Niet iedereen kan Perry’s opvattingen waarderen
AUSTIN – De Amerikaanse presidentskandidaat Rick Perry steekt zijn christelijke opvattingen bepaald niet onder stoelen of banken. Niet iedereen in de Verenigde Staten neemt hem dat overigens in dank af.
Rick Perry (61) is christen – en dat mag iedereen weten. Kort voor hij in augustus bekendmaakte dat hij in de race is voor het presidentschap, belegde de gouverneur van Texas een massale gebedsbijeenkomst in een stadion in Houston. Officieel bedoeld om te bidden voor de nationale nood van Amerika. Maar het verzekerde de politicus ook bijna op voorhand van de steun van christelijk rechts.
Atheïsten en burgerrechtenactivisten kwamen direct in het geweer. Perry zou met zijn actie het Eerste Amendement op de Constitutie hebben geschonden, door zijn politieke positie te misbruiken om een specifieke religie te promoten. Bovendien moet godsdienst volgens hen een private aangelegenheid blijven en mag hij geen rol in de publieke sfeer spelen. Ze werden in het ongelijk gesteld.
Volgens Perry is er voor godsdienst wel degelijk een plaats in het publieke domein. „Geloof publiek beleven is hoe mijn vrouw en ik ons leven leiden, hoe we onze christelijke overtuiging in daden omzetten”, aldus de Texaanse gouverneur in een interview met Christiannews.
Bidden speelt volgens Perry een prominente rol in zijn leven. „De Schrift zegt: Bid onophoudelijk. Het is niet ongebruikelijk voor mij om midden in een vergadering een moment van gebed in te lassen. Als de deur van mijn werkkamer even dicht is, gebruik ik die paar minuten om voor mijn gezin te bidden of voor iets dat in de wereld aan de hand is.”
Rick Perry zet zijn christelijke standpunten ook nadrukkelijk in daden om. Als gouverneur ondertekende hij de Defense of Marriage Act, een wet die het huwelijk beschermt en definieert als een verbintenis tussen man en vrouw. Onder zijn gouverneurschap werd ook het grootste aantal doodvonnissen in Texas uitgevoerd.
In zijn verkiezingscampagne neemt Perry president Obama zwaar onder vuur. In een filmpje dat hij vorige week op YouTube plaatste, suggereert de Republikeinse politicus dat Obama „een oorlog tegen religie” voert. „Ik schaam mij niet om toe te geven dat ik christen ben. Maar je hoeft niet elke zondag in de kerkbank te zitten om te zien dat er in dit land iets fout gaat als homo’s wél in het leger kunnen dienen, maar onze kinderen niet openlijk kerstfeest mogen vieren of niet op school mogen bidden. Als president zou ik Obama’s oorlog tegen religie beëindigen en strijden tegen de liberale aanvallen op ons religieuze erfgoed.”
Die uitlatingen werden Perry niet in dank afgenomen. Vorige week maandagmiddag, toen de opname nog maar net op internet stond, merkten 650.000 kijkers het filmpje aan als ”vind ik niet leuk”. Slechts 20.000 mensen voorzagen het van het predicaat ”vind ik leuk”.
Binnen de kortste keren verschenen ook zo’n 700 parodieën op het filmpje, variërend van een Joodse rabbijn die een lans breekt voor het homohuwelijk tot atheïsten die Perry belachelijk proberen te maken.
Er zijn echter ook meer gefundeerde reacties op het christelijk gehalte van Rick Perry. Kathleen Kennedy Townsend, een nazaat van de beroemde familie Kennedy, stelt in een ingezonden stuk in tijdschrift The Atlantic de Bijbelse opvattingen van de politicus behoorlijk fors aan de kaak. „De gouverneur van Texas voert een openlijk religieuze campagne, maar leest hij ook die delen van de Bijbel die zijn politieke opvattingen niet ondersteunen?” vraagt de voormalige vicegouverneur van Maryland zich af.
Vooral de sociaaleconomische opvattingen van Perry verdragen zich niet met de Schrift, meent Kennedy Townsend. „Christus leert ons dat we de hongerigen moeten voeden en voor de zieken moeten zorgen en hen niet in de steek moeten laten. Perry heeft niet het Bijbelgedeelte gelezen waarin Jezus ons opdraagt om voor de minsten onder ons te zorgen.”
Perry laat zich door die kritiek niet van de wijs brengen. Als Republikein in hart en nieren blijft hij voor een terugtredende overheid pleiten. „Wie meer overheid wil, moet maar in New York gaan wonen.”