Zelfbedrog
Iemand kan levend dood zijn, zoals Paulus zegt van de wellustige weduwe. En Christus zegt het van de gemeente van Sardis. Zo heeft dan een ieder toe te zien dat hij zich niet bedriegt en meent dat hij leeft, doch hij is ondertussen dood.Dit zelfbedrog komt bij velen voort uit laatdunkendheid, omdat ze veel van zichzelf houden. Als ze horen prediken van het geloof van Gods kinderen, waarin God een behagen heeft om ze zalig te maken door Jezus Christus, denken ze, net zoals Haman, dat zij die man zijn en dat er over hen gesproken wordt, terwijl het op Mordechai gemunt was.
Laatdunkendheid maakt van een vonk een vlam. Daarom rekende de farizeeër zich rijk. In eigen ogen blonk hij immers meer uit dan die tollenaar.
Zo lopen er bij ons ook velen, die menen iets te zijn. Ze zijn geen hoereerder en geen dronkaard, geen vechter en geen smijter en menen dat er wel voldoende overschiet om in de hemel te komen. Ze menen dat ze waarlijk onder de gelovigen moeten worden gerekend.
Tijdens de belegering van Samaria werden een kop duivenmest en een ezelskop voor veel geld verkocht. Zo ook iemand die onder een hoop onheilige mensen leeft, die door een geestelijke hongersnood worden belegerd. Hij gedraagt zich dan schikkelijk en meent dan dat hij heel wat is. Hij is rechtvaardig in eigen ogen en wordt daardoor het meest bedrogen.
Jacobus Borstius, predikant te Rotterdam. (Geestelijke geneeskunst, 1655)