Kerk & religie

Zeker 10.000 misbruikslachtoffers in Rooms-Katholieke Kerk

DEN HAAG – In de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland zijn in de periode 1945-1985 tussen de 10.000 en de 20.000 minderjarigen seksueel misbruikt door geestelijken. Van onwetendheid van bisschoppen en andere kerkelijke bestuurders was geen sprake. Slacht­offers kregen te weinig gehoor en aandacht van de kerk.

Van onze verslaggever
16 December 2011 10:52Gewijzigd op 16 March 2023 15:22
Graffiti op een muur in Portugal over seksueel misbruik binnen de kerk. Foto Wikimedia
Graffiti op een muur in Portugal over seksueel misbruik binnen de kerk. Foto Wikimedia

Dat staat in het vanmorgen verschenen eindrapport van een commissie onder leiding van oud-minister Deetman (CDA)

die anderhalf jaar lang onderzoek deed naar seksueel misbruik in rooms-katholieke instellingen.

De onderzoekscommissie ontving in totaal 1795 meldingen van seksueel misbruik binnen de Rooms-Katholieke Kerk. Die leidden tot zeker 800 namen van plegers in bisdommen, ordes en congregaties. Van deze personen is bekend dat er nog zeker 105 in leven zijn. Een deel van hen is nog in functie.

Uit het rapport blijkt dat het celibaat niet dé verklarende factor is voor de mate waarin er binnen de Rooms-Katholieke Kerk seksueel misbruik voorkomt. Maar volgens de commissie kan evenmin worden geconcludeerd dat er daarom geen verband bestaat tussen celibaat en seksueel misbruik. Ze wijst hierbij op uitkomsten van archiefonderzoek en gesprekken.

De commissie-Deetman stelt dat de omvang van het seksueel misbruik van minderjarigen procentueel betrekkelijk gering was. De cijfers wijken nauwelijks af van die over misbruik onder niet-rooms-katholieke Nederlanders. In absolute aantallen gaat het echter om een „serieus probleem.” „Enige tienduizenden minderjarigen hebben te maken gehad met lichte, ernstige of zeer ernstige vormen van grensoverschrijdend seksueel gedrag. Vaak gaan slachtoffers decennialang gebukt onder misbruik­ervaringen en hebben ze daarvoor weinig gehoor gevonden.”

Volgens de commissie waren de bisschoppen en andere kerkelijke bestuurders op de hoogte van de problematiek van seksueel misbruik binnen rooms-katholieke instellingen. Zij traden echter in veel gevallen „onvoldoende adequaat” op en besteedden te weinig aandacht aan slachtoffers.

Het optreden van de kerkleiding kende „ernstige tekortkomingen.” De commissie ziet hiervoor verschillende oorzaken, zoals de geslotenheid van de kerk, de zwijgcultuur en het taboe in kerk en samenleving op seksualiteit. „Deze oorzaken werkten het toedekken van seksueel misbruik in de hand. Om schandaalvorming te voorkomen bleven maatregelen uit, evenals erkenning, hulp, genoegdoening en nazorg voor slachtoffers.”

De commissie adviseert de kerk onder meer om jaarlijks verantwoording af te leggen van de manier waarop ze slachtoffers van seksueel misbruik heeft begeleid en geholpen. Verder pleit ze voor een goed functionerende klachtenprocedure, financiële compensatie en een bisschop als centraal aanspreekpunt voor slachtoffers en hun familieleden. De commissie roept de kerk op om bij de overheid aan te dringen op een effectieve aanpak van seksueel misbruik van minder­jarigen in de hele samenleving.

De commissie-Deetman bestudeerde voor het onderzoek archieven van bisdommen en religieuze orden en congregaties. Verder hield ze een grote enquête en deed ze internationaal literatuuronderzoek. Bovendien sprak ze met tal van huidige en vroegere kerkbestuurders.

De Nederlandse bisschoppen, die het rapport dinsdag ontvingen, gaven vanmiddag in Zeist een officiële reactie op het onderzoek.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer