Ds. Tuinier: Een Derde nodig in je huwelijk
Eén voor één bepreekte hij ze, najaar 2010: de Bijbelgedeelten die aan de orde komen in het huwelijksformulier. Uit Genesis 2, Johannes 2, Psalm 128... Ds. D. W. Tuinier: „Je ontmoet op dit terrein een ontstellende onkunde. En juist het huwelijksformulier bevat zo veel onderwijs. Waarbij het niets anders doet dan Gods Woord eerbiedig naspreken.”
Dát het formulier rijk van inhoud is, daarvoor moesten ook hemzelf „de ogen geopend worden.” „Ook ik wist het niet”, zegt ds. Tuinier in de pastorie aan de Prelaatweg in Aagtekerke – tegenover ‘zijn’ kerk. „Pas tijdens mijn studie op de Theologische School ben ik daar achter gekomen. Het was ds. G. J. van Aalst, een van mijn leermeesters, die ons als studenten voortdurend wees op de rijkdom van de belijdenis- en liturgische geschriften. Waarbij hij steeds weer liet zien hoe Bijbels gefundeerd die zijn. En hij raadde ons aan: „Probeer dat nu straks, als je zelf een gemeente hebt, door te geven. Behandel de belijdenisgeschriften eens op een aantal gemeenteavonden; bespreek het huwelijksformulier eens op de belijdeniscatechisatie; bepreek de teksten die erin geciteerd worden eens. Laat zien: Híér staat het, alzo spreekt de Heere, ook ten aanzien van het huwelijk.”
Ds. Tuinier: „En het mooie vind ik dat je merkt dat die raad wordt opgevolgd. Er ís in onze gemeenten meer aandacht gekomen voor, bijvoorbeeld, het huwelijksformulier. En die aandacht is het waard.”
Hield hij in zijn vorige gemeente, Terwolde-De Vecht, een aantal gemeenteavonden over het avondmaalsformulier; in Aagtekerke preekte hij vorig jaar over de Bijbelgedeelten die worden aangehaald in het huwelijksformulier. Uit Genesis 2 en 24, Psalm 128, Mattheüs 19, Johannes 2, 1 Korinthe 7, Efeze 5. Onlangs verscheen het boekje ”Samen één”, waarin deze preken, omgewerkt tot „overdenkingen”, zijn opgenomen. „De onkunde is groot. En onkunde doet dwalen.”
Hoe verklaart u die onkunde?
„Ik vrees dat we er zelf debet aan zijn. Ik herinner me nog wel dat toen wij trouwden, we de avond ervoor bij de kerkenraad moesten komen. Dat was alles. En zo ging je, eigenlijk onvoorbereid, je huwelijk in. Daar komt nog bij dat de tijdgeest de kerk bepaald niet voorbijgaat.
Zelf probeer ik daarom de nodige aandacht te besteden aan de huwelijksvoorbereiding. Ik trouw meestal zo’n twaalf à vijftien stellen per jaar, ook vanuit de consulentgemeenten. Tijdens twee avonden behandel ik dan samen met hen het huwelijksformulier. En als ik een stel trouw, komen ze op een zaterdagmiddag bij me en spreek ik opnieuw met hen over de wezenlijke dingen wat betreft het huwelijk. Wat zegt de Heere daar in Zijn Woord over? Wat ga je elkaar beloven, voor Gods aangezicht? Waar gaan jullie om bidden?”
Kunt u dat eens samenvatten?
„De Bijbel leert duidelijk dat niemand verplicht is te trouwen. Maar ben je getrouwd, dan ben je verplicht om trouw te zijn aan elkaar. Waarbij ik steeds weer benadruk dat wij mensen ten diepste niet trouw kunnen zijn. Eigenlijk kun je alleen trouw zijn door genade, vanuit Hem, Die getrouw is geweest tot in de dood. Waarom gaat het zo vaak mis in huwelijken? Omdat er alleen een horizontale band is, of was, en de verticale band, de geloofsband met Hem, de Heere Jezus Christus, ontbreekt of niet beoefend wordt.”
Nodig is een derde binnen het huwelijksverbond, schrijft u, de Derde.
„Met z’n tweeën wordt het huwelijk, hoe goed ook, vroeg of laat een teleurstelling. Daarom zeg ik tegen de bruidegom: „Bid dagelijks: O Zoon, maak mij Uw beeld gelijk.” Als je dat vraagt, zal je vrouw dat merken, en omgekeerd ook. Door Gods genade zal er iets zichtbaar worden van waar het huwelijk een afspiegeling is: de band tussen Christus en Zijn bruid. Want daar gaat het om, dat het huwelijksleven door Gods herscheppende genade weer beantwoordt aan zijn doel: het samen één zijn, als man en vrouw, in Christus. Uiteindelijk gaat het om de grote Bruidegom en het geestelijk huwelijk met Zijn bruidskerk. Hij zal Zijn bruid hebben. Laten we beseffen dat het huwelijk tijdelijk is. Het gaat om het geestelijk huwelijk. Het gaat naar de eeuwige, hemelse bruiloft toe. De vraag is: zullen wij daar eenmaal zijn?
„Maar dominee”, vragen catechisanten wel eens, „moet ik dan bekeerd zijn om te kunnen trouwen?” Dan zeg ik: Ja. Om met vrucht aan het heilig avondmaal te gaan, is Gods genade nodig. Maar dat geldt ook als we onze kinderen ten doop houden. En hetzelfde geldt als het gaat om het huwelijk. Ben je nog onbekeerd? Dan is het niet goed met je. Laat dat je dan in de nood uitdrijven tot de troon van Gods genade.”
Hoe reageerden gemeenteleden op uw preken over het huwelijksformulier?
„Laat ik het zo zeggen: die hebben best wat losgemaakt richting de pastor. Zeeuwen zijn over het algemeen nogal gesloten, maar juist van jonge mensen kreeg ik veel reacties. Jongeren, dat merk ik steeds weer, willen niets liever dan dat je de dingen concreet noemt: wat zegt de Bijbel nu precies? Al kun je vanaf de preekstoel niet alles zeggen, vanzelf.”
Er is nog nooit een tijd geweest dat er zo veel boeken verschenen over het huwelijk. Tegelijkertijd neemt het aantal echtscheidingen, ook binnen de Gereformeerde Gemeenten, toe.
„Juist daarom blijft het zo nodig om hier, vanuit het Woord, over te blijven spreken en schrijven. Het gevaar is bijvoorbeeld groot dat je aan een echtscheiding gaat wennen. Of dat je, ook als pastor, al snel denkt dat er niets meer te redden valt. Maar Gods Woord is heel duidelijk: wat God samengevoegd heeft, scheide de mens niet. En dan is het zo mooi wat er in het huwelijksformulier staat: „…dat Hij de getrouwden Zijn hulp en bijstand altijd wil bewijzen, ook wanneer men zulks allerminst verwacht.”
Als ik ergens op bezoek ga waar huwelijksmoeilijkheden zijn, wijs ik vaak op de trouwtekst die aan de muur hangt – dat zie je nogal eens. En dan zeg ik: Ooit stonden jullie daar, in de kerk. Het formulier verwijst naar een andere bruiloft, die in Kana. Moet je je voorstellen: de wijn was op. En toch, wat onmogelijk bleek bij de mensen, was mogelijk bij Hem. De grote Bruidegom van Zijn bruidsgemeente heeft daar Zijn heerlijkheid geopenbaard. Dat wil God nog doen. En uit de pastorale praktijk weet ik dat ook in huwelijken waar alles muurvast is komen te zitten, de Heere tóch uitkomst kan geven.”
”Samen één. Overdenkingen bij het huwelijk”, ds. D. W. Tuinier; uitg. Den Hertog, Houten, 2011; ISBN 9789033123948; 94 blz.; 12,50.
„Er blijft één woordje over: dienen”
Het boekje ”Samen één. Overdenkingen bij het huwelijk” kenmerkt zich door een bondige stijl en soms treffende zinnen. Enkele citaten.
„De Bijbel leert duidelijk dat men niet verplicht is om te trouwen, maar men is binnen het huwelijk wel verplicht om trouw te zijn aan elkaar.”
„In Genesis 2:24 zie je drie stappen. Eerst: het verlaten van het ouderlijk gezin; daarna: het aankleven van je vrouw; en de derde stap is: één zijn. Niet alléén lichamelijk, ook niet in de eerste plaats lichamelijk, maar eerst geestelijk.”
„De geestelijke eenheid is het voornaamste. Is deze eenheid er niet, dan geeft dat vroeg of laat spanningen.”
„De man is het eerst door God geschapen. Daarom gaat hij voorop. Hij heeft de leiding. De plaats van de vrouw is een ereplaats tegenover hem: zorgen voor.”
„Hij draagt haar op zijn hart. Zij komt immers onder zijn hart vandaan? (Genesis 2:21, 22).”
„Als een man zijn gezin goed wil leiden, dan moet hij Christus kennen.”
„Nodig is dat er een derde is binnen het huwelijksverbond, de Derde.”
„De inhoud van Psalm 128 is een aanklacht tegen al het egoïsme en materialisme waar onze tijd vol van is. Nee, dat gaat ook onze kerkdeuren niet voorbij. Ook wij zijn geïnfecteerd met het virus dat onze vrouwen en moeders moeten deelnemen aan het arbeidsproces. Met alle nadelige en schadelijke gevolgen voor het gezinsleven.”
„Calvijn schrijft terecht: „Bij het wegvallen en verdwijnen van het huwelijk en het huisgezin is de mensheid in een beestenboel veranderd.””
„Het seksuele leven binnen het huwelijk moet gericht zijn op de ander. Als we de verzen 3 tot en met 5 van 1 Korinthe 7 samenvatten, blijft er één woordje over: dienen. Niet dwingen, maar dienen. God maakt kleine mensen.”
„Beseffen we dan waarom we kinderen krijgen? God geeft ze ons om ze voor Hém op te voeden.”
„Op het gebed doet God wonderen. Zijn naam is immers Wonderlijk en Raad?”
„Vaak heeft God voor ongehuwden een bijzondere taak in deze wereld, een levensroeping. De Heere gaat met hen een speciale weg. Daar is Paulus zelf een voorbeeld van.”
Ds. Tuinier
Ds. D. W. Tuinier is sinds 25 april 2007 verbonden aan de gereformeerde gemeente in Aagtekerke. Daarvoor diende hij Terwolde-De Vecht, zijn eerste gemeente (2001). De predikant, op 28 april 1964 geboren in Slikkerveer, was jarenlang onderwijzer op een basisschool in Hendrik-Ido-Ambacht. „En onderwijzer zal ik altijd blijven”, zegt hij. Onlangs verscheen een cd waarop ds. Tuinier Bijbelse verhalen rondom het kerstfeest vertelt „voor onze jongere kinderen.” De titel is ”Mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien…”