Dat ging VVD-Kamerlid Charlie Aptroot, die al lang pleit voor het opheffen van de schappen, niet ver genoeg. Hij diende een motie in om ze alsnog snel op te heffen en kreeg daarvoor de steun van PVV en SP.

Die steun kan nog groter worden, want D66, GroenLinks en PvdA dreigen ermee in te stemmen, als minister Henk Kamp (Sociale Zaken) niet tegemoetkomt aan hun eisen en dat deed hij woensdag niet. De ChristenUnie, die in haar verkiezingsprogramma voorstander was van opheffen van de schappen, ziet in het kabinetsvoorstel een verbetering. De ChristenUnie houdt het kruit droog tot de stemming van volgende week.

PvdA en GroenLinks verbinden aan het voortbestaan van de schappen de voorwaarde dat die zich ook inzetten voor vergroening en verbetering van de arbeidsmarkt. Ook dat wijst Kamp van de hand. Als hij hieraan niet tegemoet komt, bestaat de kans dat vakbonden zich terugtrekken uit de besturen van de schappen, waardoor het voortbestaan ook in gevaar komt.

Het opheffen van de schappen zou betekenen dat het Rijk taken van maatschappelijk belang, zoals het voorkomen van dierziekte, op zich moet gaan nemen. Dat betekent 300 ambtenaren extra en het gaat de schatkist zo’n 31 miljoen euro kosten. Bovendien denkt Kamp dat de schappen de taken efficiënter kunnen uitvoeren. De tegenstanders van de schappen vinden dat ondernemers niet verplicht moeten worden om er via heffingen aan mee te betalen. D66 wil die verplichting schrappen, maar ook dat wijst Kamp af.

De product- en bedrijfschappen bestaan in ons land zo’n zestig jaar. De werkgeversorganisaties zijn voor het voortbestaan, maar ze drongen er wel bij het kabinet op aan om ze fors af te slanken.