijk werkers in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) is tijdelijk uitgebreid met twee afgevaardigden van de generale synode. Die hadden hun zorgen geuit over de verplichte nascholing.
Dat maakte scriba dr. A. J. Plaisier woensdag bekend in een brief aan alle predikanten en kerkelijk werkers in de Protestantse Kerk.
De commissie werkt aan een aangepast voorstel voor de generale regeling van de permanente educatie. Ook is ze bezig met een systeem van permanente educatie, „waarin tegemoet gekomen wordt aan de kritische opmerkingen bij het eerder voorgestelde systeem.”
Permanente Educatie is een belangrijk middel dat predikanten en kerkelijk werkers helpt om met vreugde en stichting de gemeente te dienen, aldus dr. Plaisier. „In het dienstwerk wordt het beste van de dienaren van de kerk gevraagd en daar hoort de bereidheid tot voortdurende scholing bij. De kerk hecht aan dit middel. Tegelijk is wel gebleken dat de aard en invoering hiervan niet eenvoudig is. Dat geldt ook voor de communicatie hierover. Als kerk zullen we ons best doen, ook in dit opzicht al doende te leren.”
De generale synode van de Protestantse Kerk besloot vorige maand dat de permanente educatie het studieverlof van predikanten definitief gaat vervangen. De precieze uitwerking van de verplichte nascholing moest echter nog duidelijker worden.
Met het uitstel van de concrete invoering van de nieuwe vorm van nascholing kwam het moderamen de synode tegemoet. De Protestantse Kerk had de verplichte nascholing voor predikanten en kerkelijk werkers al ingevoerd per 1 september, maar werd in oktober teruggefloten door het generaal college voor de behandeling van bezwaren en geschillen in de PKN.
De generale synode neemt in april een besluit over de aangepaste regeling voor permanente educatie.