De Republikeinse presidentskandidaat Mitt Romney haalde zich in het weekeinde de hoon van veel Amerikanen op de hals. Tijdens een debat daagde hij zijn Texaanse rivaal Rick Perry uit tot een weddenschap met 10.000 dollar (7500 euro) als inzet. „Weet je wat: ik wed 10.000 dollar dat ik alle burgers een zorgverzekering laat afsluiten”, zei Romney.

De opmerking van multimiljonair Romney leidde tot een storm van commentaar, vooral op websites als Twitter en Facebook. Veel Amerikanen verwijten Romney dat hij het contact met de gewone man heeft verloren. Ze spreken er schande van dat de Republikein zo’n groot bedrag als inzet van een weddenschap noemt. „Weet je wat de gemiddelde Amerikaan met zo veel geld kan doen?” vraagt een werkloze zich af.

Romney kreeg eerder al een storm van kritiek van het Amerikaanse publiek over zich heen toen hij zichzelf tijdens een campagnebijeenkomst een werkloze noemde.

Maar ook zijn rivalen kunnen er wat van. Rick Perry beweerde onlangs in een debat met Ron Paul dat hij als president direct drie ministeries zou opdoeken. Toen hem werd gevraagd welke departementen dat zouden zijn, kwam Perry niet verder dan twee. „Ik kan de derde niet meer noemen, sorry”, kwam er na veel gestuntel uit.

Michelle Bachmann verklaarde onlangs dat zij de Amerikaanse ambassade in Teheran zou sluiten. De VS hebben al meer dan dertig jaar geen ambassade meer in Iran. Ook waarschuwde de politica voor de opkomst van de Sovjet-Unie en feliciteerde ze de overleden popster Elvis Presley met zijn verjaardag.

Blunders tijdens de verkiezingscampagne zijn overigens van alle tijden. Senator John McCain liep in 2008 aan de verkeerde kant het podium af na een debat met Barack Obama. Fotografen legden haarscherp vast hoe McCain zijn tong tegen Obama uitstak.

Sarah Palin ging in dezelfde periode in de fout door consequent te spreken over de Amerikaanse bevelhebber McClellan, toen haar vragen werden gesteld over de Amerikaanse militaire aanwezigheid in het buitenland. In werkelijkheid heette de bewuste generaal McKiernan.

Maar het kan nog gekker. In 1976 maakte Gerald Ford tijdens een verkiezingsdebat met Jimmy Carter een kolossale fout. Hij verklaarde stellig dat er „geen dominantie van de Sovjets in Oost-Europa is en die zal er onder een regering-Ford ook nooit komen.” Hoewel de presentator hem met de feiten confronteerde –het IJzeren Gordijn was nog harde werkelijkheid– bleef Ford zijn uitspraak verdedigen.

Soms zijn kandidaten ook ontwapenend eerlijk over zichzelf. In 1992 begon admiraal James Stockdale zijn inleiding tijdens een debat tussen kandidaten voor het vicepresidentschap met de inmiddels beroemde woorden: „Wie ben ik, waarom ben ik hier? Ik ben geen politicus, dat weet iedereen.”